Gedrag
Definitie:
→ Gedrag = resultaat van de wisselwerking tussen persoon (P) en
omgeving (O)
Formule: G = f(P × O) (Kurt Lewin)
Voorbeeld:
Prikkel: iemand laat iets vallen → Jij bent behulpzaam → Jij helpt → =
gedrag
Factoren die gedrag beïnvloeden:
Intern: emoties, motivatie, karakter
Extern: opvoeding, media, school, cultuur, gebeurtenissen (bv.
corona)
Combi van factoren:
→ Rellen tijdens coronabetogingen = intern (impulsief) + extern
(maatschappelijke frustratie)
Sociaal gedrag
= gedrag dat met anderen te maken heeft
Soorten:
Prosociaal gedrag: anderen helpen
Antisociaal gedrag: anderen schaden / niet helpen
Prosociaal gedrag
Betekenis: gedrag dat welzijn van anderen bevordert
Voorbeelden:
Hulp bij rampen (Wallonië-overstromingen 2021)
, Vrijwilligerswerk
Donaties / solidariteit
Waarom helpen we?
1. Sociale uitwisselingstheorie → helpen omdat het iets oplevert
(ervaring, waardering, karma 😅)
2. Altruïsme → puur belangeloos helpen, ook al kost het iets
3. Empathie-altruïsmehypothese (Batson) → we helpen als we
echt voelen wat de ander voelt
Factoren die helpen beïnvloeden:
Ingroup-bias → we helpen sneller mensen die op ons lijken
Vooroordelen / uiterlijk → halo-effect = mooie mensen lijken
“beter”
Bystander effect → meer getuigen = minder hulp
Omgekeerd bystander effect → bij levensgevaar → wél meer hulp
Antisociaal gedra
= gedrag dat anderen schaadt / uitsluit
a) Discriminatie
= negatief gedrag tegenover iemand omwille van groepslidmaatschap
Attitude = 3 delen:
Cognitief Affectief Conatief
Denken Voelen Doen
(stereotypen) (vooroordelen) (discriminatie)
Redenen voor discriminatie:
afkomst / naam
geslacht (seksisme)
leeftijd
beperking
seksuele geaardheid