MODULE 2.4 – DEGENERATIEVE AANDOENINGEN VAN HET CZS
ZSO: MULTIPLE SCLEROSE
De opdracht bestaat uit het beantwoorden van richtvragen aan de hand van verplichte literatuur.
Deze leerstof is te kennen en maakt deel uit van het examen.
TE LEZEN:
- O’Sullivan, S.B., Schmitz, T.J., & Fulk, G.D. (2019). Physical Rehabilitation. (7th edition). Philadelphia:
F.A. Davis Company.
o Chapter 16: Multiple Sclerosis
Introduction
Etiology
Pathophysiology
Disease course
Symptoms
Diagnosis
Physical therapy examination
- Fell, D.W., Lunnen, K.Y., & Rauk, R.P. (2018). Lifespan neurorehabilitation: a patient-centered
approach from examination to interventions and outcomes. Philadelphia: F.A. Davis Company.
o Compendium of Common Adult and Pediatric Neuromuscular Diagnosis: Chapter on MS
RICHTVRAGEN ‘INTRODUCTION’
Vraag 1: Wat zijn de algemene pathofysiologische ziekte-mechanismen van MS? Hoe uiten zich de
kenmerken?
Auto-immuun ziekte
Inflammatie
Demyelinisatie
Glyose
Acute en chronische symptomen
Vraag 2: Hoe vaak komt de aandoening voor? Bij wie? Op welke leeftijd?
0.1% voor !!!
Tussen 20-50 jaar !!!
Meer bij vrouwen !!
1
Q5 Functioneren bij neurologische aandoeningen
, De prevalentie in België kan je opzoeken op de website van de Vlaamse MS Liga: https://www.ms-
vlaanderen.be/ms-cijfers
Kijk hier ook naar de prevalentie volgens ‘Leeftijd’ en ‘Geslacht’.
Vraag 3: Vanwaar de benaming ‘Sclerose’ in historische context?
Verharding sclerotis plaques = littekenweefsels !!!
RICHTVRAGEN ‘ETIOLOGY’
Vraag 4: Hoe groot is de kans om MS te ontwikkelen? Is de aandoening erfelijk?
0.1% algemeen
2% kin van iemand met MS
5% broer of zus iemand MS
25% 1 eiïge tweeling van iemand MS
Niet erfelijk wel meer kas hebben genetische combinatie !!!
Vraag 5: Welke factoren kunnen het risico om MS te ontwikkelen verhogen?
Vitamine D deficiëntie en roken !!!
RICHTVRAGEN ‘PATHOPHYSIOLOGY’
Vraag 6: Beschrijf de pathofysiologie van MS.
Abnormale immuunreactie binnen CZS. Aanvallen van myelineschede, olygodendrocieten en de zenuwvezel. Er
treed een demyelinisatie op.
T-cellen worden geactiveerd, B- cellen gedeactiveerd.
T-cellen door bloed-hersenbarrière
Bekijk ook volgende video (van 3’20” tot 5’22”): !!! https://www.youtube.com/watch?
time_continue=203&v=Ul9V1muIsJg
2
Q5 Functioneren bij neurologische aandoeningen
ZSO: MULTIPLE SCLEROSE
De opdracht bestaat uit het beantwoorden van richtvragen aan de hand van verplichte literatuur.
Deze leerstof is te kennen en maakt deel uit van het examen.
TE LEZEN:
- O’Sullivan, S.B., Schmitz, T.J., & Fulk, G.D. (2019). Physical Rehabilitation. (7th edition). Philadelphia:
F.A. Davis Company.
o Chapter 16: Multiple Sclerosis
Introduction
Etiology
Pathophysiology
Disease course
Symptoms
Diagnosis
Physical therapy examination
- Fell, D.W., Lunnen, K.Y., & Rauk, R.P. (2018). Lifespan neurorehabilitation: a patient-centered
approach from examination to interventions and outcomes. Philadelphia: F.A. Davis Company.
o Compendium of Common Adult and Pediatric Neuromuscular Diagnosis: Chapter on MS
RICHTVRAGEN ‘INTRODUCTION’
Vraag 1: Wat zijn de algemene pathofysiologische ziekte-mechanismen van MS? Hoe uiten zich de
kenmerken?
Auto-immuun ziekte
Inflammatie
Demyelinisatie
Glyose
Acute en chronische symptomen
Vraag 2: Hoe vaak komt de aandoening voor? Bij wie? Op welke leeftijd?
0.1% voor !!!
Tussen 20-50 jaar !!!
Meer bij vrouwen !!
1
Q5 Functioneren bij neurologische aandoeningen
, De prevalentie in België kan je opzoeken op de website van de Vlaamse MS Liga: https://www.ms-
vlaanderen.be/ms-cijfers
Kijk hier ook naar de prevalentie volgens ‘Leeftijd’ en ‘Geslacht’.
Vraag 3: Vanwaar de benaming ‘Sclerose’ in historische context?
Verharding sclerotis plaques = littekenweefsels !!!
RICHTVRAGEN ‘ETIOLOGY’
Vraag 4: Hoe groot is de kans om MS te ontwikkelen? Is de aandoening erfelijk?
0.1% algemeen
2% kin van iemand met MS
5% broer of zus iemand MS
25% 1 eiïge tweeling van iemand MS
Niet erfelijk wel meer kas hebben genetische combinatie !!!
Vraag 5: Welke factoren kunnen het risico om MS te ontwikkelen verhogen?
Vitamine D deficiëntie en roken !!!
RICHTVRAGEN ‘PATHOPHYSIOLOGY’
Vraag 6: Beschrijf de pathofysiologie van MS.
Abnormale immuunreactie binnen CZS. Aanvallen van myelineschede, olygodendrocieten en de zenuwvezel. Er
treed een demyelinisatie op.
T-cellen worden geactiveerd, B- cellen gedeactiveerd.
T-cellen door bloed-hersenbarrière
Bekijk ook volgende video (van 3’20” tot 5’22”): !!! https://www.youtube.com/watch?
time_continue=203&v=Ul9V1muIsJg
2
Q5 Functioneren bij neurologische aandoeningen