naam Franco-Suisse le ski (Smeerkaasarrest) 1971
korte inhoud smeerkaas heffing
relevantie Het principe dat Internationale rechtsregel met rechtstreekse werking
heeft voorrang op de wettelijke (en lagere) bepaling die ermee strijdig is
proces Een kaasbedrijf (fromagerie), de NV Franco-Suisse Le Ski, had door deze
heffing grote financiële verliezen geleden. Een paar maanden later, in
1965 na de afschaffing van de heffing, wilde het bedrijf de betaalde
heffingen terugvorderen van de Belgische staat. De rechtbank van eerste
aanleg in Brussel wees de vordering af omdat art. 12 van het verdrag niet
direct van toepassing zou zijn. Het bedrijf ging in beroep, waar het gelijk
kreeg. Het hof stelde dat het internationale recht (met directe werking)
voorrang heeft op het nationaal recht, zelfs als de Belgische wet recenter
is. In 1968 kwam er een wet die zei dat betaalde heffingen onherroepelijk
zijn en geen aanleiding kunnen geven tot betwisting tegenover de
overheid. De overheid ging op haar beurt in cassatie bij het Hof van
Cassatie, maar het Hof bevestigde de eerdere uitspraak in het voordeel
van NV Franco-Suisse Le Ski.
naam Waleffe 1950
korte inhoud dubbel magistraten pensioen
relevantie Het principe van een grondwetsconforme interpretatie als er meerdere
interpretaties mogelijk zijn.
proces Sommige magistraten kregen een dubbel pensioen. Zo ook Fernand
Waleffe, naar wie het arrest vernoemd is. Hij was koloniaal ambtenaar
geweest en voorzitter van het Hof van Cassatie. Hij cumuleerde dus een
ambtenarenpensioen en een magistratenpensioen. Het KB wilde daarmee
komaf maken en zorgde ervoor dat het ambtenarenpensioen in mindering
werd gebracht op het magistratenpensioen (zijn magistratenpensioen
bestond dus uit een aanvulling op zijn ambtenarenpensioen). Omdat
Waleffe een volledig magistratenpensioen wilde, startte hij een zaak die
uiteindelijk voor het Hof van Cassatie kwam.
Het Hof oordeelde in casu dat het KB strijdig was met de grondwettig
geïnterpreteerde wet. Bijgevolg werd het bestreden arrest, dat de korting
van Waleffes emeritaatspensioen toeliet, verbroken
naam Simmenthal 1978
korte inhoud rundvlees
relevantie Het principe van de verplichting voor de rechter om rechtstreekse
werking en voorrang te verlenen
, nationale rechter is verplicht rechtstreekse werking te verlenen aan de
Europese rechtsregels die daarvoor vatbaar zijn, en daarbij aan deze
rechtstreeks werkende bepaling voorrang te verlenen op de ermee
strijdige nationale wet
proces De N.V. Simmenthal, gevestigd te Monza, importeert[2] rundvlees van
Frankrijk naar Italië en moet betalen voor een veterinaire keuring aan de
grens. Deze controles zijn gebaseerd op Italiaanse wetgeving en in strijd
met artikel 12 EEG-verdrag (thans art. 30 VwEU). Simmenthal vordert
voor de Italiaanse rechter terugbetaling van de onterecht geheven
heffingen. In het arrest Simmenthal I heeft het Hof deze gang van zaken
gekwalificeerd als "heffingen van gelijke werking", derhalve in strijd met
artikel 12 EEG-verdrag. De Italiaanse minister van Financiën heeft
vervolgens aangevoerd, dat een lagere rechter (in dit geval het Italiaanse
Hof) een nationale wet pas buiten toepassing mag laten, wanneer deze
door het hoogste nationale constitutionele hof ongeldig verklaard is.
Het Hof bevestigde het in het arrest Costa/ENEL geïntroduceerde
voorrangsbeginsel en voegde daaraan toe, dat dit beginsel niet
verminderd zou mogen worden door nationale bepalingen die de primaire
rechter op nationaal niveau het recht zou ontzeggen nationale wetgeving
buiten toepassing te laten wegens voorrang van Europees recht.
opmerking HvJ 17 december 1970, Internationale Handelsgesellschaft:
bevestiging: Europese rechtsregel hoeft daartoe zelfs niet in
overeenstemming te zijn met nationale rechtsregel, inclusief de nationale
Grondwet
naam Van Gend en Loos 1963
korte inhoud verhoogde invoerheffing die in strijd was met EEG
relevantie Het principe van rechtstreekse werking.
proces Op 9 september 1960 importeerde het Nederlandse transportbedrijf Van
Gend & Loos een hoeveelheid ureumformaldehyde uit Duitsland. Het
product was op het grensdocument aangeduid als "Harnstoffharz 70,
zijnde een waterige emulsie van ureumformaldehyde." Bij invoer werd het
onder post 39.01-a-1 van het Tariefbesluit ingedeeld, waarop Nederland
een invoerrecht van 8% toepaste.
Van Gend & Loos diende op 20 september 1960 een bezwaar in, waarin
ze aanvoerde dat het product volgens het oude Tariefbesluit onder post
279-a-2 viel, met een invoerrecht van 3%, en dat de herindeling naar post
39.01-a-1 een verhoging betekende. Ze beweerden dat dit in strijd was
met artikel 12 van het EEG-Verdrag, dat het invoeren van nieuwe
invoerrechten tussen lidstaten verbiedt.
