Samenvatting Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon

FILOSOFIE
23.09.2020
LES 1
Inleiding + Hoofdstuk 1: Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon
Praktische informatie
1. Cursus (‘wijsbegeerte: een historische inleiding’)
 Cursusnotities
 PowerPoints (vooral voor het college op Toledo)
 Responsiecolleges + kennisclips
2. Tips
 Naar de colleges komen
 Noteren tijdens de les
 Inhoudelijke vragen kunnen aan de docent gesteld worden
 Kritisch zijn, niet enkel papagaaienwerk
 Voorbereiden op responsiecolleges
 Data hoef je niet kennen, maar historisch situeren
3. Examen
 1 kennisvraag (wat is)
 1 vergelijkingsvraag (vergelijk x en y)
 1 evaluatievraag (bespreek)
 30 min voorbereiding
 20% - samenvatting filosofische tekst



Inleiding
1. Wat is filosofie?
 Plato: alle filosofie begint met verwondering (zonder een breuk in de routine moet
men niet nadenken)
 Is verwondering het begin van filosofie?
- Filosofie is geen progressieve wetenschap – na bedenking van oplossing, over
de oplossing nadenken
- Stop van nadenken – pragmatisch en ideologisch (bepaalde visie op de
samenleving, geen verdere verwondering over deze oplossing)
- Filosofie heeft geen echte vooruitgang (niet een positieve wetenschap)
- Alleen in de filosofie is de verwondering niet alleen het beginpunt, maar blijft
ze ook de leidraad die het denken altijd in haar greep houdt


 Een filosoof
1

, - Weerstandig om weerstandig te zijn
- Alles in vraag stellen
- Dagelijkse leven is niet vanzelfsprekend
- Mensen van contemplatie en niet actie
- De wereld in de hoogste mate erkennen, ‘wereld’ laten zijn, door haar niet te
snel tot evidenties en rustgevende vanzelfsprekendheden te herleiden


Filosofie is een radicaal (stelt alles in vraag), kritische (uit één haalt), reflectie (nadenken) die het
bekende vreemd (verwondering) en het vreemd bekend (laat zien dat tot begrip komen mogelijk is,
oplossingen bieden) maakt.



2. Vooruitgang in filosofie
 Wat nu is, is beter dan wat vroeger was
 Vaak dezelfde vragen, verschillende antwoorden doorheen de tijd
 Filosofie drukt zijn tijdperk uit, en niet de eeuwige denkprocessen
 De filosofie wordt hierdoor afhankelijk van haar spatio-temporele context (space
and time)
 De filosofische vragen en antwoorden zijn altijd de uitdrukking van een
welbepaalde tijdsgeest
 Waarmee worden de filosofen geconfronteerd – BELANG VAN
GESCHIEDENIS
- Oude Grieken – nooit vragen over kwaad gesteld (gaan uit dat de wereld een
goede schepping is)
- Christendom – als God bestaat dan waarom is er kwaad
- Corona – confronteert de mens dat we geen volledige controle over de natuur
hebben
- Romantisch conservatisme (Trump – make america great again) – verlangen
naar homogeniteit (definities proberen opstellen toont aan dat er geen definitie
is)




Deel 1


2