Samenvatting Externe Verslaggeving
Inhoud
Samenvatting Externe Verslaggeving...........................................................................................................1
Waarderingsgrondslagen.........................................................................................................................2
Kasstroomoverzicht.................................................................................................................................3
Opbrengstenverantwoording:..................................................................................................................4
Onderhanden Projecten..........................................................................................................................5
Financiële instrumenten:.........................................................................................................................6
Hedge Accounting..............................................................................................................................11
On or off balance...................................................................................................................................14
Leasing...................................................................................................................................................16
Sale and leaseback.............................................................................................................................19
Immateriële vaste activa........................................................................................................................21
Impairment – IMVA en MVA (bijzondere waardeverminderingen)........................................................23
Kapitaalbelangen, Consolidatie en Overnames......................................................................................25
Consolidatie.......................................................................................................................................26
Overnames (Businesss combinatioons)..............................................................................................26
Voorzieningen........................................................................................................................................29
Gebeurtenissen na balansdatum...........................................................................................................31
Eigen vermogen/ Wettelijke reserves....................................................................................................32
Pensioenen:...........................................................................................................................................33
Shared-based payments:.......................................................................................................................35
Winstbelastingen in de jaarrekening......................................................................................................38
Elementen Jaarrekening:
, - Activa
o Ontstaan uit verleden
o Toekomstige economische voordelen
o Beschikkingsmacht
o Betrouwbaar vast te stellen
- Eigen vermogen
o Saldo activa -/- vreemd vermogen
o Verschil VV: EV leidt niet tot een veplichte uitstroom van middelen (dividend is keuze)
- Vreemd vermogen
o Feitelijke of in rechte afdwingbare verplichting
o Gebeurtenis uit het verleden
o Uitstroom van middelen
o Betrouwbaar vast te stellen
- Baten
o Vermeerdering van economisch voordeel
- Lasten
o Vermindering van economisch voordeel
Waarderingsgrondslagen
- Historische kostprijs:
o Opgeofferde waarde op tijdstip van verwerving
- De termen Marktwaarde (BW2T9) / Fair value (IFRS) / Reële waarde (RJ) hebben
overeenkomsten maar zijn in sommige gevallen anders gedefinieerd.
- Marktwaarde:
o Wordt in T9BW2 niet expliciet gedefinieerd.
o Praktijk: prijs in een actieve markt tussen onafhankelijke partijen
o Komt overeen met RJ en IFRS, maar BW2 richt zich op historische kosten
- Fair value:
o Prijs in actieve markt tussen onafhankelijke partijen
IFRS hanteert fair value-hierarchie
Level 1: noteringen in actieve markt (beursaandelen)
Level 2: afgeleide prijzen uit vergelijkbare transacties
Level 3: waardering gebaseerd op inschattignen en modellen (DCF)
- Reële waarde:
o Reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld, of een
verplichting kan worden afgewikkeld, tussen ter zake kundige, onafhankelijke partijen
die bereid zijn de transactie aan te gaan
o Komt overeen met economische waarde, bepaald door markttransacties of schattingen
o RJ kent echter geen hierrachie.
- Bedrijfswaarde / Indirecte opbrengstwaarde
o Contante waarde van de toekomstige netto kasstromen bij voortzetting activiteiten
- Directe opbrengstwaarde
o Marktprijs minus verkoopkosten
,Kasstroomoverzicht
Doel: Toont liquiditeitspositie en financiële veerkracht.
Geldmiddelen: Liquide middelen + direct opeisbare deposito’s + equivalenten (zeer courant, nauwelijks
waarderisico)
Verschil met W&V: geen overlopende posten, maar feitelijke betalingen
Indeling kasstromen
Operationele activiteiten
- Cash uit kernactiviteiten
- Op kasstromen uit operationele activiteiten: directe of indirecte methode
o Directe methode: Toont bruto ontvangsten en betalingen
o Indirecte methode: Start bij nettoresultaat/bedrijfsresultaat en corrigeer voor:
Niet-kas posten (afschrijvingen, waardeverminderingen, resultaat
deelnemingen, voorzieningen)
Mutaties werkkapitaal (voorraden, debiteuren, crediteuren, overlopende
posten).
Posten die niet operationeel zijn
Kasstromen uit investeringsactiviteiten
- (des)investeringen in IVA/MVA/FVA en tijdelijke beleggingen
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
- Leningen, aflossingen, aandelenuitgifte, inkoop eigen aandelen, betaalde dividenden (aan
aandeelhouders en minderheden: afzonderlijk tonen)
Start: Resultaat vóór belasting
Afschrijvingen / impairments (niet-kas)
± Mutatie voorzieningen
± Resultaat deelnemingen / verkoopresultaten (uit O)
± Mutaties voorraden/debiteuren/crediteuren
= Kasstroom uit operationele activiteiten vóór interest en belasting
– Betaalde rente / + Ontvangen rente (naar aard)
– Betaalde winstbelasting
= Netto kasstroom uit operationele activiteiten
→ Daarna Investering en Financiering. (RJ raadt aan om operationele kasstroom uit
bedrijfsoperaties als tussentelling te tonen, excl. interest/dividend/belastingen.)
Kasstroomoverzicht is verplicht, tenzij kapitaal van de rechtspersoon direct of indirect wordt verschaft
door ander rechtspersoon die kasstroomoverzicht opstelt in een geconsolideerde jaarrekening --->
toelichting met verwijzing naar geconsolideerde jaarrekening.
, Opbrengstenverantwoording:
Jaarrichtlijnen:
Opbrengsten:
- Netto-omzet: opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het eigen bedrijf, na kortingen
en omzetbelastingen.
- Overige bedrijfsopbrengsten: niet uit kernactiviteiten, wel bedrijfsgerelateerd
Opbrengstenverantwoord m.b.t. Goederen
- Opbrengsten verwerken als én zodra:
o Overdracht beschikkingsmacht
o Overdracht rechten op economische voordelen en risico’s m.b.t. goederen
o Reeds gemaakte en toekomstige kosten betrouwbaar vaststellen
o Opbrengsten betrouwbaar vast te stellen
o Instroom van economische voordelen is waarschijnlijk
Opbrengstenverantwoord m.b.t. Diensten
- Opbrengst m.b.t. die dienst dient te worden verwerkt naar rato van de verrichte prestaties.
Hiervan is sprake indien:
o Prestatie moet zijn geleverd
o De mate waarin de diensten op balansdatum zijn verricht kunnen betrouwbaar worden
bepaald
o (Nog te maken en historische) kosten en opbrengsten betrouwbaar vast te stellen
o Instroom van economische voordelen is waarschijnlijk
IFRS 15/ RJ270 – 5 stappen naar omzet:
1. Identificeer contract met de klant
a. 5 voorwaarden IFRS aan contract:
i. Goedkeuring van contract door beide partijen
ii. Rechten en verplichtingen duidelijk
iii. Betalingsvoorwaarden vastgelegd
iv. Economische realiteit
v. Inning waarschijnljk
2. Prestatieverplichtingen identificeren/ splitsen
a. Spits contract op in afzonderlijke prestaties/ performance obligations
i. Alleen als klant er los voordeel van heeft en
1. Het allemaal afzonderlijk identificeren van kozijnen, bakstenen etc. in een
bouwcontract zou niet in lijn zijn met de economische aard van een
bouwcontract
ii. De toezegging om de goederen of diensten te leveren is te onderscheiden van
de overige in de overeenkomst opgenomen toezeggingen.
b. In praktijk veel oordeelsvorming.
3. Transactieprijs bepalen
Inhoud
Samenvatting Externe Verslaggeving...........................................................................................................1
Waarderingsgrondslagen.........................................................................................................................2
Kasstroomoverzicht.................................................................................................................................3
Opbrengstenverantwoording:..................................................................................................................4
Onderhanden Projecten..........................................................................................................................5
Financiële instrumenten:.........................................................................................................................6
Hedge Accounting..............................................................................................................................11
On or off balance...................................................................................................................................14
Leasing...................................................................................................................................................16
Sale and leaseback.............................................................................................................................19
Immateriële vaste activa........................................................................................................................21
Impairment – IMVA en MVA (bijzondere waardeverminderingen)........................................................23
Kapitaalbelangen, Consolidatie en Overnames......................................................................................25
Consolidatie.......................................................................................................................................26
Overnames (Businesss combinatioons)..............................................................................................26
Voorzieningen........................................................................................................................................29
Gebeurtenissen na balansdatum...........................................................................................................31
Eigen vermogen/ Wettelijke reserves....................................................................................................32
Pensioenen:...........................................................................................................................................33
Shared-based payments:.......................................................................................................................35
Winstbelastingen in de jaarrekening......................................................................................................38
Elementen Jaarrekening:
, - Activa
o Ontstaan uit verleden
o Toekomstige economische voordelen
o Beschikkingsmacht
o Betrouwbaar vast te stellen
- Eigen vermogen
o Saldo activa -/- vreemd vermogen
o Verschil VV: EV leidt niet tot een veplichte uitstroom van middelen (dividend is keuze)
- Vreemd vermogen
o Feitelijke of in rechte afdwingbare verplichting
o Gebeurtenis uit het verleden
o Uitstroom van middelen
o Betrouwbaar vast te stellen
- Baten
o Vermeerdering van economisch voordeel
- Lasten
o Vermindering van economisch voordeel
Waarderingsgrondslagen
- Historische kostprijs:
o Opgeofferde waarde op tijdstip van verwerving
- De termen Marktwaarde (BW2T9) / Fair value (IFRS) / Reële waarde (RJ) hebben
overeenkomsten maar zijn in sommige gevallen anders gedefinieerd.
- Marktwaarde:
o Wordt in T9BW2 niet expliciet gedefinieerd.
o Praktijk: prijs in een actieve markt tussen onafhankelijke partijen
o Komt overeen met RJ en IFRS, maar BW2 richt zich op historische kosten
- Fair value:
o Prijs in actieve markt tussen onafhankelijke partijen
IFRS hanteert fair value-hierarchie
Level 1: noteringen in actieve markt (beursaandelen)
Level 2: afgeleide prijzen uit vergelijkbare transacties
Level 3: waardering gebaseerd op inschattignen en modellen (DCF)
- Reële waarde:
o Reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld, of een
verplichting kan worden afgewikkeld, tussen ter zake kundige, onafhankelijke partijen
die bereid zijn de transactie aan te gaan
o Komt overeen met economische waarde, bepaald door markttransacties of schattingen
o RJ kent echter geen hierrachie.
- Bedrijfswaarde / Indirecte opbrengstwaarde
o Contante waarde van de toekomstige netto kasstromen bij voortzetting activiteiten
- Directe opbrengstwaarde
o Marktprijs minus verkoopkosten
,Kasstroomoverzicht
Doel: Toont liquiditeitspositie en financiële veerkracht.
Geldmiddelen: Liquide middelen + direct opeisbare deposito’s + equivalenten (zeer courant, nauwelijks
waarderisico)
Verschil met W&V: geen overlopende posten, maar feitelijke betalingen
Indeling kasstromen
Operationele activiteiten
- Cash uit kernactiviteiten
- Op kasstromen uit operationele activiteiten: directe of indirecte methode
o Directe methode: Toont bruto ontvangsten en betalingen
o Indirecte methode: Start bij nettoresultaat/bedrijfsresultaat en corrigeer voor:
Niet-kas posten (afschrijvingen, waardeverminderingen, resultaat
deelnemingen, voorzieningen)
Mutaties werkkapitaal (voorraden, debiteuren, crediteuren, overlopende
posten).
Posten die niet operationeel zijn
Kasstromen uit investeringsactiviteiten
- (des)investeringen in IVA/MVA/FVA en tijdelijke beleggingen
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
- Leningen, aflossingen, aandelenuitgifte, inkoop eigen aandelen, betaalde dividenden (aan
aandeelhouders en minderheden: afzonderlijk tonen)
Start: Resultaat vóór belasting
Afschrijvingen / impairments (niet-kas)
± Mutatie voorzieningen
± Resultaat deelnemingen / verkoopresultaten (uit O)
± Mutaties voorraden/debiteuren/crediteuren
= Kasstroom uit operationele activiteiten vóór interest en belasting
– Betaalde rente / + Ontvangen rente (naar aard)
– Betaalde winstbelasting
= Netto kasstroom uit operationele activiteiten
→ Daarna Investering en Financiering. (RJ raadt aan om operationele kasstroom uit
bedrijfsoperaties als tussentelling te tonen, excl. interest/dividend/belastingen.)
Kasstroomoverzicht is verplicht, tenzij kapitaal van de rechtspersoon direct of indirect wordt verschaft
door ander rechtspersoon die kasstroomoverzicht opstelt in een geconsolideerde jaarrekening --->
toelichting met verwijzing naar geconsolideerde jaarrekening.
, Opbrengstenverantwoording:
Jaarrichtlijnen:
Opbrengsten:
- Netto-omzet: opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het eigen bedrijf, na kortingen
en omzetbelastingen.
- Overige bedrijfsopbrengsten: niet uit kernactiviteiten, wel bedrijfsgerelateerd
Opbrengstenverantwoord m.b.t. Goederen
- Opbrengsten verwerken als én zodra:
o Overdracht beschikkingsmacht
o Overdracht rechten op economische voordelen en risico’s m.b.t. goederen
o Reeds gemaakte en toekomstige kosten betrouwbaar vaststellen
o Opbrengsten betrouwbaar vast te stellen
o Instroom van economische voordelen is waarschijnlijk
Opbrengstenverantwoord m.b.t. Diensten
- Opbrengst m.b.t. die dienst dient te worden verwerkt naar rato van de verrichte prestaties.
Hiervan is sprake indien:
o Prestatie moet zijn geleverd
o De mate waarin de diensten op balansdatum zijn verricht kunnen betrouwbaar worden
bepaald
o (Nog te maken en historische) kosten en opbrengsten betrouwbaar vast te stellen
o Instroom van economische voordelen is waarschijnlijk
IFRS 15/ RJ270 – 5 stappen naar omzet:
1. Identificeer contract met de klant
a. 5 voorwaarden IFRS aan contract:
i. Goedkeuring van contract door beide partijen
ii. Rechten en verplichtingen duidelijk
iii. Betalingsvoorwaarden vastgelegd
iv. Economische realiteit
v. Inning waarschijnljk
2. Prestatieverplichtingen identificeren/ splitsen
a. Spits contract op in afzonderlijke prestaties/ performance obligations
i. Alleen als klant er los voordeel van heeft en
1. Het allemaal afzonderlijk identificeren van kozijnen, bakstenen etc. in een
bouwcontract zou niet in lijn zijn met de economische aard van een
bouwcontract
ii. De toezegging om de goederen of diensten te leveren is te onderscheiden van
de overige in de overeenkomst opgenomen toezeggingen.
b. In praktijk veel oordeelsvorming.
3. Transactieprijs bepalen