Samenvatting economie
Hoofdstuk 4 : Macro- economische grootheden
Macro -economie: je kijkt naar de economie van een bepaald land
Pag 120,123,128,131 handboek kringlopen niet kennen
1. De economische kringloop:
Relaties tussen verschillende huishoudingen bestuderen
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Buitenland
Hoe?
Schematisch: economische kringloop met geldstroom en goederen - &
dienstenstroom
Cijfermatig: nationale boekhouding: INR (instituut van de Nationale
rekeningen)
Fig 4.1. de eenvoudige economische kringloop
Transacties tussen de gezins – en bedrijfshuishoudingen = gesloten economie zonder
overheid
Alles wat er verdient wordt, gaat terug in de economie
G.H.H= gezinshuishouding
B.H.H.= bedrijfshuishouding
Cgb= Consumtie van gezinnen aan bedrijven
Ygb= inkomen
, Berekening van de economische activiteit
De economische activiteit kan men op 3 manieren berekenen:
→ 3 macro-economische grootheden :
P: product
Y: inkomen P = Cg = consumptiegoederen (géén
B : bestedingen voorraden)
B = Cg
Y = Ygb = Cg (er wordt niet gespaard )
dus P = B = Y
Productie: je kan kijken naar de productie en dan zeggen dat we goed bezig zijn maar
de helft staat in het magazijn
Inkomen: je kan kijken naar de inkomens maar als de mensen alles sparen dan kan je
nog niks afleiden
Bestedingen: is de enige betrouwbare indicatie om te kijken hoe de economie draait
P=B=Y de productie wordt aangekocht door de bestedingen van de mensen met
het inkomen
‘Bruto’ en ‘Netto’
Zie fig 4.2 handboek p. 129
Bruto-investeringen = Vervangingsinvesteringen + Netto-invest.
Ibr Iv In
↓
Uitbreidingsinv. (Iu)
+
Δ voorraden (Is)
BBP (bruto binnenlands product)
NBP (netto binnenlands product)
BNP (bruto nationaal product)
NNP (netto nationaal product)
En ieder heeft een markt- of factorprijs
Een bruto inverstering= kijk je naar alle investeringen
Netto investeringen= kijkt enkel naar extra investeringen
Investeringen
Vervangingsinvesteringen : het aantal blijft constant o.w.v. technische of
economische slijtage
In boekhouden houden we rekening met de economische slijtage. Ze worden intern
gefinancierd met :
Afschrijvingen = D (Depreciations) of Iv = D
Netto-investeringen : Iu + Is
↓ ↓
Om capaciteit ↑ Voorraadwijzingen: niet-verkochte consumptiegoederen
= Vlottende investeringen
Hoofdstuk 4 : Macro- economische grootheden
Macro -economie: je kijkt naar de economie van een bepaald land
Pag 120,123,128,131 handboek kringlopen niet kennen
1. De economische kringloop:
Relaties tussen verschillende huishoudingen bestuderen
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Buitenland
Hoe?
Schematisch: economische kringloop met geldstroom en goederen - &
dienstenstroom
Cijfermatig: nationale boekhouding: INR (instituut van de Nationale
rekeningen)
Fig 4.1. de eenvoudige economische kringloop
Transacties tussen de gezins – en bedrijfshuishoudingen = gesloten economie zonder
overheid
Alles wat er verdient wordt, gaat terug in de economie
G.H.H= gezinshuishouding
B.H.H.= bedrijfshuishouding
Cgb= Consumtie van gezinnen aan bedrijven
Ygb= inkomen
, Berekening van de economische activiteit
De economische activiteit kan men op 3 manieren berekenen:
→ 3 macro-economische grootheden :
P: product
Y: inkomen P = Cg = consumptiegoederen (géén
B : bestedingen voorraden)
B = Cg
Y = Ygb = Cg (er wordt niet gespaard )
dus P = B = Y
Productie: je kan kijken naar de productie en dan zeggen dat we goed bezig zijn maar
de helft staat in het magazijn
Inkomen: je kan kijken naar de inkomens maar als de mensen alles sparen dan kan je
nog niks afleiden
Bestedingen: is de enige betrouwbare indicatie om te kijken hoe de economie draait
P=B=Y de productie wordt aangekocht door de bestedingen van de mensen met
het inkomen
‘Bruto’ en ‘Netto’
Zie fig 4.2 handboek p. 129
Bruto-investeringen = Vervangingsinvesteringen + Netto-invest.
Ibr Iv In
↓
Uitbreidingsinv. (Iu)
+
Δ voorraden (Is)
BBP (bruto binnenlands product)
NBP (netto binnenlands product)
BNP (bruto nationaal product)
NNP (netto nationaal product)
En ieder heeft een markt- of factorprijs
Een bruto inverstering= kijk je naar alle investeringen
Netto investeringen= kijkt enkel naar extra investeringen
Investeringen
Vervangingsinvesteringen : het aantal blijft constant o.w.v. technische of
economische slijtage
In boekhouden houden we rekening met de economische slijtage. Ze worden intern
gefinancierd met :
Afschrijvingen = D (Depreciations) of Iv = D
Netto-investeringen : Iu + Is
↓ ↓
Om capaciteit ↑ Voorraadwijzingen: niet-verkochte consumptiegoederen
= Vlottende investeringen