Oefeningen leerstukken 8 tot en met 11
A. Los de volgende vragen op. Verwijs steeds naar de toepasselijke bepaling(en)
van het Gerechtelijk Wetboek!
1. Tijdens een procedure die werd ingeleid voor de vrederechter te Veurne vordert de
eiser achterstallige huurgelden m.b.t. een woning te Gent voor een totaalbedrag van 6.000
EUR.
a) Kan de verweerder een exceptie van onbevoegdheid inroepen?
- Ja,
- hij is materieel bevoegd, het gaat over een huurgeschil
- Art. 591, 1e lid Ger W
o Hij kan een exceptie van territoriale onbevoegdheid inroepen
o Want: vredegerecht te Gent is territoriaal bevoegd
o Zie art. 629, 1° Ger W vrederechter vd plaats waar het OG is
gelegen
o Deze territoriale bevoegdheidsregel is van dwingend recht (zie art.
630 Ger W)
o Gevolg: er kan niet van afgeweken worden
In welk document moet de verweerder de exceptie van onbevoegdheid schrijven?
è Ten laatste in zijn eerste conclusie (= in limine litis) – art. 854 Ger W + je kan het ook
al doen op de inleidende zitting
! alles van materiele bevoegdheid is van openbare orde (= examentip)
ó bij territoriaal is het soms van dwingend recht (art. 629 – 630 Ger W)
b) Blijft jouw antwoord hetzelfde indien de eiser een immobiliënkantoor is,
dat achterstallige huur vordert van een tandarts voor de huur van zijn
praktijkruimte?
- Als 2 ondernemingen huurcontract sluiten: is vrederechter onbevoegd als het gaat over
dit huurcontract of is het ondernemingsrechtbank?
- Ja! Het gaat om geschil tussen 2 ondernemingen
- In principe materiële bevoegdheid vd ondernemingsrechtbank: art. Art. 573 Ger W:
- Maar die geldt onverminderd de bijzondere bevoegdheden van andere
rechtscolleges
- Exclusieve bvh van ondernemingsrechtbank: faillisement
Materiele bevoegdheid vrederechter voor huurgechillen (art. 591, 1° Ger W) is een bijzondere
bevoegdheid
2. Op 17 februari 2023 dagvaardt de BV GEVY de NV HEBBY voor de
ondernemingsrechtbank in betaling van achterstallige facturen voor een totaalbedrag van
3.687 EUR. De inleidende zitting vindt plaats op 5 maart 2023. De ondernemingen
onderhandelden lange tijd over de betaling van de facturen, maar kwamen niet meteen tot een
, akkoord. Meteen na de dagvaarding, nog vóór de inleidende zitting, betaalt de NV HEBBY
echter alsnog 1.600 EUR aan de gerechtsdeurwaarder.
a) Heeft die betaling invloed op de bevoegdheid van de rechtbank?
- Nee, de ondernemingsRB is materieel bevoegd voor alle geschillen tussen
ondernemingen, ongeacht het bedrag van de vordering
- bovendien is de waarde van de vordering op opgeblik rechtsingang
(dagvaarding) latere aanpassingen of die nu een verhoging of verlaging
inhoudt, heeft geen invloed op de bevoegdheid (art. 557 Ger W)
b) De advocaat van de BV GEVY ontvangt een afschrift van het vonnis per mail. Zijn
cliënt kreeg helaas ongelijk van de rechter. Kan de BV GEVY tegen dit vonnis
onmiddellijk een rechtsmiddel aanwenden?
Relevante feiten:
- Vonnis ondernemingsrechtbank
- Op tegenspraak gewezen
- Over in geld uitgedrukte vordering
- Oorspronkelijke inzet: 3687€
- Uiteindelijke inzet: 2087 euro (want 1600 betaald na dagvaarding)
Welk RM?
- Verzet? Neen Kan je enkel aantekenen als je verstek hebt laten gaan, hier
is het een vonnis op tegenspraak
- Hoger beroep? ToelaatbaarheidsVWD nagaan? (art. 616 Ger W = de
aanleggrens)
Uitzonderingen:
o Aanleggrens (art. 617-621 Ger W)
o Niet – appellabele beslissing
NEE
- Door betaling van NV Hebby, zal BV Gecy in haar laatste conclusie nog slechts 2087€
hebben gevorderd
2087euro < aanleggrens van 2500 euro
Dus geen HB mogelijk!
3. Op 15 september 2023 ontvangen de partijen bij een procedure over onbetaalde
facturen een ongetekend afschrift (= niet origineel, afschrift van griffie) van het vonnis.
Eiser Vandam is vrij tevreden met de uitspraak. De eerste rechter verklaarde zijn vordering tot
betaling van de hoofdsom van 1.956 EUR ontvankelijk en gegrond. De door Vandam
gevorderde interest van 15 % werd echter niet toegekend.
Op 20 oktober 2023 legt de tegenpartij van Vandam een verzoekschrift tot hoger beroep neer
bij het appelgerecht.
