100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Hersenen en Gedrag

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
18
Pagina's
157
Geüpload op
29-10-2025
Geschreven in
2025/2026

Superduidelijke samenvatting voor de tentamen van Hersenen & Gedrag. Alles is in eigen woorden uitgelegd en uitgebreid beschreven, zodat je het ook snapt als je geen voorkennis hebt in biologie. Er is gebruikgemaakt van afbeeldingen, kleurtjes en highlights om alles overzichtelijk te maken. laatste 1/2 colleges missen.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak













Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
29 oktober 2025
Bestand laatst geupdate op
15 november 2025
Aantal pagina's
157
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoorcollege 1 👩🏻‍🏫
De cellen van het zenuwstelsel
Hersenen en gedrag leer je om stoornissen beter te begrijpen. Bv:

Spina bifida → aandoening die ook wel open ruggetje wordt genoemd.
Het ontstaat omdat de buis die zich ontwikkelt tot de hersenen en het
ruggenmerg niet goed sluit. Dit leidt tot problemen met de
prikkeloverdracht in het zenuwstelsel.

Autismespectrumstoornis → autisme is erfelijk

Cerebrale parase → (hersenverlamming/hersenbeschadiging) is een aandoening die ontstaat door
schade aan de hersenen. Hierdoor hebben mensen vaak moeite met motoriek en kunnen ze spasmes
ervaren (hun spieren trekken soms ongecontroleerd samen).

Deze hersenbeschadiging kan niet genezen worden, maar er zijn wel
manieren om mensen te helpen. Met de juiste ondersteuning kunnen zij
beter leren bewegen en dagelijkse activiteiten uitvoeren. Voor kinderen
met cerebrale parese betekent dit dat ze motorische problemen hebben
door de schade aan hun hersenen, maar met hulp kunnen ze vooruitgang
boeken.

Verschil planten en mensen
Planten zijn organismen, maar ze hebben geen hersenen. Dit is een groot verschil met mensen. Als
een plant een koe zou zien aankomen (maar dat kan een plant niet, omdat het geen hersenen heeft),
kan de plant niet waarnemen wat er gebeurt. Mensen kunnen wel zien dat er een koe aankomt en
weten hoe die heet. Ze onthouden ook wat ze eerder hebben ervaren toen ze de koe zagen. Planten
kunnen niet weglopen of reageren op hun omgeving. Zonder de mogelijkheid om te reageren,
hebben hersenen weinig nut.

Input en output

Communicatie is het belangrijkste van onze hersenen. Hersenen stelt ons in staat om te
communiceren met onze omgeving.

Input → verwerking → output
Zintuigen → blackbox = hersenen → motoriek

Toelichting:
Input: We krijgen informatie binnen via onze zintuigen, zoals zien, horen en voelen.
Verwerking: Deze informatie gaat naar onze hersenen, waar het wordt verwerkt.
Output: Na de verwerking kunnen we reageren, en dat gebeurt met onze motoriek, zoals bewegen
of praten.

Oftewel er komt input binnen van onze zintuigen. Dan komt de verwerking plaats in de hersenen en
vervolgens kunnen wij reageren en dat is de output. Daar zorgt onze motoriek voor.

,Input en output zijn heel belangrijk. De hersenen communiceren via het lichaam met de omgeving.
Maar binnen de hersenen gebeurt ook veel communicatie. Je hersenen bestaan uit miljoenen
zenuwcellen die met elkaar praten. Dit is de verwerking in de "blackbox" van de hersenen.
Twee soorten cellen

50/50 verdeeld deze 2 cellen over hersenvolume
Neuron → daadwerkelijke zenuwcellen
Gliacellen → steuncellen, oftewel cellen met een ondersteunende functie.

Een neuron is een lichaamscel. Ze bevatten zowel specifieke eigen kenmerken van een neuron als
algemene kenmerken voor el lichaamscel.

Dit zijn de algemene kenmerken van elk lichaamscel:

Elk cel in je lichaam (dus ook andere cellen los van neuronen) hebben allemaal een celmembraan
met kanaaltjes/poriën. Hierin kunnen stoffen worden uitgewisseld met de omgeving van de cel

Celmembraan → deel van de cel die het binnen kant afscheid van de buitenkant van de zelf.
Oftewel een celmembraan houdt alles wat in de cel zit bij elkaar net zoals een zak. Het houdt alles
bij elkaar en zorgt ervoor dat niet alles naar binnen of uiten kan gaan. Als ets naar buiten of binnen
gaat dan gebeurt dat via de kanaaltjes/poriën




Wat je in elke lichaamscellen vindt is een celkern met genetisch materiaal → oftewel links zie je
de celkern en daarin zit genetisch materiaal zoals de DNA en chromosomen (rechts)




1

, Mitochondriën → glucose wordt hier verbrand. Energie wordt vrijgemaakt die de cel kan gebruiken
voor allerlei processen
Ribosomen → zij maken eiwitten aan (zoals neurotransmitters)
Wat is dan kenmerkend voor een neuron?

