We gebruiken de woorden samenleving en maatschappij vaak als synoniemen. Samen- leven komt hier in voor
legt nadruk op intermenselijke relaties
⇒ Maatschappij: gemeenschap, vereniging ter bevordering van bepaalde belangen, de mensen samen, met
nadruk op hun onderlinge omgang.
Houd er rekening mee dat we in wat volgt de woorden maatschappij, samenleving en wereld door elkaar gebruiken.
1. Maatschappij als quartaire opvoedingsmilieu
Enerzijds omvat de wereld het geheel van andere opvoedingsmilieus (gezin, school, vrije tijd en
kinderopvang) Het gaat niet over de scheidingen tss deze contexten maar over de bruggen tussen de
verschillende contexten waardoor deze zich als“de wereld” presenteert aan mensen. Vb: Kinderen van verschillende
scholen participeren aan de schoolsportcompetitie: ze nemen het in hun vrije tijd tegen elkaar op in verschillende sportdisciplines.
Ook het model van Hellinckx toont een afstemmingsproces van pedagogische vraag & aanbod van de
kind/opvoeder die is ingebed in sub-systeemkenmerken en de bredere samenleving.
Anderzijds presenteert de wereld zich ook via de multimediale wereld: De digitale wereld is de wereld. Vb: via
tv programma’s, nieuws, films, sociale media… Content van over de hele wereld en alle aspecten van het leven komt in
onze (leef)wereld binnen → Invloed op mensen en dus ook op de opvoeding
⇒ Opvoeding is dus inherent verbonden aan dat grotere verhaal, de cultuur, de maatschappij of de
wereld waarin het ingebed is.
1.1 Interactiemodel: Bronfenbrenner ‘the ecology of human development’
Het model van Bronfenbrenner is een model waarmee we de ontwikkeling van individuen kunnen begrijpen
vanuit de systemen waarvan ze deel uitmaken. OOrspronkelijk was het onderdeel van
ontwikkelingspsychologie, maar veel pedagogen gebruiken dit ook omdat het de culturele en sociologische rol
in de ontwikkeling, en dus ook de opvoeding, van kinderen benadrukt.
Ui-model: individu in het midden omringd door cirkels/lagen, hoe dichter die bij het individu liggen, hoe
directer de invloed op de ontwikkeling. Maar het is niet omdat ze ver weg liggen dat ze minder invloed hebben.
Microsysteem
Dit is de directe, nabije omgeving van het individu waar dagelijkse interpersoonlijke interacties plaatsvinden
met familieleden, vrienden, leerkrachten... Het individu participeert zelf aan deze relaties. Het betreft dus een
wederkerige relatie met wederzijdse beïnvloeding.
De kenmerken van het individu spelen hier ook een rol: temperament, cognitieve vaardigheden, fysieke eigenschappen + de
socio-economische status, het familienetwerk en de kwaliteit van de buurt kunnen de ervaringen in het microsysteem
beïnvloeden.
→ Daarom spreken we nu over het bio-ecologische model van Bronfenbrenner.
De interacties zijn voor elk individu uniek, daarom kunnen 2 kinderen uit hetzelfde gezin hun ouders anders zien.
Mesosysteem
Dit zijn de interacties en verbindingen tussen de verscheidene microsystemen in iemands leven. Het zijn relaties
tussen familieleden, leerkrachten, vrienden en andere sociale groepen. Deze onderlinge relaties hebben ook impact op de
ontwikkeling van het individu
Exosysteem
Dit is de bredere sociale omgeving waarin het individu niet rechtstreeks participeert, maar die wel indirect
invloed van ervaart op hun ontwikkeling. Bv. werksituatie van ouders.
Macrosysteem
Dit zijn de systemen en organisaties/instituties die een weergave zijn van de cultuur of subcultuur, zoals onderwijs,
economie, wetgeving, politiek…Afhankelijk van de plaats in de wereld worden onderliggende waarden van de
(sub)cultuur en de sociale regels duidelijk, bv als je op reis bent. Het individu heeft niet veel invloed hier.
1
, Chronosysteem
Dit is de verwevenheid van het individu met zijn tijd.
De tijdgeest speelt hier een grote rol. Denk maar aan de verschillen in opvoeden van jouw en je grootouders.
Sommige gebeurtenissen uit de geschiedenis hebben nog steeds invloed op onze huidige situatie, vb de
uitvinding van de anticonceptiepil of de opkomst van het internet
Ook persoonlijke gebeurtenissen in de tijd hebben invloed op de ontwikkeling vb: ouders gescheiden als je een peuter
was of in de adolescentie.
Deze verschillende systemen staan niet los van elkaar; ze beïnvloeden elkaar, overlappen en zijn verbonden, elk
individu heeft een unieke mix van relaties en leefomgevingen die zijn ontwikkeling beïnvloeden.
1.2 Pedagogisch leefklimaat vd maatschappij
Het model van Bronfenbrenner maakt de verwevenheid van opvoeding met de samenleving duidelijk, het
chronosysteem legt de nadruk op het tijdsaspect van opvoeding. De huidige omstandigheden waarin opvoeding
plaatsvindt, zijn door de tijd heen sterk veranderd. De opvoeder wordt geconfronteerd met nieuwe
uitdagingen
Deze uitdagingen hangen samen met beleid met veranderende sociaal-economische en sociaal-culturele
omstandigheden en de beschikbaarheid van kennis.
WEIRD staat voor Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic
Een groot deel pedagogische, psychologische en sociaal wetenschappelijke onderzoeken zijn gebaseerd op
steekproeven uit deze specifieke bevolkingsgroepen.
→ Niet-representatief voor de hele wereldbevolking.
→ Er is een middenklasse bias en ook een kansenongelijkheid (de 7 vinkjes).
WEIRD wordt gebruikt om te beschrijven hoe een groot deel van pedagogisch, psychologisch en
sociaalwetenschappelijk onderzoek vaak gebaseerd is witte, westerse, hoogopgeleide, geïndustrialiseerde en
rijke democratisch samenleving, en ondanks non-representativiteit domineert deze kennis in de wereld!
→ !B! om op te passen voor overgeneralisatie
Het pedagogisch leefklimaat van de maatschappij schept de voorwaarden voor het pedagogisch proces:
Het pedagogisch handelen wordt gevormd door wat er in de samenleving gangbaar is
1.3 Maatschappelijke trends
Verschillende trends die we bespreken zijn verbonden met elkaar. We belichten enkele trends die het huidige
denken en handelen in opvoeding nadrukkelijk bepalen.
Individualisering
Dit is de meest invloedrijke maatschappelijke trend! De maatschappij en alles erin wordt gevormd door de
mensen die erin leven, ze hebben rechten maar ook plichten.
De verantwoordelijkheid van het individu zien we sterk terug in de mythe van de ‘selfmade man’: als je slaagt
of als je mislukt, is het aan jezelf te danken
In plaats van de burger als onderdeel van een gemeenschap, krijgen we een groep individuen
⇒ Individualisering: proces waarbij individuen steeds meer autonomie en onafhankelijkheid krijgen, vaak ten
koste van traditionele sociale structuren en gemeenschapsverbanden.Dit betekent dat persoonlijke keuzes en
zelfontplooiing belangrijker worden, terwijl collectieve normen en waarden minder invloedrijk zijn.
Ook opvoeding is steeds meer een individualistisch project geworden. Kinderen worden beschouwd als een
‘private worry’, De samenleving legt bijna alles wat met kinderen te maken heeft op vanzelfsprekende wijze bij
de ouders neer en dit zorgt voor veel stress/druk. Maar ook bij de jeugd zelf
⇒ Het kind kan én moet meer de eigen identiteit construeren
2