Medische sociologie
1.Wat is sociologie?
1.1 Sociologie
● is de leer van de menselijke samenleving en haar verschijnselen
● mensen hun gedrag in brede maatschappelijke context
○ is een maatschappijwetenschap ⇒ mens in relatie tot anderen
2. Sociale groepen begrijpen
2.1 Begrijpen van sociale groepen
● sociale groep
○ mensen met gedeelde identiteit
○ men kan meerdere sociale identiteiten hebben ⇒ deel uitmaken van
persoonlijkheid
○ men wil er in aanvaard worden ⇒ deel uitmaken zorgt voor een connectiviteit
en een band
● bv: groep artsen binnen een bepaald ziekenhuis of de maatschappij
● sociale groepen hebben veel KRACHT en MACHT
2.2 Groepen
● +3 personen
● gedeelde sociale identiteit ⇒ dezelfde doelen en relaties
● expliciete en impliciete afspraken en regels
○ expliciete: logisch, vermelde afspraken
○ impliciete: niet vermelde maar wel ‘gekende’ regels ⇒ bv: niet zomaar te laat
de les binnen komen en in het midden van de aula gaan zitten
2.3 Kenmerken van groepen
Streven naar conformiteit
● waarom zou je dat doen/ wat gebeurt er als men dat niet doet?
○ normatieve druk: belonen afschaffen
○ informatieve druk: groep als bron van middelen/info
○ intergroep druk: groep als bescherming tegen andere
● zorgt voor versterking
, ● Asch conformity studies
○ studie ⇒ allemaal studenten met logische vragen
■ alle studenten behalve 1 fout antwoord gegeven ⇒ jij weet dat het fout
is ⇒ toch gaan veel van die laaste individuen ook het foute antw
geven
○ waarom?
■ conform de groep
● normatieve sociale druk
● informatieve druk
■ niet conform
● zekerheid is van belang
● weerstaan aan bv negatieve gedragen
○ fout in de studie
■ geen diversiteit in de studenten ==< blanke bachelorstudenten aan
dezelfde universiteit ⇒ dus eigenlijk al een gedeelde identiteit
■ ecologische validiteit
● laag want iedereen wist dat ze meededen aan een studie
■ geen externe druk ⇒ zou er wel mee ander kunnen verlopen
Gehoorzaamheid/volgzaamheid
● Milgram experiment ⇒ geven van elektrische schokken
○ wouden met experiment zoen waarom cipiers en soldaten mensonterende
dingen zouden doen
○ belang van volgzaamheid MAAR OOK blijvende kritische geest
■ in geneeskunde ⇒ doelgerichte zorg
● patiënt centraal anders arts te autoritair gaan zien en patiënt
zal eigen doelen vervagen
Groepsleden met deviant gedrag
● bedreigen samenhang ⇒ kans op uitsluiting
● nood aan fallback plan ⇒ andere groep
● daagt groep uit om standpunten te gaan herzien ⇒ verstreken
Structuur van groepen
● taakgericht ⇒ doen samen een taak
○ vormt zich langzaam, conflictgevoelige, doelgericht
○ bv: studie samen
● sociale functie
○ hecht loyaal
○ bv: studentengroep
● heterogeen
○ moeilijk vormen
● homogeen
○ vlotte organisatie want allemaal gelijkaardig
1.Wat is sociologie?
1.1 Sociologie
● is de leer van de menselijke samenleving en haar verschijnselen
● mensen hun gedrag in brede maatschappelijke context
○ is een maatschappijwetenschap ⇒ mens in relatie tot anderen
2. Sociale groepen begrijpen
2.1 Begrijpen van sociale groepen
● sociale groep
○ mensen met gedeelde identiteit
○ men kan meerdere sociale identiteiten hebben ⇒ deel uitmaken van
persoonlijkheid
○ men wil er in aanvaard worden ⇒ deel uitmaken zorgt voor een connectiviteit
en een band
● bv: groep artsen binnen een bepaald ziekenhuis of de maatschappij
● sociale groepen hebben veel KRACHT en MACHT
2.2 Groepen
● +3 personen
● gedeelde sociale identiteit ⇒ dezelfde doelen en relaties
● expliciete en impliciete afspraken en regels
○ expliciete: logisch, vermelde afspraken
○ impliciete: niet vermelde maar wel ‘gekende’ regels ⇒ bv: niet zomaar te laat
de les binnen komen en in het midden van de aula gaan zitten
2.3 Kenmerken van groepen
Streven naar conformiteit
● waarom zou je dat doen/ wat gebeurt er als men dat niet doet?
○ normatieve druk: belonen afschaffen
○ informatieve druk: groep als bron van middelen/info
○ intergroep druk: groep als bescherming tegen andere
● zorgt voor versterking
, ● Asch conformity studies
○ studie ⇒ allemaal studenten met logische vragen
■ alle studenten behalve 1 fout antwoord gegeven ⇒ jij weet dat het fout
is ⇒ toch gaan veel van die laaste individuen ook het foute antw
geven
○ waarom?
■ conform de groep
● normatieve sociale druk
● informatieve druk
■ niet conform
● zekerheid is van belang
● weerstaan aan bv negatieve gedragen
○ fout in de studie
■ geen diversiteit in de studenten ==< blanke bachelorstudenten aan
dezelfde universiteit ⇒ dus eigenlijk al een gedeelde identiteit
■ ecologische validiteit
● laag want iedereen wist dat ze meededen aan een studie
■ geen externe druk ⇒ zou er wel mee ander kunnen verlopen
Gehoorzaamheid/volgzaamheid
● Milgram experiment ⇒ geven van elektrische schokken
○ wouden met experiment zoen waarom cipiers en soldaten mensonterende
dingen zouden doen
○ belang van volgzaamheid MAAR OOK blijvende kritische geest
■ in geneeskunde ⇒ doelgerichte zorg
● patiënt centraal anders arts te autoritair gaan zien en patiënt
zal eigen doelen vervagen
Groepsleden met deviant gedrag
● bedreigen samenhang ⇒ kans op uitsluiting
● nood aan fallback plan ⇒ andere groep
● daagt groep uit om standpunten te gaan herzien ⇒ verstreken
Structuur van groepen
● taakgericht ⇒ doen samen een taak
○ vormt zich langzaam, conflictgevoelige, doelgericht
○ bv: studie samen
● sociale functie
○ hecht loyaal
○ bv: studentengroep
● heterogeen
○ moeilijk vormen
● homogeen
○ vlotte organisatie want allemaal gelijkaardig