SAMENVATTING PEDAGOGISCH
HANDELEN
INLEIDING
Pedagogie = Griekse wetenschap ‘paidagoogia’ (pais = kind, agogein = leiden)
= de wetenschappelijke studie van het opvoedingsgebeuren
Leraar = professioneel gevormde opvoeder (met pedagogisch model als
handvaten)
vereenvoudiging van de
werkelijkheid
Wat doe je in onvoorziene situaties
Direct ageren
Niet ageren (ook een boodschap)
Interventies afwegen per kind
HET PEDAGOGISCH MODEL
HET KIND EN ZIJN PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN
Verbondenheid: behoefte aan veiligheid en geborgenheid
Als je een warme hechte band hebt met de lln voelen ze zich op hun
gemak
Competentie: behoefte om dingen te kunnen
Stimuleert het zelfvertrouwen
Autonomie: behoefte om zelf sturing te geven aan wat ze doen
Biedt situaties aan waarin ze zelf keuzes kunnen maken
Motiveert de lln
zorgen samen voor een veilige onderwijsleersituatie
EEN PEDAGOGISCH ANTWOORD: DE BASISHOUDING VAN DE LEERKRACHT
Waarderen: elk kind onvoorwaardelijk accepteren
Ondersteunen: een helpende hand bieden aan de lln om de wereld te verkennen
Uitdagen: het kind activeren en zelf beslissingen laten maken waardoor het zich
verder ontwikkeld
Vertrouwen: het kind laten ervaren dat je in hem/haar gelooft, het loslaten en
een ontdekkingsproces gunt
, CONTEXTEN WAARBINNEN OPVOEDEN PLAATSVINDT
Thuiscontext (gezin): primaire opvoeders met eigen normen en waarden die bij
iedereen verschillen
Peergroup: groep van leeftijdsgenoten (klas, sportclub, jeugdbeweging, …)
Leerkracht: professionele opvoeder (relatie met elk kind in de klas)
School: 2e opvoedingsmilieu met eigen normen en waarden die niet gelijk lopen
met die van het 1e (gezin)
Buurt: wijk met gedeelde waarden en normen
Inzicht in de verschillende contexten helpt ons te begrijpen hoe een kind zich
gedraagt en waarom
ALGEMENE CONTEXT WAARBINNEN OPVOEDEN PLAATSVINDT
Maatschappij- en mensbeeld: eigen waarden en normen per maatschappij i.v.m.
het omgaan met kinderen
HET PEDAGOGISCH MODEL
Het kind en zijn
psychologische
basisbehoeften
De basishouding van de
leerkracht
Contexten waarbinnen
opvoeden plaatsvindt
HANDELEN
INLEIDING
Pedagogie = Griekse wetenschap ‘paidagoogia’ (pais = kind, agogein = leiden)
= de wetenschappelijke studie van het opvoedingsgebeuren
Leraar = professioneel gevormde opvoeder (met pedagogisch model als
handvaten)
vereenvoudiging van de
werkelijkheid
Wat doe je in onvoorziene situaties
Direct ageren
Niet ageren (ook een boodschap)
Interventies afwegen per kind
HET PEDAGOGISCH MODEL
HET KIND EN ZIJN PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN
Verbondenheid: behoefte aan veiligheid en geborgenheid
Als je een warme hechte band hebt met de lln voelen ze zich op hun
gemak
Competentie: behoefte om dingen te kunnen
Stimuleert het zelfvertrouwen
Autonomie: behoefte om zelf sturing te geven aan wat ze doen
Biedt situaties aan waarin ze zelf keuzes kunnen maken
Motiveert de lln
zorgen samen voor een veilige onderwijsleersituatie
EEN PEDAGOGISCH ANTWOORD: DE BASISHOUDING VAN DE LEERKRACHT
Waarderen: elk kind onvoorwaardelijk accepteren
Ondersteunen: een helpende hand bieden aan de lln om de wereld te verkennen
Uitdagen: het kind activeren en zelf beslissingen laten maken waardoor het zich
verder ontwikkeld
Vertrouwen: het kind laten ervaren dat je in hem/haar gelooft, het loslaten en
een ontdekkingsproces gunt
, CONTEXTEN WAARBINNEN OPVOEDEN PLAATSVINDT
Thuiscontext (gezin): primaire opvoeders met eigen normen en waarden die bij
iedereen verschillen
Peergroup: groep van leeftijdsgenoten (klas, sportclub, jeugdbeweging, …)
Leerkracht: professionele opvoeder (relatie met elk kind in de klas)
School: 2e opvoedingsmilieu met eigen normen en waarden die niet gelijk lopen
met die van het 1e (gezin)
Buurt: wijk met gedeelde waarden en normen
Inzicht in de verschillende contexten helpt ons te begrijpen hoe een kind zich
gedraagt en waarom
ALGEMENE CONTEXT WAARBINNEN OPVOEDEN PLAATSVINDT
Maatschappij- en mensbeeld: eigen waarden en normen per maatschappij i.v.m.
het omgaan met kinderen
HET PEDAGOGISCH MODEL
Het kind en zijn
psychologische
basisbehoeften
De basishouding van de
leerkracht
Contexten waarbinnen
opvoeden plaatsvindt