HC3: Voortplantingsstelsel
Gemeenschappelijk
= Dingen die ontwikkelen voor 6 weken van de embryonale ontwikkeling
- Gonaden/geslachtsklieren
o Aanmaak van gameten/geslachtscellen: eicel & zaadcel
o Productie van hormonen
- Kanalen
o Opnemen & vervoer gameten (geslachtscellen)
- Accessoire klieren
o Aanmaak vloeistoffen
- Externe geslachtsorganen
= Delen van de geslachtsorganen die je aan de buitenkant van het lichaam kunt zien
o Structuren van perineum (= gebied tussen anus en schaambeen)
Mannelijk voortplantingsorgaan
Inwendig
Ductus deferens (= zaadleider)
- Loopt in buikholte via lieskanaal
Accessoire klieren (= Klieren die zorgen dat de zaadcellen extra vocht krijgen om te bewegen)
- Vesicula seminales (= zaadblaasjes)
o Aanmaak van 60% van het zaadvocht
o Bestaat uit:
Fructose (energiebron voor zaadcellen
Prostaglandinen (helpen bij beweging van zaadcellen)
Fibrinogeen (zorgt ervoor dat sperma na ejaculatie kort kan indikken kan
beter in vagina blijven)
- Prostaat
o Aanmaak van prostaatvocht (30% van het zaadvocht)
- Cowperklieren
o Zorgen voor afgifte van alkalisch slijm (slijm beschermd zaadcellen in de vagina)
Testes (teelballen)
= gonaden (aanmaak van zaadcellen & productie van hormonen)
, - Tunica albuginea
= Stevig bindweefsel dat de beschermde rand is voor de testes
- Tubuli seminiferi (= testiskanaaltjes)
= Kleine buisjes in de wanden van de tunica albuginea
waar de zaadcellen worden gemaakt.
- Rete testes
= Netwerk van fijne kanaaltjes in testes
- Ductulus efferens testis
= Kleine buisjes die rete testes verbinden met epididymis
Externe genitalia
= Delen van de geslachtsorganen die je aan de buitenkant van het lichaam kunt zien.
Scrotum
=balzak
Penis
- Wortel
= vaste gedeelte waarmee de penis aan het lichaam verbonden is
- Lichaam
= buisvormige gedeelte (3 cilinders van erectiel weefsel)
o Erectiel weefsel (vult met bloed bij erectie)
Corpora cavernosa: twee cilindervormige structuren, bovenaan de penis
Corpus spongiosum: Sponsachtig weefsel rond urethra
o Urethra
- Glans
Hormoon regulatie
- Continu proces dat stopt bij sterfte
- Hormonen deels hetzelfde als bij vrouw
Hypothalamus geeft GnRH af hypofyse hypofyse geeft LH en FSH af
- FSH: stimuleert sertolicellen sertolicellen zorgen voor afgifte van inhibine inhibine
zorgt voor negatieve terugkoppeling van FSH (Zorgt ervoor dat als FSH afgeremd wordt
als het teveel is)
- LH: Zorgt voor afgifte van testosteron afgifte van testosteron zorgt voor
o Effecten op het CZS
o Stimulering van bot-en spiergroei
o Vorming en onderhoud van secundaire mannelijke geslachtskenmerken
o Onderhoud van accessoire klieren en organen
Sertolicellen stimuleren
Negatieve terugkoppeling van GnRH (als er te veel testosteron is gaat de afgifte
van GnRH afnemen)
Gemeenschappelijk
= Dingen die ontwikkelen voor 6 weken van de embryonale ontwikkeling
- Gonaden/geslachtsklieren
o Aanmaak van gameten/geslachtscellen: eicel & zaadcel
o Productie van hormonen
- Kanalen
o Opnemen & vervoer gameten (geslachtscellen)
- Accessoire klieren
o Aanmaak vloeistoffen
- Externe geslachtsorganen
= Delen van de geslachtsorganen die je aan de buitenkant van het lichaam kunt zien
o Structuren van perineum (= gebied tussen anus en schaambeen)
Mannelijk voortplantingsorgaan
Inwendig
Ductus deferens (= zaadleider)
- Loopt in buikholte via lieskanaal
Accessoire klieren (= Klieren die zorgen dat de zaadcellen extra vocht krijgen om te bewegen)
- Vesicula seminales (= zaadblaasjes)
o Aanmaak van 60% van het zaadvocht
o Bestaat uit:
Fructose (energiebron voor zaadcellen
Prostaglandinen (helpen bij beweging van zaadcellen)
Fibrinogeen (zorgt ervoor dat sperma na ejaculatie kort kan indikken kan
beter in vagina blijven)
- Prostaat
o Aanmaak van prostaatvocht (30% van het zaadvocht)
- Cowperklieren
o Zorgen voor afgifte van alkalisch slijm (slijm beschermd zaadcellen in de vagina)
Testes (teelballen)
= gonaden (aanmaak van zaadcellen & productie van hormonen)
, - Tunica albuginea
= Stevig bindweefsel dat de beschermde rand is voor de testes
- Tubuli seminiferi (= testiskanaaltjes)
= Kleine buisjes in de wanden van de tunica albuginea
waar de zaadcellen worden gemaakt.
- Rete testes
= Netwerk van fijne kanaaltjes in testes
- Ductulus efferens testis
= Kleine buisjes die rete testes verbinden met epididymis
Externe genitalia
= Delen van de geslachtsorganen die je aan de buitenkant van het lichaam kunt zien.
Scrotum
=balzak
Penis
- Wortel
= vaste gedeelte waarmee de penis aan het lichaam verbonden is
- Lichaam
= buisvormige gedeelte (3 cilinders van erectiel weefsel)
o Erectiel weefsel (vult met bloed bij erectie)
Corpora cavernosa: twee cilindervormige structuren, bovenaan de penis
Corpus spongiosum: Sponsachtig weefsel rond urethra
o Urethra
- Glans
Hormoon regulatie
- Continu proces dat stopt bij sterfte
- Hormonen deels hetzelfde als bij vrouw
Hypothalamus geeft GnRH af hypofyse hypofyse geeft LH en FSH af
- FSH: stimuleert sertolicellen sertolicellen zorgen voor afgifte van inhibine inhibine
zorgt voor negatieve terugkoppeling van FSH (Zorgt ervoor dat als FSH afgeremd wordt
als het teveel is)
- LH: Zorgt voor afgifte van testosteron afgifte van testosteron zorgt voor
o Effecten op het CZS
o Stimulering van bot-en spiergroei
o Vorming en onderhoud van secundaire mannelijke geslachtskenmerken
o Onderhoud van accessoire klieren en organen
Sertolicellen stimuleren
Negatieve terugkoppeling van GnRH (als er te veel testosteron is gaat de afgifte
van GnRH afnemen)