0. Inleiding
Te kennen symbolen
Bestaand terrein Bestaand
metselwerk
Op te trekken Isolerend
metselwerk metselwerk (Ytong)
arcering onder hoek
van 45°
Beton Isolerende dekvloer
Bestaand beton Gezaagd hout
Geschaafd hout Samengesteld hout
Multiplex Spaanplaat
Stijf Soepel
isolatiemateriaal isolatiemateriaal
Onbepaald
isolatiemateriaal
,1. Grondwerken – funderingen – ondergrondse wanden
1.1. Funderingen
= heeft tot doel de belasting te verdelen en over te brengen op een draagkrachtige ondergrond
à Voornaamste funderingprincipes voor woningbouw, stijgende graad van veiligheid (en kostprijs):
1. Rechtstreekse funderingen
• Wordt ook fundering op staal genoemd.
• Meest verspreide methode, toepasbaar op goed draagkrachtige en weinig zettingsgevoelige
grond. De zool bevindt zich op beperkte maar vorstvrije diepte (minstens 80 cm)
o Zetting: proces waar grond onder invloed van een belasting wordt samengedrukt
• Men onderscheidt strookfunderingen (lijnvormige zolen, bv. onder draagmuren) en
poerfunderingen of sokkels (rechthoekige of vierkante zolen, bv. onder kolommen)
• Afbeelding:
o Links: mestelwerk en daaronder strookfundering
o Rechts: poerfundering = interessant om met peilers te werken maar voor muur moet
je nog iets van lijnstroken toevoegen (Maison Dom-Ino, Le Corbusier)
o Kolom is rond <--> peiler: doorsnede vierkant of rechthoekig
• Strookfundering is gestort (op staal) à in 2 keer
(funderingsstrook en vloerplaat apart gegoten
• Betonvloer gestort op strookfundering à ondersteund
draagvloer en dragende muren om lasten te kunnen overbrengen
2. Algemene fundeerplaat
• Wordt toegepast bij zwakke, matig draagkrachtige of zettingsgevoelige ondergrond.
• Soms ook omwille van de eenvoud (interessant als werkvloer).
• Vloerplaat (dikte/wapening zijn te berekenen) wordt rechtstreeks op de (voorafgegraven)
grond gestort.
• Bestaat uit gewapend beton (meestal met dubbele staalnettenlaag of vezelbeton).
• Onder de draagmuren kunnen balken of verzwaringen en extra wapening nodig zijn.
• Dient steeds vorstvrij geplaatst te worden (minstens 80 cm onder het maaiveld of met een
vorstrand tot een diepte van minstens 80 cm onder het maaiveld onder de buitengevels)
Vorstrand : vermijden dat water onder funderingsplaat komt waardoor het water zou kunnen
uitzetten en de plaat beschadigen.
•
o MOET ALTIJD onder maaiveld gezet worden (geen
structurele functie)
o 80 cm diepte: enkel voor plaatsen tot 800m boven
zeespiegel, als het hoger ligt: 1/1000 v die hoogte tellen
• Strookfundering met vloerplaat, funderingsplaat en vorstrand
, 3. (Kruip-)kelder op algemene fundeerplaat
• Door het uitgraven van (kruip)kelder ontlast men de ondergrond à latere belasting van
nieuwbouw gedeeltelijk gecompenseerd en worden zettingen gereduceerd
à Minder druk op ondergrond,gebouw brengt minder extra gewicht mee door weggegraven grond
• Keuze van (kruip)kelder heeft vaak ook te maken met de aanwezige stand van het grondwater,
de plaatsing van nutsleidingen, of het gewenste hogere peil van de nulpas van het gelijkvloers.
• Het gedeeltelijk onderkelderen kan soms af te raden zijn (wegens mogelijke zettingsverschillen
tussen de verschillend onderkelderde delen en aanhorige schade).
