Trainen van
Groepen –
Cursusdeel:
‘Cre/Actief aan de slag’
Valérie De Muynck
1
, Trainen van Groepen - Cre’Actief aan de slag
Inleiding – Het gebruik van werkvormen
De cursus Trainen is een inspiratiecursus die je voorbereidt op het begeleiden van groepen. Je leert
hoe je veiligheid, sfeer en groei creëert, en hoe je met vertrouwen en creativiteit kunt trainen.
Je moet de structuur goed kennen:
• Inhoudstafel vanbuiten leren en bij elke titel weten wat eronder valt.
• De eerste hoofdstukken tot en met ‘Ervaringsgericht leren’ moet je inhoudelijk kunnen
uitleggen en telkens één voorbeeld kennen.
• Vanaf ‘Inspirerende werkveldillustraties’ volstaat het om per paragraaf één illustratie te
onthouden en te begrijpen waarom die relevant is.
1.1 Een divers werkveld
Als psychologisch consulent werken we met groepen die kwetsbaarder en emotioneler zijn dan de
klassieke trainingsgroepen uit het handboek. Dat vraagt een zorgende, waakzame en empathische
houding.
Diversiteit in groepen
We werken met mensen die te maken hebben met ASS, rouw, burn-out, detentie, dementie of sociale
kwetsbaarheid.
Dat betekent:
• meer kans op weerstand (vaak emotioneel, niet inhoudelijk);
• nood aan empowerende methodes die mensen versterken;
• focus op veiligheid en aanvaarding binnen de groep.
Voorbeelden:
• In een sociale vaardigheidsgroep voor kinderen met ASS weigert een jongen mee te doen
omdat de sessie verplaatst werd.
→ De begeleider start met een gesprek over zijn boosheid: erkenning en rust brengen.
• In een rouwgroep voor jongeren ontstaat ruzie omdat iemand de pijn van een ander
relativeert.
→ De consulent gebruikt dit conflict om empathie en begrip te stimuleren.
• In een training voor werkzoekenden ervaart iemand feedback als belediging.
→ De begeleider benut dit om de groep te laten groeien in sociale vaardigheden.
2
, Trainen van Groepen - Cre’Actief aan de slag
Veiligheid en authenticiteit
We brengen vaak gevoelige of persoonlijke thema’s aan. Dat vraagt een veilige sfeer, empathie en durf
om jezelf te tonen.
Voorbeelden:
• In een gesloten jeugdinstelling doen jongens stoer tijdens relaxatie. De consulent deelt hoe hij
zich zou voelen als meisje in die groep
→ dat opent de sfeer, de jongens tonen meer inzet.
• Tijdens een sollicitatietraining voor 50-plussers is er weerstand tegen een jonge stagiair. Die
erkent zijn beperkte ervaring en luistert
→ deelnemers voelen zich gehoord en tonen hun eigen schaamte en onzekerheid.
Breed werkveld
We werken in veel contexten:
• School (bv. leerkrachtenteam met conflicten).
• Zorg (bv. woonzorgcentrum met bewoners met vroegdementie en hun familie).
• Justitie (bv. groep gedetineerden die leren solliciteren).
• Leeftijden van 7 tot 97 jaar, groepen van klein tot groot, soms ook online.
Trainen, coachen en counselen vloeien in elkaar over
In de praktijk wisselen deze elkaar af:
• Counselen: eerst noden en gevoelens verhelderen.
• Trainen: vaardigheden aanleren (zoals omgaan met stress of trauma).
• Coachen: opvolgen, motiveren, gedragsverandering versterken.
Voorbeeld: bij volwassen nieuwkomers werk je soms met training (bv. culturele gevoeligheden), soms
met coaching (deelnemers delen eigen ervaringen, jij stimuleert en ondersteunt).
Expressieve werkvormen
Veel mensen hebben moeite om gevoelens onder woorden te brengen. Daarom gebruiken we ook
non-verbale werkvormen:
• beweging
• muziek / ritme
• beeld / tekenen
• drama / inleving
Voorbeeld: Een groep NMBS-werknemers met burn-out deelt aanvankelijk weinig. De consulent
vraagt hen een liedje of tekening te brengen die hun gevoel weergeeft.
→ Door de creatieve aanpak ontstaat openheid, herkenning en verbinding; daarna kan een
psycho-educatieve sessie over burn-out volgen.
3
, Trainen van Groepen - Cre’Actief aan de slag
Kernboodschap
Psychologisch consulenten werken met diverse, vaak kwetsbare groepen. Ze combineren training,
counseling en coaching, met aandacht voor:
• veiligheid
• authenticiteit
• expressieve werkvormen
• empowerment en groei
Doel → mensen helpen zich te tonen, verbinden en stap voor stap groeien in zelfvertrouwen en
veerkracht.
1.2 Het gebruik van werkvormen
Werkvorm = manier/structuur waarmee je tijdens een groepssessie aan de slag gaat.
Als psychologisch consulent kies je je werkvorm bewust, afgestemd op je doelen, doelgroep en
situatie. Een werkvorm is dus meer dan “iets leuks doen” ze dient om leren, ervaren en verbinden
mogelijk te maken.
Belang van gevarieerde werkvormen
• Zonder afwisseling haken deelnemers snel af (na ±10 minuten).
• Variatie zorgt voor energie, betrokkenheid en focus.
• Wissel presentatie af met denkvragen, kleine groepjes, ervaringsdelen, of iets fysieks na de
middag.
Doel → de aandacht en concentratie vasthouden.
Zelf laten ervaren
Goede werkvormen zorgen dat deelnemers zelf iets beleven in plaats van enkel luisteren.
• Leren blijft beter hangen als het ervaringsgericht is.
