100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Cardiologie deel 1

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
20
Geüpload op
20-10-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting voor het vak Pathologie. Cardiologie deel 1











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 oktober 2025
Aantal pagina's
20
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

PATHOLOGIE: CARDIOLOGIE 1
INHOUD
1) Trombo – embolische aandoeningen
2) Aandoeningen bloedvaten onderste ledematen
3) Ziekten hartwand/ hartzakje
4) Hartfalen
5) Shock



1) TROMBO-EMBOLISCHE AANDOENINGEN

DEFINITIE

Aandoeningen die gepaard gaan met de aanwezigheid van een (bloed) klonter in een bloedvat (vene en/of
arterie), leidend tot een vernauwing of afsluiting van dat bloedvat.



TRIADE VAN VIRCHOW

Trombi ontstaat op basis van 1 of combinaties van volgende factoren:

- Verhoogde stolbaarheid van het bloed
- Veneuze stase
- Beschadigde vaatwand


BEVORDERENDE FACTOREN

1. Atherosclerose = verkalking  vernauwing op het bloedvat
2. Vertraagde doorbloeding
3. Thrombofilie = afwijking van een bloedstolling
4. Oncologische problemen
5. Hartritmestoornissen
 Typisch voorbeeld van een hartritmestoornis = VKF (voorkamerfibrillatie)
 Als bloed blijft staan gaat het stollen en dan krijg je een klonter



1. ATHEROSCLEROSE
- Langzaam progressieve aandoening van de arteriële vaatwand die zorgt voor vernauwing van de -
lumen van het bloedvat
- Aanleiding tot insufficiënte bloedvoorziening in achterliggende weefsels
Gevolg: ischemie
- Atherosclerose plaque bestaat uit kern van vetten, macrofagen gevuld met vetten
(“schuimcellen”), necrotisch bindweefsel, glas spierweefsel en ontstekingscellen
- Bij het scheuren komt weefselfactor vrij uit de gescheurde bloedvatwand en start een
coagulatiereactie met klontervorming
1. Deze klontervorming zorgt voor (sub) totale afsluiting vh.
Bloedvat met acute ischemie of infarcering van het
achterliggende weefsel.




- Risicofactoren (niet beïnvloedbaar)

, 1. Leeftijd
2. Gender
3. Familiale aanleg

- Risicofactoren (wel beïnvloedbaar)
1. Roken
2. Hypertensie
3. Diabetes
4. Obesitas
5. Afwijkingen in lipoproteïnehuishouding (hoge LDL-cholesterol)


2. VERTRAAGDE DOORBLOEDING (STASE VAN HET BLOED)
- Immobilisatie: bedlegerigheid na ingreep, verlamming, lange reis in auto, bus, vliegtuig
- Varices: door stuwing in de venen en op de veneuze kleppen (belemmerde veneuze retour) =
chronische veneuze insufficiëntie.
- Hartfalen: rechtszijdig backward failure
- Zwangerschap: door de gewichtstoename, hormonale veranderingen, toegenomen bloedvolume,
groeiende baarmoeder in het bekken en onderbuik.



3. THROMBOFILIE
- Stoornissen in de bloedstolling met verhoogde kans op trombosevorming
- Erfelijk of verworven
1. Erfelijk: te kort antitrombinedeficiëntie, tekort aan proteïne C, tekort aan proteïne S,
toename fibrogeen
2. Verworven: tekort aan antitrombine III door langdurig gebruik orale anticonceptiva
(oestrogeen)



4. ONCOLOGISCHE PROBLEMEN
- Tumoraal proces dat doorstroming belemmert (compressie, vorming embolieën, enz.)
- Chemotherapie (schade bloedvatwanden, toegenomen bloedstolling, schade hartspier, enz.)
- Radiotherapie (schade bloedvatwanden, enz.)



5. HARTRITMESTOORNISSEN
- Voorkamerfibrillatie
o Onregelmatige circulatie in atrium bevordert stolselvorming


6. ANDERE
- Gekwetste vaatwanden door: IV-druggebruik, infuus, ingrepen, enz.
- Aneurysma = verzwakking van de vaatwand, waardoor deze kan scheuren
- Hartkleplijden


SYMPTOMEN

Afhankelijk van de lokalisatie van trombus of embool
- Coronaire arteriën: acuut myocardinfarct (AMI)
- Arterie been: acute ischemie van het been
- Cerebrale arterie: CVA, herseninfarct
- Vene been: Diep veneuze trombose (DVT)  Symptoom: ijskoud en wit been
- Arteria pulmonalis: longembolie (zadelembolie = erger  trombose in beide longen  Kan leiden
tot polsloze elektrische activiteit) (longembolie  Reanimeren en antistolling

, DIAGNOSE


KLINISCH
- Voorbeeld;
1. DVT: gezwollen, rood, warm en pijnlijk been (klonter in venen  Als er geen wonden zijn ga
dan uit van DVT)
2. Longembolie: dyspneu, thoracale pijn, enz.
- Vaak weinig specifieke klachten – nood aan aanvullend onderzoek



BLOEDONDERZOEK:
- D-dimeren: afbraakproducten van fibrine
- Bepaling D – dimeerconcentratie; lage specificiteit en lage positief voorspellende waarde naar hoge
sensitief
- Aanwezigheid D-dimeren is niet alarmerend, kan een teken zijn voor verder te zoeken  Geen D-
dimeren = geen longembolie of trombo-embolisch problemen



MEDISCHE BEELDVORMING
- Röntgenfoto: meestal weinig afwijkend
- CT-angiografie: CT met contrast voor bloedvaten  Goed bloedvaten zien en zien waar er geen
flow meer is
o Risico: allergie, radioloog in de buurt zijn
- Echografie: duplexechografie  Sneller, geen risico’s en makkelijker te diagnosticeren
- Ventilatie – perfusiescan: op zoek naar beeld waar nog wel ventilatie is maar geen doorbloeding.


BEHANDELING


HEELKUNDIG: EMBOLECTOMIE
- Door vaat – thoraxchirurg


MEDICAMENTEUS
- Trombolyse: kunnen trombus of embool oplossen door plaminogeen om te zetten tot plasmine
(heeft fibrinolytische activiteit)
1. Alteplase (actilyse) – AMI, longembool, ischemisch CVA
2. Tenecteplase (metalyse) – AMI
3. Urokinase (Actosolv) – longembool, arteriële of veneuze trombose
- Anti – stollingsmedicatie (anticoagulantia)


ANTITROMBOTICA


HEMOSATSE:
1. Initiële vasoconstrictie (vasculaire fase)
2. Bloedplaatjesfase (trombocytenaggragatie) – trombocyten hechten zich vast aan collageenvezels
van het endotheel = primaire hemostase
3. Vrijgekomen weefselfactoren komen in contact met inactieve stollingsfactoren – stollingsfactoren
zullen elkaar activeren (coagulatie). Protrombine (II) zal geactiveerd worden tot trombine (IIa) =
secundaire hemostase.
4. Trombine activeert fibrinogeen (I) tot fibrine (Ia) – zorgt voor fibrinedraden ter ondersteuning van
plaatjesprop.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
campenaertssylke Karel de Grote-Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
52
Laatst verkocht
2 maanden geleden

3,9

8 beoordelingen

5
2
4
3
3
3
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen