100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Zeer volledige samenvatting microbiologie - deel Prof. Delputte - 3e bach diergeneeskunde

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
88
Geüpload op
09-10-2025
Geschreven in
2024/2025

Zeer volledige samenvatting van microbiologie, deel van Prof. Delputte. Alle informatie van de slides + wat prof heeft gezegd in de les staat erin. Alles duidelijk uitgeschreven en verder uitgelegd! zaken aangeduid met rood sterretje vindt hij belangrijk. Opgeloste oefeningen en oefenvragen inbegrepen! Laatste deel van RNA virussen niet meer samengevat. Dit had ik geleerd uit de slides.

Meer zien Lees minder















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
9 oktober 2025
Aantal pagina's
88
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

SAMENVATTING MICROBIOLOGIE –
PARTIM DELPUTTE

* betekent dat er over dit onderdeel al examenvragen zijn geweest, deze inhoud is dus iets
belangrijker en kan op het examen gevraagd worden.

HOOFDSTUK 1 – INTRODUCTIE TOT DE MICROBIOLOGIE

HISTORIEK VAN DE MICRO-ORGANISMEN

Het eerste leven (eencellige micro-organismen) is 4 miljard jaar geleden ontstaan. De eerste apen zijn
10 miljoen jaar geleden ontstaan
-> is een groot en belangrijk verschil!: virussen en bacteriën hebben een veel langere evolutie achter
de rug, ze zijn geperfectioneerd voor het leven op aarde en we kunnen ze daarom moeilijk volledig
onderdrukken => micro-organismen zullen er altijd zijn! (bv coronavirus zal nooit meer weggaan)
micro-organismen passen zich ook veel beter en sneller aan. Zoogdieren passen zich moeilijker aan
wat een nadeel biedt. Waarom? Eencellige organismen hebben een kortere regeneratietijd

Vroeger: men dacht dat ziektes veroorzaakt werden door bovennatuurlijke krachten zoals bv de
duivel en dus niet door biologische gebeurtenissen
De kennis en bewustzijn van kleine, niet zichtbare levensvormen is eigenlijk heel recent en ook heel
langzaam verworven. Men is te weten gekomen dat infecties veroorzaakt werden door kleine
organismen via 3 zaken:

• Van Leeuwenhoek is erin geslaagd om deze organismen zichtbaar te maken
• We hebben de micro-organismen kunnen isoleren
• We hebben de micro-organismen kunnen karakteriseren, we konden er eigenschappen aan
toeschrijven

Desondanks had men nog steeds tot halverwege de 19e eeuw het idee dat er spontane generatie was
van micro-organismen kon zijn. Louis Pasteur heeft dan aangetoond dat micro-organismen niet
zomaar van uit het niets kunnen ontstaan en dat ze afkomstig zijn van andere micro-organismen die
overal in de omgeving aanwezig zijn.

Antonie van Leeuwenhoek (1632 -1723) *
Antonie van Leeuwenhoek was geen wetenschapper en was origineel eigenlijk ook helemaal niet
bezig met micro-organismen. Hij was de eerste die lenzen en microscopen maakten met een
vergroting van 100x tot 300x. Begon hier onder andere bloed mee te bekijken. Hij zag overal kleine
levende wezens terugkomen => noemde deze de animalcules. Hij documenteerde dat de wereld
bestaat uit deze piepkleine levende animalcules en dat er verschillende soorten waren die allemaal
heel erg klein zijn. Hij was de eerste die RBC beschreef en hij tekende dit ook. Hij beschreef ook
bacteriën en de bewegingen van deze bacteriën.

,Louis Pasteur (1822-1895) *
Louis Pasteur toonde relatie aan tussen micro-organismen en ziekten. Een van zijn belangrijkste
bevindingen was het concept van de biogenese die de spontane generatie vervangt. “alle bacteriën
komen uit bacteriën” => biogenese = alle levende wezens komen uit andere levende wezens. Hij
toonde dit aan via een experiment met een zwanennek fles, dewelke via een klein gaatje in contact
staat met de buitenwereld. Verloop experiment:

1) medium waar makkelijk bacteriën in groeien breng je in zwanennek fles. Je gaat vloeistof
voor lange tijd verhitten. Er konden geen bacteriën in vloeistof groeien.
=> bij het koken van een vloeistof verdwijnen kiemen + er groeien ook geen kiemen in dus er
is geen spontane generatie
2) medium waar makkelijk bacteriën in groeien breng je in zwanennek fles. Je gaat vloeistof
voor lange tijd verhitten. Zwanennek werd van fles afgebroken. Fles vrije toegang tot lucht
=> bij het koken van een vloeistof verdwijnen kiemen MAAR door blootstelling aan lucht zag
hij dat er wel bacteriën in groeiden
3) medium waar makkelijk bacteriën in groeien breng je in zwanennek fles. Je gaat vloeistof
voor lange tijd verhitten. Zwanennek fles kantelen waardoor vloeistof tot begin aan de tip
komt en dan zwanennek fles terug recht zetten
=> bij het koken van een vloeistof verdwijnen kiemen MAAR doordat vloeistof even in
rechtstreeks contact stond met buitenwereld konden er ook bacteriën in groeien

proces waarbij vloeistof verhit wordt waarbij kiemen verdwijnen = pasteuratie

weet: door vorm zwanennek kunnen geen bacteriën vanuit de buitenwereld tot aan de vloeistof
geraken want bacteriën vallen naar beneden + bij verhitten komt waterdamp vrij dewelke
eventuele bacteriën in de zwanennek fles capteert

=>zijn conclusie: « Omne vivum ex vivo » alle leven komt uit leven

Pasteur beschreef ook de ‘Kiemtheorie van ziekte’: infectieuze ziekten zijn veroorzaakt door micro-
organismen, erg kleine organismen die je niet kan zien met blote oog , die de gastheer binnendringen

Robert Koch (1843–1910) *
Robert Koch stelde de postulaten van Koch op: 4 criteria om uit te kunnen maken of een bepaalde
kiem de oorzaak is van een bepaalde ziekte (EXAMEN!!)

1) Je moet micro-organismen kunnen terugvinden in zieke dieren in grote hoeveelheden, maar
ze mogen niet worden teruggevonden bij gezonde dieren
2) Je moet micro-organismen kunnen isoleren en ze kunnen groeien in een zuivere cultuur
3) Het gekweekte micro-organisme zou ziekte moeten veroorzaken wanneer het wordt
ingebracht in een gezond dier, waarbij dier dezelfde symptomen vertoont als het eerste dier
4) Het micro-organisme moet nu ook uit dit zieke dier geïsoleerd kunnen worden

=>je hebt aangetoond dat bepaald micro-organisme verantwoordelijk is voor bepaalde ziekte

Problemen met de postulaten van Koch:

, 1) Niet altijd van toepassing: sommige dieren doorgaan een subklinische infectie waarbij ze
geen symptomen vertonen. Ze zijn dus wel geïnfecteerd door pathogeen maar vertonen
geen ziekte => infectie ≠ ziekte!!!!
2) Niet altijd van toepassing: niet alle micro-organismen kunnen geïsoleerd worden
3) Niet altijd van toepassing: het is niet omdat dier wordt ingespoten met pathogeen
(blootgesteld wordt aan pathogeen) dat dier ziek wordt (Koch besefte dit zelf al en gebruikte
daarom in zijn postulaat ‘should cause disease’ en niet ‘must cause disease’)
4) Idem als bij postulaat 2
+ is het ethisch om gezonde dieren in te spuiten met ziekteverwekker?

