Hoofdstuk 1
Onderdelen van een maatschappelijk probleem
- Grote groep mensen is erbij betrokken
- Gezamenlijke oplossing
- Voor en tegenstanders (sprake van tegenstelling)
- Connectie met andere maatschappelijke problemen
Een actorenanalyse bestaat uit
1. beschrijven van het probleem
2. de betrokkenen bij het probleem
3. belangen en waarden van de betrokkenen
4. een mogelijke oplossing
Normen: Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen.
Waarden: Achterliggende idealen, dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als
groep.
Belangen: Wat voor voordeel iemand erbij heeft.
Macht: De mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Collectieve actie: Een actie die een groep samen doet om zo het
gemeenschappelijke doel te bereiken.
Hoofdstuk 2
een land is een
rechtsstaat wanneer
deze 3 dingen
aanwezig zijn
grondrechten
Legaliteitsbegin
Klassiek
Trias Politica sel
(verbod voor
(Montesqieu) Alles dat de
overheid)
→ wetgevende overheid doet
Hoofdstuk
Sociaal 3
→ moet grond
(Gebod
1815- voor
1848 rechtsprekende hebben in de wet
overheid) democratie, alleen de rijke mannen mochten stemmen op de Provinciale
Selectieve → uitvoerende
Staten en deze kozen dan de Tweede Kamer.
Willem I beperkte ook de persvrijheid
1848- 1917
Willem II wilde zelf meer macht hebben maar hier waren veel protesten tegen
waardoor de liberaal Thorbecke in 1848 kwam met een nieuwe grondwet.
!! ministers waren nu verantwoordelijk voor het beleid in plaats van de koning !!
Tweede Kamer werd rechtstreeks verkozen door het volk.
1917: Algemeen kiesrecht voor mannen
1919: algemeen vrouwenkiesrecht
1917-1970 → stemplicht
, 1940-1945
WO II → ministers en koningin vluchten naar GB, censuur door de Duitsers
in heel Nederland.
1983
Sociale grondrechten
- overheid moet zich inspannen voor: werkgelegenheid, bestaanszekerheid en
een schoon milieu
Democratie: Een democratie is een regeringsvorm waarbij iedereen zich verkiesbaar
kan stellen en het staatshoofd gekozen is door het volk. Een democratie heeft ook
een rechtsstaat nodig.
Dictatuur: Een dictatuur of alleenheerschappij is een regeringsvorm waarin alle
macht bij één persoon (een dictator) of bij een kleine groep mensen ligt.
Hoofdstuk 4
Links: Solidariteit en Gelijkheid
Rechts: Verantwoordelijkheid en Vrijheid
Libertair: Individualiteit, ontplooiing, diversiteit (PROGRESSIEF)
Autoritair: Traditie, fatsoen, eenheid (CONSERVATIEF)
Stromingen
Liberalisme
- Terughoudende overheid
- recht libertair
- D66 / VVD
- Persoonlijke en economische vrijheid, de burgers zijn zelf verantwoordelijk.
Socialisme
- Betrokken overheid
- Links libertair
- PVDA / SP
Confessionalisme
- niet alles regelen maar faciliteren
- rechts autoritair
- Christenunie / CDA / SGP
- Waarden uit de bijbel erg belangrijk, een belangrijke rol voor maatschappelijk
middenveld
Populisme
- Geen inhoudelijke stroming
- volk tegenover elite
- PVV
Hoofdstuk 5