• Sluit aan bij de leefwereld van de deelnemers.
Voorbeeld:
Bij een groep competitieve jeugdsporters laat je elke deelnemer een fictieve medaille uitreiken aan
iemand anders, met een podium. Zo leren ze waardering tonen en constructief communiceren.
Patronen doorbreken
Groepen ontwikkelen vaste (soms storende) communicatiepatronen.
• Werkvormen kunnen helpen om deze patronen zichtbaar te maken, bij te sturen of te
doorbreken.
Voorbeelden:
• Bij weinig vertrouwen: eerst in duo’s werken, daarna pas plenair.
• In een groep waar sommigen niet aan bod komen: werken met een praatstok die wordt
doorgegeven.
Werkvormen zijn dus een speelse manier om veiligheid, evenwicht en samenwerking te versterken.
4
, Trainen van Groepen - Cre’Actief aan de slag
Aandacht voor ieders leerstijl
Iedere deelnemer leert op een andere manier (denken aan Kolb, enneagram, kernkwadranten).
• Zorg voor diversiteit in werkvormen: visueel, verbaal, actief, reflectief …
• Houd ook rekening met je eigen stijl als begeleider, maar varieer voldoende.
Conclusie
Een goede psychologisch consulent kiest werkvormen:
• afgestemd op doelen en doelgroep
• met afwisseling en doorleving
• met aandacht voor veiligheid, energie en ervaringsgerichtheid
• vanuit een persoonlijke, warme stijl
De S.P.E.L.-methode (zie verder) helpt om zo’n gevarieerde, activerende stijl te ontwikkelen.
S.P.E.L.-Methode
Vooraleer je werkvormen kiest, is je houding als trainer belangrijker dan de werkvorm zelf.
Volgens Lex Mulder (2020, Trainen zonder zaaltjesleed) verliezen veel trainingen hun kracht omdat ze:
• te eentonig en cognitief gericht zijn,
• te weinig aandacht hebben voor beleving, speelsheid en proces,
• en te veel steunen op voorspelbare opbouw.
Daarom ontwikkelde Mulder de S.P.E.L.-methode:
Speels, Procesgericht en Ervaringsgericht Leren → een benadering die training menselijker, veiliger en
levendiger maakt.
1. S = Speels (ontspannen doen)
“Je stopt niet met spelen omdat je oud wordt. Je wordt oud omdat je stopt met spelen.”
— George Bernard Shaw
• Spel is de natuurlijke manier van leren en verbinden — bij kinderen én volwassenen.
• In spel ontdekken we, maken we fouten, proberen we opnieuw, blijven we gemotiveerd.
• Spel bevordert creativiteit, fantasie, samenwerking en verbinding.
• In onze maatschappij verdwijnt spel vaak naarmate we ouder worden: leren wordt
serieus i.p.v. ervaringsgericht.
• Bedrijven als Google integreren spelen in hun werkomgeving omdat het motivatie,
innovatie en samenwerking versterkt.
• De trend van gamification (zoals virtuele leerwerelden) toont hoe leren via spel terug aan
belang wint.
Voorbeeld:
Kinderen leren blind typen door punten te verdienen en nieuwe virtuele werelden te verkennen —
ze leren spelenderwijs, gemotiveerd en actief.
5
, Trainen van Groepen - Cre’Actief aan de slag
2. P = Procesgericht (niet enkel doelgericht)
• De nadruk ligt niet alleen op resultaat of kennis, maar ook op groei, interactie en ervaring
onderweg.
• De trainer begeleidt het groepsproces met aandacht voor veiligheid, sfeer en verbinding.
• Het leren zit vaak in het proces zelf, niet enkel in de uitkomst.
3. E = Ervaringsgericht (beleven is begrijpen)
• Mensen leren pas echt als ze zelf ervaren, voelen en proberen.
• Ervaringen blijven beter hangen dan louter uitleg.
• De trainer gebruikt werkvormen die aansluiten bij de leefwereld van de deelnemers en
stimuleert reflectie op die ervaring.
4. L = Leren in verbinding
• Leren gebeurt in relatie tot anderen, niet in isolatie.
• Door samen te spelen, te ervaren en te reflecteren, groeit een gevoel van verbondenheid en
veiligheid in de groep.
• Zo ontstaat ruimte om te experimenteren, fouten te maken en te groeien.
Essentie van de S.P.E.L.-houding
Een goede trainer is dus niet enkel iemand die kennis overdraagt, maar iemand die:
• speels durft te zijn (met humor, luchtigheid, spontaniteit),
• het proces van de groep begeleidt,
• ervaringen centraal stelt i.p.v. theorie,
• en leren in verbinding mogelijk maakt.
De trainer creëert een veilige, motiverende en mensgerichte leeromgeving waarin iedereen durft
experimenteren en groeien.
2.1 De spelende mens
Volwassenen en jongeren geraken in professionele contexten vaak moeilijker aan het spel.
Spelen roept soms angst of weerstand op omdat het controle loslaten betekent. Toch brengt
speelsheid energie, variatie en ontspanning in groepswerk.
Waarom speels werken belangrijk is:
• Spel doorbreekt eentonigheid en maakt leren levendiger en zinvoller.
• De spelrealiteit is een veilige oefenruimte: alles mag, niets heeft echte gevolgen.
• De begeleider moet veiligheid garanderen:
o deelnemers mogen altijd uit het spel stappen;
o wat in het spel gebeurt, blijft binnen de groep;
o de speelruimte kan samen aangepast worden.
• Neurowetenschap toont aan dat speels leren actief is: via spiegelneuronen bereiden we ons
beter voor op situaties in het echte leven.
→ Speelsheid vergroot leerimpact én emotionele betrokkenheid.
6