De dendrieten zijn de antennes van de cel. Ze ontvangen informatie van andere cellen. Aan het einde
van een axon splitst de cel zich in vertakkingen, waar de signalen verder worden doorgegeven.

Dendrieten → ontvangen van informatie van andere neuronen. Zo’n neuron heeft heel veel dendrieten
zoals je ziet op het plaatje.

De informatie van de dendrieten gaat via het cellichaam (soma) naar binnen. Het cellichaam telt alle
informatie en geeft deze door via de axon. Axonen kunnen heel lange uitlopers hebben.




Axon
einde = axon terminal (synoniem)

Zoals je ziet, komen de dendrieten van alle kanten en
brengen ze informatie naar het cellichaam. Daarna
gaat de informatie verder richting de axon.


Kenmerk axonen →
Er is maar 1 axon per cel
Axonen kunnen dus heel lang zijn (maar kan ook kort zijn)
Hun functie is het vervoeren van zenuwimpulsen

De presynaptische terminal is het einde van een axon dat signalen verstuurt naar een andere
zenuwcel. De postsynaptische terminal ontvangt deze signalen.




2

, De 1e neuron heeft aan het
uiteinde een axon-uiteinde oftewel
axon terminal. De 2e neuron heeft
in het begin veel dendrieten.

Omdat de 1e neuron het eerste deel
is die informatie (neurotransmitters)
verstuurt noem je dit PRE
synaptische terminal. In deze proces
zullen de neurotransmitters in de
celmembraan komen zodat ze
uiteindelijk als stofjes vrijgelaten kan
worden in de synaps en ontvangen
kan worden door de nieuwe
dendrieten. Het ontvangen is de
POST synaptische terminal




Input → putput → throughput → output

Enige wat ik hiervan moet weten is dat elke axon terminal informatie doorgeeft aan elke dendriet. Dit
is de input. De verwerking van de informatie in het cellichaam is de throughput. Output is dat Het
gaar door via de axon gaat dan axon terminal om informatie weer uitgeven naar andere neuronen
Input: De informatie die het neuron ontvangt via de dendrieten.
Throughput: De verwerking van de ontvangen informatie in het cellichaam (soma).
Output: De informatie die het neuron verstuurt via de axon terminal naar andere neuronen.

Gliacellen
Ondersteunen de functies van de neuronen, maar ze beïnvloeden ook wel de communicatie en
informatieverwerking. De functies zijn:
1. Fysieke steun omdat je hersenen puddingachtige substanties zijn

2. Astrocyten zijn belangrijke cellen in de hersenen die helpen bij de aan- en afvoer van stoffen
Die de hersenen nodig hebben voor voeding en herstel. Deze cellen hebben uitlopers die in
contact komen met bloedvaten. In deze bloedvaten stroomt bloed met voedingsstoffen. De
astrocyten nemen deze voedingsstoffen op en geven ze door aan de neuronen. Op dezelfde
manier helpen astrocyten ook bij de afvoer van
afvalstoffen. Ze nemen de afvalstoffen van de
neuronen op en geven ze af aan de bloedvaten,
zodat ze uit de hersenen kunnen worden
verwijderd. Zo zorgen astrocyten ervoor dat de
neuronen goed kunnen functioneren en gezond
blijven.
*gliacellen is een verzamelnaam en astrocyte is
daar een voorbeeld van

Je hebt 2 soorten neuronen: stimulerende en
inhiberende neuronen. Dit betekent dat er een neuron is die juist neurotransmitters toestuurt

3

, en een neuron die neurotransmitters afremt. Het ding is nu dat je in het plaatje maar 1 neuron
ziet, maar in werkelijk kan dit 100 neuronen zijn van dezelfde functie (stimulerend of
inhiberend dus). Het probleem hierin is dat het kan zijn dat een persoon een ziekte heeft
waardoor er minder astrocyten zijn en het dus niet met alle neuronen contact kan maken. Dan
veroorzaakt dat dat neuronen minder optimaal werken wat zorgt voor verminderde
informatieverwerking waardoor je minder kan leren want juist als er veel neuronen actief zijn
leer je het meest

3. Andere soorten gliacellen produceren hersenvloeistof. Er zitten holtes in je brein waar
vloeistof in zit en die gliacellen maken die vloeistof aan. (Naam hoef je niet te kennen)

4. Een oligodendrocyt is een gliacel. Deze cel maakt myeline aan. Myeline is een vettige, witte
stof die om de axon van een neuron zit. De axon is het deel van het neuron dat informatie
doorgeeft. Myeline zorgt ervoor dat informatie snel en precies door de axon kan gaan,
zonder verlies.

De docent vergelijkt myeline met het plastic laagje om een opladerkabel. Zonder dit plastic zou
de stroom door je hand gaan in plaats van door de kabel. Het plastic zorgt dat de stroom veilig
en direct naar je telefoon gaat, net zoals myeline de informatie binnen de axon houdt.

Extra ter verduidelijking → Dit myeline werkt als isolatie en zorgt ervoor dat elektrische
signalen snel en zonder verstoring door het zenuwstelsel gaan, net zoals het plastic laagje
rond een kabel voorkomt dat stroom weglekt. Zonder myeline wordt de informatieoverdracht
trager en kwetsbaarder voor storingen.

