architect
Hoofdstuk 1: Toepasselijke wetgeving
1. Algemeen overzicht
Dia 9
è Overheid en woningbouw
è Oud BW
è Wetboek van economisch recht (kan
afwijken van NBW)
è Nieuw Burgerlijk Wetboek = basis
2. Ondernemingsrecht
Dia 12
Algemene definitie van onderneming= in beginsel elk van de volgende organisaties (art. I.1,
eerste lid, 1° WER):
• Iedere natuurlijke persoon (= elke levende persoon) die zelfstandig een
beroepsactiviteit uitoefent
• Iedere rechtspersoon (= iedere vennootschap)
• Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
-> met uitzondering van afwijkende definities
Zelfstandige AR= onderneming in de zin van art.I.1, eerste lid, 1°WER
- Belangrijk voor de toepassing van de bepalingen van het WER (voor zover er geen
andere definitie geldt)
- Belangrijk voor bewijs door en tegen ondernemingen (zie boek 8 NBW)
Dia 13
Uitzondering van algemene definitie
Zelfstandige AR-natuurlijke persoon en AR-rechtspersoon = “onderneming”
- Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon
- Die op duurzame wijze = met een zekere regelmaat (<-> eenmalige handeling)
Ex. Grond geërfd -> eenmalig project = geen ondernemer <-> je maakt er je
beroep van als architect = niet eenmalig
- Een economisch doel nastreeft = aanbieden van goederen en diensten op de
markt (de markt als economisch principe)
§ Met de bedoeling een rendement te behalen -> iets overhouden
§ Afnemer betaalt tegenprestatie die minstens de kosten dekt
- Alsmede zijn verenigingen
Dia 14
Niet ingeschreven in WER:
“Onderneming” in de zin van de wet 02.08.2002 betreffende de bestrijding van de
betalingsachterstand bij handelstransacties (art. 2, lid 2 WBBH)=
• Elke organisatie
• Die handelt
• In het kader van haar zelfstandige economische of beroepsmatige activiteit
1
,Module 1 Beginselen van bouwrecht – Inleiding tot het statuut en de deontologie van de
architect
• Ook wanneer die slechts door één persoon wordt uitgeoefend,
Zelfstandige AR-natuurlijke persoon en AR-rechtspersoon= onderneming voor de toepassing
van WBBH
3. Aanneming van werk en diensten
Dia 15
Rechtspraak en rechtsleer zijn belangrijke bron van recht
4. Bijzondere wetten
Dia 16
Statuut en deontologie van de architect
• Wet 20.02.1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect ->
basisartikel
• Wet 26.06.1963 tot instelling van een orde van architecten (Wet Ova)
Dia 17
Wetgeving aangaande de verplichte verzekeringen in de bouwsector
• Wet 31.05.2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige
aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de
bouwsector (Wet-Peeters)
• Wet 09.05.2019 betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke
beroepsaansprakelijkheid in de bouwsector (Wet-Ducarme)
Werk je voor een vennootschap dan ben je gedekt door die vennootschap, maar indien je
ook eigen projecten doet moet je zelf een verzekering afsluiten
Dia 18
Overheidsopdrachten: overheid kan niet vrij kiezen met wie ze een contract sluiten =
architecten gelijke kansen geven (gaat vriendjespolitiek tegen)
• Wetten inzake overheidsopdrachten, plaatsing overheidsopdrachten klassieke
sectoren en bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
Hoofdstuk 2: Onderscheid openbare orde, dwingend recht en aanvullend recht
1. Belang van het onderscheid
Dia 20
Onderscheid is van belang voor wat betreft contractvrijheid van partijen
Contractsvrijheid= contractspartijen zijn vrij om inhoud van contract te bepalen, voor
zover dit voldoet aan de bij wet bepaalde geldigheidsvereisten (art. 5.14, tweede lid
NBW)
è Mogen partijen bij een contract van een rechtsregel afwijken in het contract dat zij
sluiten? -> Hoe bindend zijn de regels?
- Aanvullend recht laat contractvrijheid bestaan -> contract mag afwijken van
regels van aanvullend recht
2
,Module 1 Beginselen van bouwrecht – Inleiding tot het statuut en de deontologie van de
architect
- Contractvrijheid wordt beperkt door regels van dwingend recht en openbare
orde -> geen afwijking mogelijk van openbare orde of van regels van
dwingend recht (art. 1.3, derde lid NBW)
2. Het onderscheid zelf
Dia 21
• Openbare orde= “rechtsregel die de essentiële belangen van de staat of van de
gemeenschap raakt of die in het privaatrecht de juridische grondslagen bepaalt
waarop de maatschappij berust, zoals de economische orde, de morele orde, de
sociale orde of de orde van het leefmilieu” (art. 1.3, vierde lid NBW)
= bescherming algemeen belang
- Vb. wet van 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van
architect
- Vb. tienjarige aansprakelijkheid -> gebreken die zo ernstig zijn dat het gebouw
(gedeeltelijk) vernietigd is
Ex. Foute berekening van de structuur
è Gevolg: van regels van openbare orde mag niet worden afgeweken in een contract
(art. 1.3, derde lid NBW)
Dia 22
• Dwingend recht= “de rechtsregel die is vastgesteld ter bescherming van een partij
die door de wet als zwakker wordt gehouden” (art. 1.3, vijfde lid NBW)
= uitsluitend bescherming private belangen
- Vb. handelshuurwet
Ex. Delvaux huurt een pand -> de plaats van het pand gekend -> de huurder
als zwakke gebruiker: kan je niet zomaar buiten zetten
- Vb. woningbouwwet
Ex. Appartement op plan kopen: er staat nog niks, maar je moet wel al
betalen -> zwakke gebruiker wordt beschermd
è Gevolg: van regels van dwingend recht mag niet worden afgeweken in een contract
(art. 1.3, derde lid NBW)
Dia 23
Geldigheid van contracten en openbare orde/dwingend recht
• Contract mag geen ongeoorloofd voorwerp hebben (art. 5.27, 3° en 5.51 NBW)
Vb. voorwerp: 10-jarig aansprakelijkheid -> in contract veranderd naar 5 jaar -> na 6
jaar is er een doorbuiging van de vloer door verzakking fundering of opgestuwd door
waterkrachten -> in de rechtbank wordt deze clausule niet geldig verklaard
• Contract mag geen ongeoorloofde oorzaak hebben (art. 5.27, 4° en 5.55 NBW)
Contract dat niet voldoet aan de geldigheidsvereisten = nietig (art. 5.57, eerste lid NBW)
-> nietigverklaring ontneemt het contract zijn gevolgen vanaf de dag waarop het is gesloten
(art. 5.62, eerste lid NBW) = contract wordt geacht nooit te hebben bestaan
Nietig= geen gevolgen
3
, Module 1 Beginselen van bouwrecht – Inleiding tot het statuut en de deontologie van de
architect
Dia 24
Verschil tussen openbare orde en dwingend recht in concreto:
- Van een regel van openbare orde kan niet worden afgeweken bij het sluiten
van het contract, noch kan de nietigheid nadien worden bevestigd (art. 5.61,
vierde lid NBW)
- Van een regel van dwingend recht kan niet (definitief) worden afgeweken bij
het sluiten van het contract -> bescherming kan ingeroepen worden door de
beschermde persoon zelf
- Afwijking van regel dwingend recht bij het sluiten van contract -> wanneer
regel van dwingend recht toepassing vindt tijdens uitvoering van contract,
kan beschermde persoon:
§ Afstand doen van geboden bescherming (nietigheid) -> (zie art. 5.61,
eerste, tweede en derde lid NBW), of,
§ De geboden bescherming (nietigheid) inroepen (art. 5.58, tweede lid
NBW)
Dia 25
• Aanvullend recht= regels die het contract aanvullen
- Van rechtsregels van aanvullend recht, mag steeds geheel of gedeeltelijk,
worden afgeweken in een contract
- Komen partijen geen (afwijkende) contractuele regeling overeen, dan vullen
de rechtsregels het contract aan
- Vb. verborgen gebreken bij koopcontracten -> verschillend van
consumentenverkoop
- Vb. boek 5 NBW -> bijna alle regels in dit boek zijn van aanvullend recht, tenzij
uit de tekst of de draagwijdte ervan blijkt dat ze geheel of gedeeltelijk een
karakter van dwingend recht of van openbare orde hebben
Deel I. Inleiding tot het statuut en de deontologie van de architect
Hoofdstuk 1: De wet van 20 februari 1939
1. Ratio legis van de wet van 20.02.1939
Dia 28
Deze wet raakt de openbare orde
• Bescherming van de opdrachtgever en van het algemeen belang -> openbare orde
(art. 1.3, vierde lid NBW)
2. De vijf grote pijlers
Dia 29
-> hangen onderling zeer sterk samen
= wie mag zich architect noemen?
= wie mag het beroep uitoefenen? -> degene met de
titel
-> Bij werken met vergunning (architect controleert
de aannemer)
-> Hangt samen met monopolie: je kan geen
architect en aannemer tegelijk zijn
= wie kan er worden aangesproken?
4