A. Los de volgende vragen op. Verwijs steeds naar de toepasselijke bepaling(en)
van het Gerechtelijk Wetboek!
1. Tijdens een procedure die werd ingeleid voor de vrederechter te Veurne vordert de
eiser achterstallige huurgelden m.b.t. een woning te Gent voor een totaalbedrag van 6.000
EUR.
a) Kan de verweerder een exceptie van onbevoegdheid inroepen?
- Ja,
- hij is materieel bevoegd, het gaat over een huurgeschil
- Art. 591, 1e lid Ger W
o Hij kan een exceptie van territoriale onbevoegdheid inroepen
o Want: vredegerecht te Gent is territoriaal bevoegd
o Zie art. 629, 1° Ger W vrederechter vd plaats waar het OG is
gelegen
o Deze territoriale bevoegdheidsregel is van dwingend recht (zie art.
630 Ger W)
o Gevolg: er kan niet van afgeweken worden
In welk document moet de verweerder de exceptie van onbevoegdheid schrijven?
è Ten laatste in zijn eerste conclusie (= in limine litis) – art. 854 Ger W + je kan het ook
al doen op de inleidende zitting
! alles van materiele bevoegdheid is van openbare orde (= examentip)
ó bij territoriaal is het soms van dwingend recht (art. 629 – 630 Ger W)
b) Blijft jouw antwoord hetzelfde indien de eiser een immobiliënkantoor is,
dat achterstallige huur vordert van een tandarts voor de huur van zijn
praktijkruimte?
- Als 2 ondernemingen huurcontract sluiten: is vrederechter onbevoegd als het gaat over
dit huurcontract of is het ondernemingsrechtbank?
- Ja! Het gaat om geschil tussen 2 ondernemingen
- In principe materiële bevoegdheid vd ondernemingsrechtbank: art. Art. 573 Ger W:
- Maar die geldt onverminderd de bijzondere bevoegdheden van andere
rechtscolleges
- Exclusieve bvh van ondernemingsrechtbank: faillisement
Materiele bevoegdheid vrederechter voor huurgechillen (art. 591, 1° Ger W) is een bijzondere
bevoegdheid
2. Op 17 februari 2023 dagvaardt de BV GEVY de NV HEBBY voor de
ondernemingsrechtbank in betaling van achterstallige facturen voor een totaalbedrag van
3.687 EUR. De inleidende zitting vindt plaats op 5 maart 2023. De ondernemingen
onderhandelden lange tijd over de betaling van de facturen, maar kwamen niet meteen tot een
, akkoord. Meteen na de dagvaarding, nog vóór de inleidende zitting, betaalt de NV HEBBY
echter alsnog 1.600 EUR aan de gerechtsdeurwaarder.
a) Heeft die betaling invloed op de bevoegdheid van de rechtbank?
- Nee, de ondernemingsRB is materieel bevoegd voor alle geschillen tussen
ondernemingen, ongeacht het bedrag van de vordering
- bovendien is de waarde van de vordering op opgeblik rechtsingang
(dagvaarding) latere aanpassingen of die nu een verhoging of verlaging
inhoudt, heeft geen invloed op de bevoegdheid (art. 557 Ger W)
b) De advocaat van de BV GEVY ontvangt een afschrift van het vonnis per mail. Zijn
cliënt kreeg helaas ongelijk van de rechter. Kan de BV GEVY tegen dit vonnis
onmiddellijk een rechtsmiddel aanwenden?
Relevante feiten:
- Vonnis ondernemingsrechtbank
- Op tegenspraak gewezen
- Over in geld uitgedrukte vordering
- Oorspronkelijke inzet: 3687€
- Uiteindelijke inzet: 2087 euro (want 1600 betaald na dagvaarding)
Welk RM?
- Verzet? Neen Kan je enkel aantekenen als je verstek hebt laten gaan, hier
is het een vonnis op tegenspraak
- Hoger beroep? ToelaatbaarheidsVWD nagaan? (art. 616 Ger W = de
aanleggrens)
Uitzonderingen:
o Aanleggrens (art. 617-621 Ger W)
o Niet – appellabele beslissing
NEE
- Door betaling van NV Hebby, zal BV Gecy in haar laatste conclusie nog slechts 2087€
hebben gevorderd
2087euro < aanleggrens van 2500 euro
Dus geen HB mogelijk!
3. Op 15 september 2023 ontvangen de partijen bij een procedure over onbetaalde
facturen een ongetekend afschrift (= niet origineel, afschrift van griffie) van het vonnis.
Eiser Vandam is vrij tevreden met de uitspraak. De eerste rechter verklaarde zijn vordering tot
betaling van de hoofdsom van 1.956 EUR ontvankelijk en gegrond. De door Vandam
gevorderde interest van 15 % werd echter niet toegekend.
Op 20 oktober 2023 legt de tegenpartij van Vandam een verzoekschrift tot hoger beroep neer
bij het appelgerecht.