5. Microgliacellen is een type gliacel die werkt als afweer van virussen en schimmels door
virussen bv aan te vallen
Verduidelijking: Microgliacellen zijn een speciaal type gliacellen dat een rol speelt in de afweer
van de hersenen. Ze werken als het immuunsysteem van het brein en beschermen het
zenuwstelsel tegen virussen, schimmels, bacteriën en andere indringers. Wanneer er schade,
infectie of ontsteking in het hersenweefsel optreedt, veranderen microglia in actieve cellen die
schadelijke stoffen opsporen en opruimen. Ze "eten" bijvoorbeeld bacteriën en beschadigde
cellen op in een proces dat fagocytose heet, waarbij de schadelijke stoffen worden
opgenomen en afgebroken.
Kort gezegd helpen microglia dus om het brein schoon en gezond te houden door bedreigingen
op te ruimen, vergelijkbaar met hoe het immuunsysteem werkt in de rest van het lichaam.

6. Bij schade aan de hersenen vermenigvuldigen microgliacellen zich om te helpen bij herstel. Dit
heet "profileren": ze delen zich zodat er meer microglia komen om beschadigde cellen op te
ruimen.

7. Microglia spelen ook een rol bij leren. Als je iets leert, worden nieuwe netwerken gevormd
tussen neuronen. Als verbindingen tussen neuronen niet nuttig zijn, breken ze af, en microglia
ruimen deze overbodige verbindingen op. Dus als een neuron afsterft, zorgt microglia ervoor
dat het wordt opgeruimd.

8. Radiale gliacellen spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de hersenen. Aan het begin
van de hersenontwikkeling is er nog weinig structuur. Radiale gliacellen maken dan een soort
ladder of "rails" die neuronen gebruiken om zich door het brein te verplaatsen. Neuronen
bewegen langs deze ladder van de plek waar ze ontstaan naar de buitenste laag van de

4

, hersenen. Dit proces heet neuronmigratie. Dankzij radiale gliacellen komen neuronen op de
juiste plek terecht, wat essentieel is voor een goed functionerend brein. De gliacellen helpen

Ook om axonen en dendrieten (de uitlopers van neuronen) op de juiste manier te laten
migreren, zodat goede verbindingen in de hersenen worden gevormd.


Het centrale zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het CZS communiceert
met je lichaam en zorgt ervoor dat je lichaam kan reageren op de omgeving.

Informatieverwerking in het CZS → Zintuigen sturen informatie naar het CZS. Deze informatie reist
binnen het CZS van de ene plek naar de andere, zoals van het ruggenmerg naar de hersenen of van
een visueel gebied naar een motorisch gebied. Hierdoor wordt de informatie verwerkt en kan het
lichaam beslissingen nemen. Uiteindelijk stuurt het CZS signalen naar de spieren, waardoor je acties
kunt uitvoeren en op je omgeving kunt reageren

Simpel model van het centrale zenuwstelsel:
1. Zintuigen → sturen signalen naar de hersenen en het ruggenmerg.
2. Centrale Zenuwstelsel → verwerkt de informatie.
3. Spieren → krijgen een signaal om te bewegen.

Zo reageert je lichaam op prikkels uit de omgeving.


Verschillende soorten informatiestromen binnen het zenuwstelsel.

1. Afferente informatiestroom
• Dit is de informatiestroom die informatie naar het centrale zenuwstelsel (CZS) brengt. Het
gaat hier om de signalen die vanuit de zintuigen (zoals huid, ogen, oren) naar de hersenen
worden gestuurd. Elk signaal zijn dat vanuit een andere plek naar het CZS toe gaat.
• Voorbeeld:

Sensorische neuronen → zintuigelijke neuronen die pikken zintuigelijke informatie op

Wanneer je met je vinger iets aanraakt, wordt een signaal doorgegeven via de
sensorische neuronen in je huid. Deze sensorische neuronen vangen informatie op
vanuit de buitenwereld en brengen dit vervolgens naar het centrale zenuwstelsel (CZS),
zoals het ruggenmerg en de hersenen. Dit proces is een voorbeeld van een afferente
informatiestroom, wat betekent dat de informatie wordt aangevoerd naar het CZS. In
het geval van het afbeelding zie je rechts periphery staan, dit is de buitenkant oftewel
niet de czs. Ook is deze neuron een uitzondering want we hebben net geleerd dat naast
de dendrieten een cellichaam is waar informatie wordt verwerkt en dan pas de axon.
Hier niet. Dendriet → axon → cellichaam → weer een axon → axon-uiteinde. Bij de axon
uiteinde geeft wordt er info gestuurd naar het centrale zenuwstelsel. Het aangevoerd
naar het centrale zenuwstelsel




5

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
2 weken geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
studentpedagogischewetenschappen Universiteit van Amsterdam
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
333
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
33
Documenten
12
Laatst verkocht
1 week geleden

4,0

69 beoordelingen

5
30
4
21
3
13
2
1
1
4

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen