Individuele casustoets semester 1 jaar 2
,Inhoud
Les 1 Verbintenissenrecht...................................................................................... 3
Theorie basisboek recht samenvatting les 1.......................................................3
Aantekeningen PowerPoint les 1..........................................................................4
Les 2 Verbintenissenrecht deel 2............................................................................6
Theorie basisboek recht samenvatting les 2.......................................................6
Aantekeningen PowerPoint les 2..........................................................................7
Les 3 Koop en consumentenkoop...........................................................................9
Theorie van haven en handel samenvatting les 3...............................................9
Aantekeningen PowerPoint les 3........................................................................11
Les 4 Productaansprakelijkheid en algemene voorwaarden.................................12
Theorie basisboek recht samenvatting les 4.....................................................12
Aantekeningen PowerPoint Les 4.......................................................................14
Les 5 Intellectueel eigendom deel 1.....................................................................16
Theorie van haven en handel samenvatting les 5.............................................16
Aantekeningen PowerPoint les 5........................................................................20
Les 6 Intellectueel eigendom deel 2.....................................................................22
Theorie van haven en handel samenvatting les 6.............................................22
Aantekeningen PowerPoint les 6........................................................................25
Les 7 Samenwerking en distributie.......................................................................26
Theorie van haven en handel samenvatting les 7.............................................26
Aantekeningen PowerPoint les 7........................................................................34
,Les 1 Verbintenissenrecht
Theorie basisboek recht samenvatting les 1
2.2.1 Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een bewuste handeling die gericht is op het bereiken van
een juridisch effect, zoals het kopen of verkopen van iets. Er zijn ook
rechtsfeiten, die gebeurtenissen zijn die automatisch juridische gevolgen
hebben, zoals geboorte of overlijden. Feitelijke handelingen zijn handelingen
zonder juridisch doel, zoals het per ongeluk veroorzaken van schade. Volgens de
wet is een rechtshandeling alleen geldig als het doel duidelijk een juridisch effect
beoogt.
2.2.2 Eenzijdige en Meerzijdige Rechtshandelingen
Rechtshandelingen kunnen eenzijdig (waarbij de wilsverklaring van één persoon
genoeg is) of meerzijdig (waarbij de wilsverklaringen van twee of meer
personen nodig zijn) zijn. Een wilsverklaring is de verklaring waarbij een wil
zich openbaart met het doel een rechtsgevolg te veroorzaken.
2.2.3 Moment van werking
Een rechtshandeling heeft werking wanneer de wilsverklaring de andere partij
heeft bereikt. Bij schriftelijke verklaringen geldt dat de verklaring geldt zodra
deze is verzonden, bijvoorbeeld per post of e-mail. De genuanceerde
ontvangsttheorie bepaalt wanneer een verklaring als ontvangen wordt
beschouwd, rekening houdend met de omstandigheden van de ontvanger.
2.2.4 Ongeldigheid en Rechtshandelingen
Er zijn twee soorten ongeldigverklaringen: nietigheid (de handeling is van het
begin af ongeldig) en vernietigbaarheid (de handeling kan later ongeldig
worden verklaard). Ongeldige handelingen kunnen leiden tot onterecht betaalde
bedragen die teruggevorderd moeten worden.
2.2.5 Gronden voor Ongeldigheid van Rechtshandelingen:
Wil en verklaring komen niet overeen: Als iemands wil niet
overeenkomt met de verklaring, kan de handeling worden vernietigd.
Geestelijke Stoornis: Een verklaring kan ongeldig worden verklaard als
deze het gevolg is van een geestelijke stoornis.
Handelingsonbekwaamheid: Personen die niet in staat zijn om
rechtsgeldige beslissingen te nemen, zoals minderjarigen of mensen onder
curatele, kunnen rechtshandelingen laten vernietigen.
Wilsgebreken: Bijvoorbeeld bedrog, dwaling, bedreiging, of misbruik
van omstandigheden kunnen leiden tot de vernietiging van een
overeenkomst.
Strijd met de Wet of Goede Zeden: Als een rechtshandeling in strijd is
met de wet, de goede zeden of de openbare orde, is de handeling nietig.
, 3.1.1 Wijze waarop een overeenkomst tot stand komt
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Het aanbod
moet door de andere partij worden aanvaard. Er kunnen verschillende regels
gelden afhankelijk van de vorm van het aanbod en de aanvaarding, zoals
schriftelijk of mondeling.
Aantekeningen PowerPoint les 1
Aanbod en Aanvaarding
Aanbod: Een bedrijf stuurt een offerte, bijvoorbeeld “we leveren 1000
stuks voor 10.000 euro”.
Aanvaarding: Het andere bedrijf zegt: “Akkoord, wij kopen 1000 stuks
voor dat bedrag”.
Een overeenkomst komt pas tot stand als beide partijen akkoord gaan met
dezelfde voorwaarden zonder wijzigingen.
Burgerlijk Wetboek 6: Verbintenissenrecht
Vier manieren om verbintenissen aan te gaan:
1. Overeenkomst (art. 6:217)
2. Onrechtmatige daad (art. 6:162)
3. Onverschuldigde betaling (art. 6:203)
4. Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212)
Wanneer is er sprake van een overeenkomst?
Volgens art. 6:217 lid 1 komt een overeenkomst tot stand door aanbod en
aanvaarding. Belangrijk:
Er mag geen ongeldigheidsgrond zijn.
Het aanbod moet geldig zijn en de inhoud van het aanbod en de
aanvaarding moeten overeenkomen.
Wanneer is er sprake van een rechtsgeldige overeenkomst?
Er is een rechtsgeldige overeenkomst als deze voldoet aan de volgende gronden
van ongeldigheid:
Wil stemt niet overeen met verklaring → Nietig
Geestelijke stoornis → Vernietigbaarheid
Handelingsonbekwaam → Vernietigbaarheid
Wilsgebreken: Bedrog, dwaling, bedreiging, misbruik van
omstandigheden → Vernietigbaarheid
In strijd met wet, goede zeden of openbare orde → Nietig