Deel 1: Pathologie van de cel
Leerstof:
- Geen cursus Ppt kennen
- Examen: MCQ, geen partims, 1 vrij grote vraag met ondervraagjes, geen tekening (wel uitleg)
Inhoudstafel:
- Adaptatie van cellulaire groei en di erentiatie
o Hypertrofie
o Hyperplasie
o Atrofie
o Metaplasie
o Intracellulaire accumulaties
Lipiden
Eiwitten
Glycogeen
Pigment
o Hyaliene wijzigingen
Amyloidose
o Calcificatie
- Celschade en celdood
o Oorzaken en mechanismen
o Reversibele schade
o Irreversibele schade
Apoptose
Mechanismen
o Intrinsieke (mitochondriale) pathway
o Extrinsieke(celdoodreceptor) pathway
o ER stress-geïnduceerde celdood
o Perforine/granzyme pathway
Functie
o Fysiologisch
o Pathologisch
Necrose
Necrose-like celdood
Methuosis
Necroptose
NETosis
Pyroptosis
Pyronecrosis
Andere vormen van celdood
Autofagie
- Celveroudering
o Mechanismen
DNA schade
Cellulaire senescentie
Telomeren en telomerase
Verlies van eiwithomeostase
Ontregelde ‘nutrient sensing’
o Pathologie geassocieerd met veroudering
,= belangrijke figuur = SAMENVATTING
Pathologie van de cel:
- Homeostase: evenwicht tussen functie en structuur
- Adaptatie: reversibele functionele en structurele respons nieuwe steady state
- Celschade: reversibel of irreversibel
- Celdood: fysiologisch en pathologisch
Adaptatiemechanismen = vooral aanpassing aantal cellen (hyperplasie) en grootte van cellen
(hypertrofie), soms ook fenotype
Adaptatie van cellulaire groei en di erentiatie
- Reversibele respons op extreme fysiologische stress of pathologische stimuli
- Veranderingen in celgroei, celgrootte of di erentiatie
- Intracellulaire accumulatie
Hypertrofie
= toename van de celgrootte en dus van het volume van het orgaan
- verhoogde synthese van structurele componenten
- fysiologisch of pathologisch
o toegenomen functionele behoefte
bv persoon die aan bodybuilding doet: spieren moeten meer werken en zullen meer
structurele componenten aanmaken cel kan veel meer dan ervoor
o specifieke hormonale situatie
= fysiologisch/ pathologisch door bv inwerking van bepaalde exogene hormonen
,FYSIOLOGISCHE hypertrofie en hyperplasie
= uterus na zwangerschap uterus zal bij zwangerschap veel groter worden: normale myometrium
zal zich omvormen:
- spiercellen worden gestimuleerd tot hypertrofie ( kernen verder uit elkaar door meer
cytoplasma)
- spiercellen worden gestimuleerd tot hyperplasie ( meer spiercellen)
meer spierkracht
PATHOLOGISCHE hypertrofie
= myocard van het hart bij verhoogde lading linker ventrikel zal enorm gespierd zijn
Hyperplasie
= toename van het aantal cellen in een orgaan of weefsel
- proliferatie van mature cellen oiv groeifactoren of regeneratie afkomstig van stamcellen
- komt vaak samen voor met hypertrofie
- FYSIOLOGISCHE hyperplasie
o hormonale hyperplasie
= bv uterus bij zwangerschap: zowel hypertrofie als hyperplasie
o compensatoire hyperplasie
= orgaan/ weefsel is voor een stuk weg (schade/ chirurgie) resterende weefsel zal
hyperplasie vertonen om verloren stuk terug te krijgen en zo functie te bewaren
- PATHOLOGISCHE hyperplasie
o extreme hormonale stimulatie of groeifactoren
o normale controlemechanismen van celgroei (dd. Kanker)
hyperplasie = kan voor het ontstaan van een maligne tumor zorgen (= pathologisch)
- gecontroleerd: enkel hyperplasie als stress stimulus aanwezig is
- niet gecontroleerd: hyperplasie treedt op door verandering DNA in cel, door schade
maligne ontaarding (geen normale controle meer)
meeste vormen van hyperplasie zullen wel geen maligne ontaarding worden
Hormonale hyperplasie:
- normaal borstklier parenchym: versch lobuli met klierbuisjes met stroma en vet
- borstklier bij borstvoeding:
o hyperplasie: per lobulus veel meer klierbuizen + meer lobuli in borstklierparenchym
(minder stroma) = endometriumhyperplasie
o hypertrofie: klierbuizen zullen vergroten
Compensatoire hyperplasie:
- lever kan dit zeer goed
- kan perfecte functie blijven geven ook al is er een deel weg