• (kruip)kelder onder grondwaterpeil: buitenwanden uitgevoerd worden in gewapend beton
• Kan schuin worden afgeggraven à verstevigen: als vaste grond is kan die ook recht zijn, is dan
stevig genoeg
• Afbeelding:
o Plastic folie (à verhouding water niet verstoort)met wapeningsnetten
o Uitstekende wapening en houten rand (= bekisting)
• Links: oppervlakkige fundering: funderingsplaat te vergelijken met schema links (als dragende
grond consistent/vast is)
• Rechts: diepe fundering wanneer dragende capaciteit van ondergrond niet consistent is
4. Fundering op palen of putten
• Wordt toegepast als draagkrachtige grond te diep zit (moeras, alluviale
grond, veengrond, zwakke aanvulgrond,...)
o Alluviaal/alluvium: losse materiaal dat als sediment door rivier
is afgezet
• Sluit latere zettingen nagenoeg volledig uit
• Putfunderingen: indien weerstandbiedende ondergrond niet dieper dan
6m & uitvoering mogelijk is ifv het grondwater en de cohesiviteit van de bovenlagen
• Paalfunderingen: indien weerstandbiedende ondergrond dieper zit dan 6 m
o Type paalfundering (boorpaal, schroefpaal, heipaal, grindpaal, injectiepaal,...):
project per project bekeken worden ifv ondergrond, draagvermogen en toepassing
• AFBEELDING:
o Funderingsplaat gecombineerd met kelder en isolatie aan
buitenzijde en wel schuin uitgeggraven maar wordt
achteraf terug bijgevuld met zand
o Zwarte rechtsonder: verzwaring omdat
daar veel lasten komen op die zone
• Vorstfundering
• Mogelijke problemen:
o Linksboven: verschillende belasting, links
heeft kleinere zetting dan rechts à breuk op de
overgang
o Rechtsboven: ondergrond is even goed maar
funderingsdiepte is verschillend à verschillende
zettingen en minst diepe
o Linksonder: 2 versch funderungsdiepte, het minst
diepe loopt gevaar
o Rechtsonder: gebouw gefundeerd op zelfde manier
maar door samendrukbare zone (2) à andere zetting
, 1.2. Ondergrondse wanden
1. Metselwerk
• Metselwerk niet veilig qua waterdichtheid
• Keldermuur is gecementeerd en geteerd à waterdicht maken
• Buitenkant cemeneteren en teren om metselwerk waterdicht te maken
(beton is beter maar metselwerk is goedkoper)
2. Ter plaatse gestort beton
Fases:
• Werkvloertje uit mager beton (4)
• Wapeningsnetten (links en rechts), uitstekende wapening en corven
geplaatst en kimplaat voorzien (2)
• Hiertussen wordt beton gestort à wanden (1,3)
• Soms een zwelband ipv 2 (= zwelt op als er water aankomt)
3. Holle wanden uit geprefabriceerd beton
• Prefab is makkelijker bij slecht weer
• Tussenruimte bij betonnen dubbelschalige prefab volgestort met beton
• Holle bekistingswand
o Kan ook met zwelband (klein vierkant met cirkel) en
kimplaat (verticale lijn) tussen holle bekistingswanden
• Afbeelding fases:
o Tweedefasebeton (1)
o Holle bekistingswand (2)
o Vloerplaat uit ter plaatse gestort gewapend beton (3)
o Werkvloer uit mager beton (4)
•
1.3. Voorbereidende werken
1. Sondering
• = Boren tot 10 m diep en gegevens genereren
• Is start voordat de ingenieur een stabiliteitsstudie kan maken zodat hij
weet welke grond en draagkracht er aanwezig is
2. Bronbemaling
• Bronbemaling of droogzuiging of verlaging grondwaterstand
• Opgepompt water, van plassen (zodat de grond droog wordt), wordt
weggeleid naar de straat
3. Beschoeiing bouwput
• Foto: berlinerwand, als er geen helling gemaakt worden
= dmv e-liggers in grond te duwen en daartussen betonnen panelen
plaatsen à beginnen met graven zodat de grond achter de plaat niet
kan inzakken