BREIN EN COGNITIE
Zesde editie
3 | What are the nervous system’s functional units
3.1 cells of the nervous system
Neuron theory: Cajal’s theorie – neuronen zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel.
Structuur van een neuron:
- Cellichaam (soma): kerngebied van de cel met de kern en andere organellen voor het maken
van eiwitten; integreert informatie; hier worden de beslissingen gemaakt.
- Dendrieten: vertakte verlenging van de celmembraan van een neuron; vergroot het
oppervlak van de cel aanzienlijk; verzamelt informatie van andere cellen
➢ Dendritische stekels: een vergroting van de dendrieten; uitsteeksel dat het
oppervlak van de dendrieten aanzienlijk vergroot; typisch punt van dendritisch
contact met de axonen van andere cellen
- Axon: wortel van een neuron die berichten naar andere neuronen stuurt
➢ Axon heuvel: het kruispunt van het cellichaam en axon; hier vindt de actie plaats.
➢ Axon collateral: vertakking van een axon
➢ Terminale knop (end foot): knop aan het uiteinde van een axon die informatie naar
andere neuronen stuurt.
➢ Synaps: ruimtelijke verbinding tussen het ene neuron en het andere; vormt de
informatieoverdracht tussen neuronen
Neuronen verkrijgen informatie, ze slaan het op in het geheugen, interpreteren het en geven de
informatie door aan andere neuronen om gedrag te produceren.
Manier om naar neuronen te kijken:
1. Staining techniques: individuele neuronen kleuren. Geeft verschillende kleuren aan
verschillende type neuronen.
➢ Golgi is de eerste die deze techniek gebruikte – nerve net theory
➢ Cajal – neuron theory
Neurale netwerken: functionele groep neuronen die grote delen van de hersenen en het
ruggenmerg met elkaar verbindt; deze neuronen werken samen en hebben een bepaalde functie.
Drie functies van neuronen:
1. Sensorische neuronen: cel die sensorische informatie detecteert of transporteert naar het
ruggenmerg en de hersenen
➢ Bipolaire neuron: sensorische neuron met één axon en één dendriet (netvlies).
➢ Somatosensorische neuron: hersencel die sensorische informatie van het lichaam
naar het ruggenmerg brengt, het heeft te maken met voelen (huid/spier).
2. Interneuronen: associatie cel geplaatst tussen een sensorisch neuron en een motorneuron;
bij zoogdieren vormen interneuronen het grootste deel van de hersenneuronen; zijn
verantwoordelijk voor het bewustzijn.
Stellate cell: (thalamus)
Zesde editie
3 | What are the nervous system’s functional units
3.1 cells of the nervous system
Neuron theory: Cajal’s theorie – neuronen zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel.
Structuur van een neuron:
- Cellichaam (soma): kerngebied van de cel met de kern en andere organellen voor het maken
van eiwitten; integreert informatie; hier worden de beslissingen gemaakt.
- Dendrieten: vertakte verlenging van de celmembraan van een neuron; vergroot het
oppervlak van de cel aanzienlijk; verzamelt informatie van andere cellen
➢ Dendritische stekels: een vergroting van de dendrieten; uitsteeksel dat het
oppervlak van de dendrieten aanzienlijk vergroot; typisch punt van dendritisch
contact met de axonen van andere cellen
- Axon: wortel van een neuron die berichten naar andere neuronen stuurt
➢ Axon heuvel: het kruispunt van het cellichaam en axon; hier vindt de actie plaats.
➢ Axon collateral: vertakking van een axon
➢ Terminale knop (end foot): knop aan het uiteinde van een axon die informatie naar
andere neuronen stuurt.
➢ Synaps: ruimtelijke verbinding tussen het ene neuron en het andere; vormt de
informatieoverdracht tussen neuronen
Neuronen verkrijgen informatie, ze slaan het op in het geheugen, interpreteren het en geven de
informatie door aan andere neuronen om gedrag te produceren.
Manier om naar neuronen te kijken:
1. Staining techniques: individuele neuronen kleuren. Geeft verschillende kleuren aan
verschillende type neuronen.
➢ Golgi is de eerste die deze techniek gebruikte – nerve net theory
➢ Cajal – neuron theory
Neurale netwerken: functionele groep neuronen die grote delen van de hersenen en het
ruggenmerg met elkaar verbindt; deze neuronen werken samen en hebben een bepaalde functie.
Drie functies van neuronen:
1. Sensorische neuronen: cel die sensorische informatie detecteert of transporteert naar het
ruggenmerg en de hersenen
➢ Bipolaire neuron: sensorische neuron met één axon en één dendriet (netvlies).
➢ Somatosensorische neuron: hersencel die sensorische informatie van het lichaam
naar het ruggenmerg brengt, het heeft te maken met voelen (huid/spier).
2. Interneuronen: associatie cel geplaatst tussen een sensorisch neuron en een motorneuron;
bij zoogdieren vormen interneuronen het grootste deel van de hersenneuronen; zijn
verantwoordelijk voor het bewustzijn.
Stellate cell: (thalamus)
