benadering
1 uitganspunten
1.1 ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze
interacties worden bepaald door ons onbewuste
* ons gedrag wordt bepaald door het onbewuste, dat wil zeggen dat…
= we ons gedrag niet zelf kunnen sturen
= we niet bewust richting kunnen geven aan ons leven
= ons leven beheerst wordt door oncontroleerbare krachten
Ons gedrag wordt bepaald door het onbewuste het onbewuste zelf is ook
ontoegankelijk voor ons bewustzijn
we zijn ons niet bewust v/h onbewuste en kunnen dat bewuste ook niet
bewust maken
* het onbewuste bevat :
irrationele en onbewuste ervaringen, wensen, angsten en verlangens die niet
met elkaar in harmonie zijn
oerdriften die irrationeel zijn en gericht zijn op een directe en onmiddellijke
bevrediging
verwrongen ervaringen, wensen, verlangens, gevoelens en overtuigingen
CONCLUSIE : Freud focust op onbewuste processen
* Freud gebruikte deze technieken :
hypnose + analyse v dromen
= om het onbewuste naar boven te laten komen ( bij hysterische patiënten )
later : Vrije associatie
= hij liet patiënten alles vertellen wat in hen opkwam ( ook onbelangrijke ), hij
ging ervan uit dat alles ( dus ook die associaties) een verborgen betekenis
hadden die verwees naar wat zich in het onbewuste bevond.
= hij luisterde niet alleen naar het verhaal, maar ook naar herhalingen,
aarzelingen en terugkerende patronen in het denken v/d patiënt
1.2 Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en
onze interacties worden bepaald door onze ervaringen
uit de eerste levensjaren
* onze ervaringen uit de eerste levensjaren bepalen…
ons gedrag, gevoelens, gedachten en interacties
onze persoonlijkheid
DOOR :
de wijze waarop we als kind onze psycho-seksuele ontwikkeling doormaakte
, de conflicten en relatiewijzen die deze psycho-seksuele ontwikkeling
kenmerkten
* wat toen gebeurde => voor de rest v ons leven + stuurt ons huidige gedrag
* de seksuele ontwikkeling
= de voortplantingsdrang v mensen
= een complexe mix v psychologische, emotionele en sociale factoren die
inherent zijn aan de menselijke ontwikkeling
*de infantiele ( seksuele) ervaringen die we tijdens de psycho-seksuele
ontwikkeling opdoen en die conflicten die hieraan inherent zijn bepalen later:
onze seksuele identiteit, relaties en zelfbeeld ( we herinneren dit niet )
het gaat hier over :
reële psychoseksuele ervaringen
fantasieën
* volgens de psychoanalyse wordt alles gekleurd door ervaringen uit onze
eerste levensjaren ( ook latere laten sporen na)
( verdriet, woede, pijn v vroeger kan naar boven komen in situaties,
gebeurtenissen of personen die onbewust herinneringen oproepen aan die pijn,…
v/d eerste levensjaren )
* ook in de relatie tss de therapeut kunnen elementen uit de kinderjaren naar
boven komen :
overdracht
= de cliënt herkent in de therapeut onbewust zijn moeder/vader en hervalt in dit
vroegere relatiepatroon
tegenoverdracht
= De therapeut herkent in de cliënt onbewust zijn moeder/vader en hervalt in dit
vroegere relatiepatroon
( de therapeut lokt overdrachtsreacties uit om dan door te zoeken naar de
betekenis ervan )
( de therapeut zal tegenoverdachtsreacties mijden ( leert in opleiding)
zodat die niet stoort )
1.3 De psychoanalytische benadering gaat uit van een
conflictmodel
*ons gedrag wordt bepaald door…
innerlijke conflicten
= conflicten tussen de wensen en het geboden ( onze driften en ons geweten )
‘ ik wist dat het niet mocht en toch deed ik het’
= conflicten tussen de constructieve en de destructieve drift ( Eros en
, Thanatos )
‘ van altijd willen blijven slapen tot nooit meer willen zien’
( deze krachten zijn tegengesteld, maar mengen zich en kunnen niet zonder
elkaar )
* deze conflicten =
= zijn inherent aan het leven zelf
= gaan terug op vroegkinderlijke conflicten
= zijn niet op te lossen en blijven ons levenslang achtervolgen
*de psychoanalytische benadering stelt :
we zijn allemaal neurotisch
= we zijn allemaal gedreven door dezelfde perverse wensen en verlangens en
ervaren allemaal hetzelfde conflict met onze idealen en normen
* er zijn ook conflicten tussen onze libidineuze verlangens en onze
doodsverlangens
= we zoeken spanning, maar vinden het grootste genot in het ontladen v die
spanning
( voetbalmatch spanning naar het einde bij einde wnr fluitsignaal
ontlading )
1.4 een psychoanalytische benadering gaat uit van casestudy’s
om aan wetenschap te doen
*het wetenschapsmodel van de psychoanalyse
hierbij staat het begrijpen voorop
hierbij gebruikt men grondige casestudy’s om de complexiteit vh menselijk
gedrag te begrijpen
*de psychoanalyse stelt de individuele persoon centraal
obv
grondige casestudies
beroemde ziektegeschiedenissen ( Dora, Kleine Hans,…)
* de psychoanalyse is op zoek naar individuele wetmatigheden ( geen
algemene)
* de psychoanalyse is idiografisch ( niet nomothetisch )
wil op zoek gaan naar wat iemand typeert / de unieke draad
HIERBIJ
gebruikt men een andere manier v denken
zijn de basisbegrippen moeilijk te operationaliseren / meetbaar te maken ( niet
op klassieke manier )
2 hedendaagse denkers
* de psychoanalytische benadering …