- lever dat overblijft moet wel gezond genoeg zijn om aan regeneratie te kunnen doen
, Pathologische hyperplasie:
- endometriumcarcinoom = PATHOLOGISCH
o term hyperplasie wordt niet meer gebruikt
o veel klierbuizen met amper stroma
o complexe klierbuizen
o uitgesproken kernen (wisselend in vorm en grootte)
o ook zonder oestrogeenstimulus blijft groei
- verruca vulgaris (wrat)
o door HPV
o epitheel wordt hyperplastisch
o veel meer lagen van epitheelcellen + meer aanmaak van keratine
Atrofie
= afname van volume van een orgaan of weefsel door afname in celgrootte en aantal cellen
- verminderde eiwitsynthese en verhoogde eiwitafbraak in de cellen
= minder metabole activiteit cel heeft ook minder voedingssto en nodig door deze
verminderde activiteit kan uiteindelijk wel voor apoptose zorgen door te weinig O2
- fysiologisch of pathologisch
- oorzaken:
o verminderde werkbelasting
o denervatie atrofie
o ischemie
= onvoldoende O2 voorziening kan voor atrofie zorgen om te proberen overleven
met minder O2
o onvoldoende voeding
o verlies van endocriene stimulatie
o druk
= bv bij tumor van speekselklieren: ernaast zal je mogelijks atrofisch
speekselklierparenchym hebben doordat tumor op deze cellen duwt en aan- en
afvoer wegen dichtgeduwd worden
Bv borstklier bij post-menopauzale vrouw:
Weinig klierbuizen die overblijven door verlies aan stimulatie door hormonen
Metaplasie
= reversibele wijziging waarbij een gedi erentieerd celtype vervangen wordt door een ander
gedi erentieerd celtype (adaptatie)
bv columnaire cilindrische cellen worden vervangen door plaveiselcellen cellen die in de plaats
komen zullen beter om kunnen gaan met stress stimulus
- < precursor cellen (stamcellen/reservecellen in het epitheel, ongedi erentieerde
mesenchymale cellen in bindweefsel)
het zijn de stamcellen die daar zitten die tot een andere soort cel di erentiëren
- Oiv cytokines, groeifactoren en extracellulaire matrix componenten
Leerstof:
- Geen cursus Ppt kennen
- Examen: MCQ, geen partims, 1 vrij grote vraag met ondervraagjes, geen tekening (wel uitleg)
Inhoudstafel:
- Adaptatie van cellulaire groei en di erentiatie
o Hypertrofie
o Hyperplasie
o Atrofie
o Metaplasie
o Intracellulaire accumulaties
Lipiden
Eiwitten
Glycogeen
Pigment
o Hyaliene wijzigingen
Amyloidose
o Calcificatie
- Celschade en celdood
o Oorzaken en mechanismen
o Reversibele schade
o Irreversibele schade
Apoptose
Mechanismen
o Intrinsieke (mitochondriale) pathway
o Extrinsieke(celdoodreceptor) pathway
o ER stress-geïnduceerde celdood
o Perforine/granzyme pathway
Functie
o Fysiologisch
o Pathologisch
Necrose
Necrose-like celdood
Methuosis
Necroptose
NETosis
Pyroptosis
Pyronecrosis
Andere vormen van celdood
Autofagie
- Celveroudering
o Mechanismen
DNA schade
Cellulaire senescentie
Telomeren en telomerase
Verlies van eiwithomeostase
Ontregelde ‘nutrient sensing’
o Pathologie geassocieerd met veroudering
,= belangrijke figuur = SAMENVATTING
Pathologie van de cel:
- Homeostase: evenwicht tussen functie en structuur
- Adaptatie: reversibele functionele en structurele respons nieuwe steady state
- Celschade: reversibel of irreversibel
- Celdood: fysiologisch en pathologisch
Adaptatiemechanismen = vooral aanpassing aantal cellen (hyperplasie) en grootte van cellen
(hypertrofie), soms ook fenotype
Adaptatie van cellulaire groei en di erentiatie
- Reversibele respons op extreme fysiologische stress of pathologische stimuli
- Veranderingen in celgroei, celgrootte of di erentiatie
- Intracellulaire accumulatie
Hypertrofie
= toename van de celgrootte en dus van het volume van het orgaan
- verhoogde synthese van structurele componenten
- fysiologisch of pathologisch
o toegenomen functionele behoefte
bv persoon die aan bodybuilding doet: spieren moeten meer werken en zullen meer
structurele componenten aanmaken cel kan veel meer dan ervoor
o specifieke hormonale situatie
= fysiologisch/ pathologisch door bv inwerking van bepaalde exogene hormonen
,FYSIOLOGISCHE hypertrofie en hyperplasie
= uterus na zwangerschap uterus zal bij zwangerschap veel groter worden: normale myometrium
zal zich omvormen:
- spiercellen worden gestimuleerd tot hypertrofie ( kernen verder uit elkaar door meer
cytoplasma)
- spiercellen worden gestimuleerd tot hyperplasie ( meer spiercellen)
meer spierkracht
PATHOLOGISCHE hypertrofie
= myocard van het hart bij verhoogde lading linker ventrikel zal enorm gespierd zijn
Hyperplasie
= toename van het aantal cellen in een orgaan of weefsel
- proliferatie van mature cellen oiv groeifactoren of regeneratie afkomstig van stamcellen
- komt vaak samen voor met hypertrofie
- FYSIOLOGISCHE hyperplasie
o hormonale hyperplasie
= bv uterus bij zwangerschap: zowel hypertrofie als hyperplasie
o compensatoire hyperplasie
= orgaan/ weefsel is voor een stuk weg (schade/ chirurgie) resterende weefsel zal
hyperplasie vertonen om verloren stuk terug te krijgen en zo functie te bewaren
- PATHOLOGISCHE hyperplasie
o extreme hormonale stimulatie of groeifactoren
o normale controlemechanismen van celgroei (dd. Kanker)
hyperplasie = kan voor het ontstaan van een maligne tumor zorgen (= pathologisch)
- gecontroleerd: enkel hyperplasie als stress stimulus aanwezig is
- niet gecontroleerd: hyperplasie treedt op door verandering DNA in cel, door schade
maligne ontaarding (geen normale controle meer)
meeste vormen van hyperplasie zullen wel geen maligne ontaarding worden
Hormonale hyperplasie:
- normaal borstklier parenchym: versch lobuli met klierbuisjes met stroma en vet
- borstklier bij borstvoeding:
o hyperplasie: per lobulus veel meer klierbuizen + meer lobuli in borstklierparenchym
(minder stroma) = endometriumhyperplasie
o hypertrofie: klierbuizen zullen vergroten
Compensatoire hyperplasie:
- lever kan dit zeer goed
- kan perfecte functie blijven geven ook al is er een deel weg
- lever dat overblijft moet wel gezond genoeg zijn om aan regeneratie te kunnen doen
, Pathologische hyperplasie:
- endometriumcarcinoom = PATHOLOGISCH
o term hyperplasie wordt niet meer gebruikt
o veel klierbuizen met amper stroma
o complexe klierbuizen
o uitgesproken kernen (wisselend in vorm en grootte)
o ook zonder oestrogeenstimulus blijft groei
- verruca vulgaris (wrat)
o door HPV
o epitheel wordt hyperplastisch
o veel meer lagen van epitheelcellen + meer aanmaak van keratine
Atrofie
= afname van volume van een orgaan of weefsel door afname in celgrootte en aantal cellen
- verminderde eiwitsynthese en verhoogde eiwitafbraak in de cellen
= minder metabole activiteit cel heeft ook minder voedingssto en nodig door deze
verminderde activiteit kan uiteindelijk wel voor apoptose zorgen door te weinig O2
- fysiologisch of pathologisch
- oorzaken:
o verminderde werkbelasting
o denervatie atrofie
o ischemie
= onvoldoende O2 voorziening kan voor atrofie zorgen om te proberen overleven
met minder O2
o onvoldoende voeding
o verlies van endocriene stimulatie
o druk
= bv bij tumor van speekselklieren: ernaast zal je mogelijks atrofisch
speekselklierparenchym hebben doordat tumor op deze cellen duwt en aan- en
afvoer wegen dichtgeduwd worden
Bv borstklier bij post-menopauzale vrouw:
Weinig klierbuizen die overblijven door verlies aan stimulatie door hormonen
Metaplasie
= reversibele wijziging waarbij een gedi erentieerd celtype vervangen wordt door een ander
gedi erentieerd celtype (adaptatie)
bv columnaire cilindrische cellen worden vervangen door plaveiselcellen cellen die in de plaats
komen zullen beter om kunnen gaan met stress stimulus
- < precursor cellen (stamcellen/reservecellen in het epitheel, ongedi erentieerde
mesenchymale cellen in bindweefsel)
het zijn de stamcellen die daar zitten die tot een andere soort cel di erentiëren
- Oiv cytokines, groeifactoren en extracellulaire matrix componenten