Hoofdstuk 3: Eiwitten
1. Van bouwstenen naar functionele
biomolecule
Elk functioneel eiwit is een polypeptideketen met een specifieke lengte en
een unieke volgorde van standaardaminozuren = de primaire structuur
De polypeptideketen vouwt op tot een unieke architectuur, deze kunnen
we onderscheiden in 2 niveau’s: de secundaire structuur en de tertiaire
structuur
Als er meerde polypeptideketens een complex vormen spreken we van een
quaternaire structuur
2. Primaire structuur
2.1 De unieke aminozuursequentie van een eiwit
Elk proteïne is een polypeptide met een unieke, precies gedefinieerde
aminozuursequentie
- Primaire structuur = de specifieke volgorde waarin de aminozuren
voorkomen in de polypeptideketen van een eiwit
Hoe wordt een eiwit gemaakt?
- In de cel van een organisme
- De aminozuren worden aan elkaar gebonden via peptidebindingen
- De volgorde van aminozuren wordt bepaald door de bouwstenen in
het overeenstemmende gen (deel van DNA) dat gelokaliseerd is op 1
van de chromosomen
- Het eiwit is een vertaling (‘translatie’) van de info in het gen
- Cellen beschikken over ribosomen om eiwitten correct aan te maken
, Terminologie:
- Humaan genoom: het menselijk erfelijk materiaal
- Het humaan proteoom: het totaal aantal verschillende humane
eiwitten
Belangrijke vaststellingen:
- De primaire structuur van een eiwit bevat alle info voor het bekomen
van het functioneel eiwit met correcte architectuur
De primaire structuur bepaalt de finale tertiaire of 3D-structuur
Omdat de volgorde van aminozuren bepaalt welke functionele
groepen van de polypeptideruggengraat en van de zijketens
onderling in interactie kunnen gaan (via zwakke krachten)
Eiwitten met gelijke primaire structuur zullen ook een gelijke 3D-
architectuur hebben
2.2 Grootte en samenstelling van natuurlijk
voorkomende eiwitten
Gemiddeld bestaat een eiwit uit 100 tot 1000 aminozuren
Bepaalde aminozuren in de primaire structuur hebben een structurele rol
en andere een functionele rol
De aminozuren met de structurele rol zullen langs de binnenkant
zitten in de 3D architectuur
De aminozuren met de functionele rol zullen langs de buitenkant
zitten in de 3D architectuur
3. Secundaire structuurelementen in
een eiwit
De polypeptideketen moet opvouwen tot een functioneel eiwit
Eerste niveau: secundaire structuur
Ontstaan lokale ruimtelijke organisatie in de polypeptideketen tot
specifieke secundaire structuurelementen
Deze wordt bepaalt door:
o H-brugvorming ter stabilisering van de lokale opvouwing
1. Van bouwstenen naar functionele
biomolecule
Elk functioneel eiwit is een polypeptideketen met een specifieke lengte en
een unieke volgorde van standaardaminozuren = de primaire structuur
De polypeptideketen vouwt op tot een unieke architectuur, deze kunnen
we onderscheiden in 2 niveau’s: de secundaire structuur en de tertiaire
structuur
Als er meerde polypeptideketens een complex vormen spreken we van een
quaternaire structuur
2. Primaire structuur
2.1 De unieke aminozuursequentie van een eiwit
Elk proteïne is een polypeptide met een unieke, precies gedefinieerde
aminozuursequentie
- Primaire structuur = de specifieke volgorde waarin de aminozuren
voorkomen in de polypeptideketen van een eiwit
Hoe wordt een eiwit gemaakt?
- In de cel van een organisme
- De aminozuren worden aan elkaar gebonden via peptidebindingen
- De volgorde van aminozuren wordt bepaald door de bouwstenen in
het overeenstemmende gen (deel van DNA) dat gelokaliseerd is op 1
van de chromosomen
- Het eiwit is een vertaling (‘translatie’) van de info in het gen
- Cellen beschikken over ribosomen om eiwitten correct aan te maken
, Terminologie:
- Humaan genoom: het menselijk erfelijk materiaal
- Het humaan proteoom: het totaal aantal verschillende humane
eiwitten
Belangrijke vaststellingen:
- De primaire structuur van een eiwit bevat alle info voor het bekomen
van het functioneel eiwit met correcte architectuur
De primaire structuur bepaalt de finale tertiaire of 3D-structuur
Omdat de volgorde van aminozuren bepaalt welke functionele
groepen van de polypeptideruggengraat en van de zijketens
onderling in interactie kunnen gaan (via zwakke krachten)
Eiwitten met gelijke primaire structuur zullen ook een gelijke 3D-
architectuur hebben
2.2 Grootte en samenstelling van natuurlijk
voorkomende eiwitten
Gemiddeld bestaat een eiwit uit 100 tot 1000 aminozuren
Bepaalde aminozuren in de primaire structuur hebben een structurele rol
en andere een functionele rol
De aminozuren met de structurele rol zullen langs de binnenkant
zitten in de 3D architectuur
De aminozuren met de functionele rol zullen langs de buitenkant
zitten in de 3D architectuur
3. Secundaire structuurelementen in
een eiwit
De polypeptideketen moet opvouwen tot een functioneel eiwit
Eerste niveau: secundaire structuur
Ontstaan lokale ruimtelijke organisatie in de polypeptideketen tot
specifieke secundaire structuurelementen
Deze wordt bepaalt door:
o H-brugvorming ter stabilisering van de lokale opvouwing