1. Beschrijf welke kenmerken van een cel of partikel door een flowcytometer kunnen
gemeten worden (= optische vingerafdruk)
Er wordt informatie verzamelt over de cel
4 eigenschappen
Relatieve grootte partikel
Relatieve granulariteit = interne complexiteit
Relatieve fluorescentie intensiteit
Parameters
o Fysische of chemische eigenschappen van de cel
o Fysische eigenschappen van de lichtverstrooiing
o Fysische eigenschappen van cel-geassocieerd reagens
2. Leg elastische en niet-elastische lichtverstrooiing uit
Elastische lichtverstrooiing
Behoud van energie
Golflengte emissie = golflengte excitatie
Bestaat uit
o Fraunhofer diffractie
Bij voorwaartse detectiehoeken (FSC°
Maat voor grootte partikel
o Reflectie en refractie (lichtbreking)
Bij grotere detectiehoeken (SSC)
Maat voor interne complexiteit
Fixatie of permeabilisatie van de cellen kan de brekingsindex en dus de
lichtverstrooiing veranderen