Taal-en denkstimulerende interacties
TOL= TaalOntwikkelend Lesgeven
= Een manier van lesgeven waarbij de leerkracht in alle vakken, de hele dag door, de taalontwikkeling
van leerlingen stimuleert.
HOE KAN JOUW AANPAK ERVOOR ZORGEN DAT DE TAAL VAN KLEUTERS EROP VOORUITGAAT?
drie pijlers voor taalontwikkeling, examenvraag
Door te zorgen voor:
- taalsteun
- interactie
- context
3 principes/ fundamenten in taalstimulerend les geven
Taalsteun
Rijk taalaanbod (correct, begrijpelijk, uitdagend, op maat) – rijke woordenschat
Bv. bij een boek voorlezen en er is een moeilijk woord in kan je het veranderen met een
synoniem
Extra ondersteuning (bijv. verbaal of visueel verduidelijken, helpen verwoorden)
Bv. kleuter helpen met woorden of zin als hij/zij woord niet weet
Feedback geven op taal (impliciet corrigeren of expanderen)
Impliciet corrigeren: taalfout verbeteren maar niet de hele tijd!
Expanderen: verbeter de fout maar voegt er nog extra woorden, maakt er en een zin van.
Interactie
tussen leerkracht-kind en kinderen onderling
Bv. samen spelen, samen werken, samen babbelen
Praten als kind (verlegen,…) is makkelijker in kleine groepjes dan in een grote groep (onthaal),
sterk talige kinderen zullen sneller antw. in kring.
Veel spreekkansen geven aan alle kleuters
Bv. Samen gaan lezen in boek, praat ronde veranderen in babbelvriendjes: praten met je buur.
Veel taal uitlokken
Ga in gesprek met kinderen: Jules taalrijk uit bed halen: wat heeft hij aan, zijn pyjama, wat
moeten we aan doen voor school, en de regen,…
Kiezen voor interactieve werkvormen
, Context
Rijke leeromgeving met veel ervaringskansen en kansen om die ervaringen te koppelen aan
taal
Bv. exploratie bak met blaadjes, nootjes,.. (Door exploratie gaan ze ook woordenschat
gebruiken.)
Betekenisvolle activiteiten, hoeken, routines, …, die zorgen voor betrokkenheid
Geen focus op méér taalactiviteiten, maar op méér taal in alles.
Er is een oefening in ppt met video
Def : tic= taal ontwikkelende interacties
Ontwikkelingsgerichte interactie
Wat zijn kwaliteitsvolle ontwikkelingsgerichte interacties?
= Dat zijn interacties die
taal en denken ontwikkelen
aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling
plaatsvinden binnen een betekenisvolle, levensechte context
1. Taal- en denk ontwikkelende interacties
Taal en denken stimuleren via interacties, hoe doe je dat?
1.1 Een kwestie van stijl!
3 interactiestijlen=
- Non-productieve stijl = minst effect op taalontwikkeling
(gesprekken waar maar 1 antwoord correct is bv; hoeveel beren zie je = schoolse gesprekken)
- Passief-productieve stijl = tweede rond taalgroei bij kleuters
(meer open vragen en input, maar nog weinig beurtwissel)
- Actief-productieve stijl = grootste groei rond taalontwikkeling
(rijke betekenisvolle, gedeelde ervaringen) groter zelfbeeld, kinderen hebben meer inbreng
Beste stijl :
-actief productieve stijl
Welke problemen ontdekten de onderzoekers frijns en peleman :
- Er zijn veel schoolse gesprekken
- Weinig beurtwissels
- Kinderen met die meer oefenkansen nodig hebben, andere taal praten hebben vaak
minder interactiekansen, aan de beurt komen.
TOL= TaalOntwikkelend Lesgeven
= Een manier van lesgeven waarbij de leerkracht in alle vakken, de hele dag door, de taalontwikkeling
van leerlingen stimuleert.
HOE KAN JOUW AANPAK ERVOOR ZORGEN DAT DE TAAL VAN KLEUTERS EROP VOORUITGAAT?
drie pijlers voor taalontwikkeling, examenvraag
Door te zorgen voor:
- taalsteun
- interactie
- context
3 principes/ fundamenten in taalstimulerend les geven
Taalsteun
Rijk taalaanbod (correct, begrijpelijk, uitdagend, op maat) – rijke woordenschat
Bv. bij een boek voorlezen en er is een moeilijk woord in kan je het veranderen met een
synoniem
Extra ondersteuning (bijv. verbaal of visueel verduidelijken, helpen verwoorden)
Bv. kleuter helpen met woorden of zin als hij/zij woord niet weet
Feedback geven op taal (impliciet corrigeren of expanderen)
Impliciet corrigeren: taalfout verbeteren maar niet de hele tijd!
Expanderen: verbeter de fout maar voegt er nog extra woorden, maakt er en een zin van.
Interactie
tussen leerkracht-kind en kinderen onderling
Bv. samen spelen, samen werken, samen babbelen
Praten als kind (verlegen,…) is makkelijker in kleine groepjes dan in een grote groep (onthaal),
sterk talige kinderen zullen sneller antw. in kring.
Veel spreekkansen geven aan alle kleuters
Bv. Samen gaan lezen in boek, praat ronde veranderen in babbelvriendjes: praten met je buur.
Veel taal uitlokken
Ga in gesprek met kinderen: Jules taalrijk uit bed halen: wat heeft hij aan, zijn pyjama, wat
moeten we aan doen voor school, en de regen,…
Kiezen voor interactieve werkvormen
, Context
Rijke leeromgeving met veel ervaringskansen en kansen om die ervaringen te koppelen aan
taal
Bv. exploratie bak met blaadjes, nootjes,.. (Door exploratie gaan ze ook woordenschat
gebruiken.)
Betekenisvolle activiteiten, hoeken, routines, …, die zorgen voor betrokkenheid
Geen focus op méér taalactiviteiten, maar op méér taal in alles.
Er is een oefening in ppt met video
Def : tic= taal ontwikkelende interacties
Ontwikkelingsgerichte interactie
Wat zijn kwaliteitsvolle ontwikkelingsgerichte interacties?
= Dat zijn interacties die
taal en denken ontwikkelen
aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling
plaatsvinden binnen een betekenisvolle, levensechte context
1. Taal- en denk ontwikkelende interacties
Taal en denken stimuleren via interacties, hoe doe je dat?
1.1 Een kwestie van stijl!
3 interactiestijlen=
- Non-productieve stijl = minst effect op taalontwikkeling
(gesprekken waar maar 1 antwoord correct is bv; hoeveel beren zie je = schoolse gesprekken)
- Passief-productieve stijl = tweede rond taalgroei bij kleuters
(meer open vragen en input, maar nog weinig beurtwissel)
- Actief-productieve stijl = grootste groei rond taalontwikkeling
(rijke betekenisvolle, gedeelde ervaringen) groter zelfbeeld, kinderen hebben meer inbreng
Beste stijl :
-actief productieve stijl
Welke problemen ontdekten de onderzoekers frijns en peleman :
- Er zijn veel schoolse gesprekken
- Weinig beurtwissels
- Kinderen met die meer oefenkansen nodig hebben, andere taal praten hebben vaak
minder interactiekansen, aan de beurt komen.