De belastinginspecteur verklaarde op 6 maart 1961 het bezwaar
niet-ontvankelijk, waarna Van Gend & Loos beroep aantekende bij de
Tariefcommissie. De commissie stelde prejudiciële vragen aan het Hof
korte inhoud smeerkaas heffing
relevantie Het principe dat Internationale rechtsregel met rechtstreekse werking
heeft voorrang op de wettelijke (en lagere) bepaling die ermee strijdig is
proces Een kaasbedrijf (fromagerie), de NV Franco-Suisse Le Ski, had door deze
heffing grote financiële verliezen geleden. Een paar maanden later, in
1965 na de afschaffing van de heffing, wilde het bedrijf de betaalde
heffingen terugvorderen van de Belgische staat. De rechtbank van eerste
aanleg in Brussel wees de vordering af omdat art. 12 van het verdrag niet
direct van toepassing zou zijn. Het bedrijf ging in beroep, waar het gelijk
kreeg. Het hof stelde dat het internationale recht (met directe werking)
voorrang heeft op het nationaal recht, zelfs als de Belgische wet recenter
is. In 1968 kwam er een wet die zei dat betaalde heffingen onherroepelijk
zijn en geen aanleiding kunnen geven tot betwisting tegenover de
overheid. De overheid ging op haar beurt in cassatie bij het Hof van
Cassatie, maar het Hof bevestigde de eerdere uitspraak in het voordeel
van NV Franco-Suisse Le Ski.
naam Waleffe 1950
korte inhoud dubbel magistraten pensioen
relevantie Het principe van een grondwetsconforme interpretatie als er meerdere
interpretaties mogelijk zijn.
proces Sommige magistraten kregen een dubbel pensioen. Zo ook Fernand
Waleffe, naar wie het arrest vernoemd is. Hij was koloniaal ambtenaar
geweest en voorzitter van het Hof van Cassatie. Hij cumuleerde dus een
ambtenarenpensioen en een magistratenpensioen. Het KB wilde daarmee
komaf maken en zorgde ervoor dat het ambtenarenpensioen in mindering
werd gebracht op het magistratenpensioen (zijn magistratenpensioen
bestond dus uit een aanvulling op zijn ambtenarenpensioen). Omdat
Waleffe een volledig magistratenpensioen wilde, startte hij een zaak die
uiteindelijk voor het Hof van Cassatie kwam.
Het Hof oordeelde in casu dat het KB strijdig was met de grondwettig
geïnterpreteerde wet. Bijgevolg werd het bestreden arrest, dat de korting
van Waleffes emeritaatspensioen toeliet, verbroken
naam Simmenthal 1978
korte inhoud rundvlees
relevantie Het principe van de verplichting voor de rechter om rechtstreekse
werking en voorrang te verlenen
, nationale rechter is verplicht rechtstreekse werking te verlenen aan de
Europese rechtsregels die daarvoor vatbaar zijn, en daarbij aan deze
rechtstreeks werkende bepaling voorrang te verlenen op de ermee
strijdige nationale wet
proces De N.V. Simmenthal, gevestigd te Monza, importeert[2] rundvlees van
Frankrijk naar Italië en moet betalen voor een veterinaire keuring aan de
grens. Deze controles zijn gebaseerd op Italiaanse wetgeving en in strijd
met artikel 12 EEG-verdrag (thans art. 30 VwEU). Simmenthal vordert
voor de Italiaanse rechter terugbetaling van de onterecht geheven
heffingen. In het arrest Simmenthal I heeft het Hof deze gang van zaken
gekwalificeerd als "heffingen van gelijke werking", derhalve in strijd met
artikel 12 EEG-verdrag. De Italiaanse minister van Financiën heeft
vervolgens aangevoerd, dat een lagere rechter (in dit geval het Italiaanse
Hof) een nationale wet pas buiten toepassing mag laten, wanneer deze
door het hoogste nationale constitutionele hof ongeldig verklaard is.
Het Hof bevestigde het in het arrest Costa/ENEL geïntroduceerde
voorrangsbeginsel en voegde daaraan toe, dat dit beginsel niet
verminderd zou mogen worden door nationale bepalingen die de primaire
rechter op nationaal niveau het recht zou ontzeggen nationale wetgeving
buiten toepassing te laten wegens voorrang van Europees recht.
opmerking HvJ 17 december 1970, Internationale Handelsgesellschaft:
bevestiging: Europese rechtsregel hoeft daartoe zelfs niet in
overeenstemming te zijn met nationale rechtsregel, inclusief de nationale
Grondwet
naam Van Gend en Loos 1963
korte inhoud verhoogde invoerheffing die in strijd was met EEG
relevantie Het principe van rechtstreekse werking.
proces Op 9 september 1960 importeerde het Nederlandse transportbedrijf Van
Gend & Loos een hoeveelheid ureumformaldehyde uit Duitsland. Het
product was op het grensdocument aangeduid als "Harnstoffharz 70,
zijnde een waterige emulsie van ureumformaldehyde." Bij invoer werd het
onder post 39.01-a-1 van het Tariefbesluit ingedeeld, waarop Nederland
een invoerrecht van 8% toepaste.
Van Gend & Loos diende op 20 september 1960 een bezwaar in, waarin
ze aanvoerde dat het product volgens het oude Tariefbesluit onder post
279-a-2 viel, met een invoerrecht van 3%, en dat de herindeling naar post
39.01-a-1 een verhoging betekende. Ze beweerden dat dit in strijd was
met artikel 12 van het EEG-Verdrag, dat het invoeren van nieuwe
invoerrechten tussen lidstaten verbiedt.
De belastinginspecteur verklaarde op 6 maart 1961 het bezwaar
niet-ontvankelijk, waarna Van Gend & Loos beroep aantekende bij de
Tariefcommissie. De commissie stelde prejudiciële vragen aan het Hof