3 grote aanpassingen ter vorming van de postulaten van Koch voor de 21e eeuw:

1) We kijken niet meer naar micro-organisme maar naar zijn genoom/ nucleïnezuur
-> bij bacteriën kijk je naar DNA
-> bij virussen kijk je naar DNA of RNA
2) Weefselspecificiteit: je gaat niet meer organisme in geheel bekijken. Je moet pathogeen
terugvinden in orgaan dat ziek is en vaak nog meer specifiek in bepaalde cellen van die
bepaalde organen.
3) We hebben te maken met een balans: bij zieke dieren ga je meer pathogenen zien, bij niet-
zieke dieren zie je minder pathogenen => er wordt dus gewerkt met relatieve nummers
waarbij de hoeveelheden relatief zijn, we spreken niet meer van aan- en afwezig

In totaal zijn er 7 aanpassingen ter vorming van de postulaten van Koch voor de 21e eeuw, die zijn
beschreven door Fredricks en Relman (te kennen maar 3 grote van hierboven zijn de belangrijkste)

1) Zie hierboven
2) Zie hierboven
3) Zie hierboven
4) Als de detectie van sequenties voorafgaat aan ziekte, of als het aantal kopieën van
sequenties correleert met de ernst van de ziekte of pathologie, is het waarschijnlijker dat de
sequentie-ziekteassociatie een oorzakelijk verband is. (?)
5) De aard van het micro-organisme, afgeleid uit de beschikbare sequentie, moet consistent zijn
met de bekende biologische kenmerken van die groep organismen
6) Weefselsequentiecorrelaten moeten worden gezocht op cellulair niveau: er moet worden
gestreefd naar het demonstreren van specifieke in situ hybridisatie van microbiële sequentie
met gebieden van weefselpathologie en op zichtbare micro-organismen of op gebieden waar
micro-organismen vermoedelijk aanwezig zijn.
7) Deze op sequentie gebaseerde vormen van bewijs voor microbiële causaliteit moeten
reproduceerbaar zijn.

ONDERVERDELING IN MICROBIOLOGIE

Tot de microbiologie behoort:

• Bacteriologie = studie van bacteriën
• Mycologie = studie van schimmels
• Virologie = studie van virussen

, • Studie van de niet-conventionele agentia, waaronder prionen
-> vb prionziekte: ziekte van Creutzfeldt-Jakob, dollenkoeienziekte
-> prionen = besmettelijke eiwitten, eigenschappen:
o hebben een fout in hun driedimensionale structuur
o ze zijn infectieus, kunnen andere normale eiwitten ‘besmetten’ -> wanneer normaal
eiwit met prion in contact komt, dan zal het zijn driedimensionale structuur ook
veranderen naar die foute vorm
o fout gevouwen structuur is heel erg stabiel en kan niet afgebroken worden ->
resistent tegen proteasen (enzymen die normaal instaan om fout gevouwen eiwitten
af te breken)

MICROSCOPISCHE TECHNIEKEN IN DE MICROBIOLOGIE

techniek uitleg
Helder-veld microscopie Demonstratie van de morfologie en grootte van gekleurde
bacteriën en fungi.
Fase-contrast microscopie Examineren van ongekleurde cellen in suspensie.
Donker-veld microscopie Examineren van ongekleurde bacteriën in suspensie
Fluorescentie microscopie Biedt de mogelijk om bepaalde componenten van de
micro-organismen aan te kleuren.
Transmissie elektronen microscopie Demonstratie van virussen in biologisch materiaal en
identificatie van ultrastructurele details van oa bacteriën
Scanning elektronen microscopie Demonstratie van driedimensionale structuur van micro-
organismen


Elektronen microscopie: wordt vooral gebruikt om virussen te onderzoeken
Lichtmicroscopie: laat niet toe om virussen te zien want hier zijn de virussen te klein voor

Helder-veld microscopie
probleem: onvoldoende contrast!! Veel zaken zijn niet zichtbaar
-> hoe meer contrast creëren? Kleurstoffen gebruiken om micro-organismen aan te kleuren en ze zo
dus beter zichtbaar te maken. Bv gram-kleuring
-> let op: kleuring kan enkel toegepast worden op dode organismen

Fase-contrast microscopie
Gebruikt om het contrast van cellen die je niet kleurt te verhogen, bv levende cellen.


2 lichtbundels met een faseverschil, lichtstralen worden zo
verstrooid, afhankelijk van breking objectief wordt licht steker
of zwakker: donkere zones worden donkerder, lichtere zones
worden lichter

,Donker-veld microscopie
Ook gebruikt om het contrast van cellen die je niet kleurt te verhogen, bv levende cellen.
Als er geen plaatje ligt dan komt bij donker-veld microscopie de lichtbron nooit op objectief! Je ziet
dan gewoon donket. Als er wel plaatje onderligt dan worden lichtstralen verstrooid en komen er wel
lichtstralen op objectief waardoor je beeld krijgt.




Fase-contrast: zaken worden sterk uitvergroot, fase-contrast microscoop wordt veel gebruikt
Donker-veld: op alle plaatsen waar je geen lichtverstrooiing hebt, zie je zwart

GROOTTE EN MORFOLOGIE VAN MICRO -ORGANISMEN

* Als we spreken over bacteriën: gebruiken micrometer (µm) -> hebben ongeveer diameter van 1µm
Als we spreken over kolonies van bacteriën of kolonies van fungi: gebruiken millimeter -> deze zijn
zichtbaar met het blote oog
Als we spreken over virussen: gebruiken nanometer (nm) -> hebben ongeveer diameter van 20-
300nm
DUS bacteriën niet zichtbaar met blote oog tenzij ze als kolonies groeien, virussen ga je nooit kunnen
zien met blote oog

,Bacteriën *




Afmetingen
kennen



Fungi


Afmetingen
kennen




Virussen *

Afmetingen
kennen



Poxvirussen zijn de grootste virussen, parvovirussen zijn de kleinste virussen
Virussen zijn erg klein! Veel kleiner dan bacteriën -> kan je dus enkel zien met elektronenmicroscopie

BELANGRIJK: bacteriën en schimmels zijn cellen. Virussen zijn geen cellen!!! -> hebben geen kern

BIOLOGISCHE CLASSIFICATIE EN NOMENCLATUUR

*Taxonomie = wetenschap van het ordelijk classificeren van organismen in hiërarchische eenheden,
die taxa worden genoemd (enkelvoud taxon)

Drie onderling gerelateerde onderdelen van taxonomie:

• identificatie
• nomenclatuur (naamgeving)
• classificatie

taxonomie is belangrijk voor:

• de identificatie van organismen
• precise namen geven aan organismen maakt communicatie makkelijk
• taxonomie kan organismen groeperen die gelijkaardige ziektes/mechanismes hebben -> als
je 1 organisme kent van een bepaalde groep dan gelden deze eigenschappen ook voor
andere organismen binnen die groep => maakt het mogelijk om met redelijke zekerheid
voorspellingen en hypotheses te doen over leden van dezelfde groep

,Hoe gebeurde taxonomie vroeger? Vroeger werden micro-organismen ingedeeld obv hun fenotype
(anatomie, morfologie) en kenmerken die unieke metabole eigenschappen weerspiegelden (bv
voedingsstoffen toevoegen aan bacteriën die dit fermenteren naar andere zaken die je kan meten, zo
zijn er bacteriën die van suikers alcohol maken)
Genotypische analyse heeft geleid tot veranderingen in de classificatie en nomenclatuur van micro-
organismen -> er wordt dus niet meer gekeken naar het fenotype maar naar het genotype

• genotype: genetische samenstelling van een organisme
• fenotype: hoe genetische samenstelling tot uiting komt, dus de uiterlijke kenmerken die tot
expressie komen

genotypische analyses: methodes:

1) ‘oudere’ technieken -> niet te kennen
2) Genetisch sequeneren: sequentie van genoom bepalen
-> taxonomie weerspiegelt zo steeds meer de fylogenetische relaties (=evolutionaire
verwantschappen) tussen de MO

Hepatitis E: leverziekte bij de mens veroorzaakt door infectie van een
virus (HEV = hepatitis E virus)
transmissie van virus gebeurt van geïnfecteerde varkens op de mens
(fecaal-oraal) of via bepaalde voedingsmiddelen die besmet zijn
In bepaalde delen van de wereld is de ziekte ernstiger dan in andere
delen van de wereld: men heeft sequentie bepaalt van HEVs over
hele wereld en deze vergeleken -> ontstaan van clusters bv HEV-1,
HEV-4, … -> bij nieuw hepatitisgeval: gaat sequentie van dit HEV
bepalen -> kan zo zien tot welke cluster het behoort en of je te
maken hebt met een gevaarlijke of minder gevaarlijke variant van het
virus

Taxonomische unit: species – genus – families – orden – klasse –
stam (phylum) – rijk – domein – leven
species is basis taxonomische unit: dit wordt gebruikt om te classiciferen

Weet: classificatie verandert regelmatig!

INFECTIE EN IMMUNITEIT

*Infectieuze ziekte = besmettelijke, klinisch duidelijke ziekte (dwz karakteristieke medische tekenen
en/of symptomen moeten aanwezig zijn) die het gevolg is van die infectie. Er is aanwezigheid en
groei van pathogene biologische agentia in een gastheerorganisme
(DEFINITIE BELANGRIJK EXAMEN!!)

In sommige gevallen kan een infectieuze ziekte asymptomatisch zijn gedurende een groot deel of
zelfs gedurende het volledige verloop in de gastheer.

Een infectie ≠ infectieuze ziekte !!!!!! Je wordt voortdurend geïnfecteerd maar niet alle infecties
veroorzaken een infectieuze ziekte!

, Soorten interacties tussen micro-organismen en gastheer: (EXAMEN!) *

• Infectiviteit = vermogen van een micro-organisme om infectie te veroorzaken
-> sommige micro-organismen veroorzaken bv geen infecties
• Pathogeniciteit = vermogen van een micro-organisme om een infectieuze ziekte te
veroorzaken, dwz pathologische of pathofysiologische veranderingen
• Virulentie = de mate van pathogeniciteit van een micro-organisme, aangegeven door
- sterftecijfers voor een infectieziekte
- vermogen om weefsels van de gastheer binnen te dringen en te beschadigen
-> virulentie is geen absolute maatstaf! Je kan niet zeggen dat iets bv 30 of 50 keer virulent is,
virulentie is een relatieve parameter!
• Opportunistische infectie = wanneer de immuniteit van de gastheer is aangetast waardoor
een micro-organisme die normaal geen infectie of ziekte veroorzaakt nu wel infectie of ziekte
veroorzaakt (bv koortsblaas die opkomt bij een verzwakt immuunsysteem)
• Synergisme = maakt het mogelijk dat een micro-organisme pathogeen wordt terwijl het dat
normaal niet is -> doordat de aanwezigheid van bepaalde MO de groei of activiteit van
andere MO bevorderen, synergisme verwijst naar een situatie waarin MO elkaar
ondersteunen
• Pathogene micro-organismen = micro-organismen die in staat zijn ziekte te veroorzaken

Vb van een micro-organisme dat niet pathogeen is: microbioom

Voorbeelden van enkele infectieuze ziekten



bacteriële pneumonie: je ziet
bloedingen in de long, necrotisch
longweefsel




FIP virus: feliene infectieuze peritonitis -> virus lijkt sterk op SARS-2 virus (coronavirus)
€8,66
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
maaikegs1

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Volledige samenvatting microbiologie deel Cos deel Delputte - 3e bach diergeneeskunde.
-
1 2 2025
€ 17,32 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
maaikegs1 Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
2 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen