Stimulerend leeromgeving
H1: Evalueren: de basis voor een succesvolle klaspraktijk
Wat evalueren? Wat is een goede toets?
Evaluatie zorgt er voor dat je
1) een beeld krijgt van wat je llng kennen en kunnen
2) zicht krijgt op de effectiviteit van je instructie
3) bijgevolg je eigen lespraktijk kan verbeteren of aanpassen
Waarom evalueren?
● Goed evaluatie = basis voor effectief onderwijs
○ Wat is het nut van evaluatie?
■ Je kan achterhalen of iedereen mee is. Ook kan je een beeld
schetsen over het niveau van je leerlingen. Je hebt controle over je
leerlingen, in name hun groei.
■ Je merkt op of je uitleg duidelijk is.
■ Je kan je doel (van je les) controleren.
○ Wat leer je door te evalueren?
■ Je ziet welke leerstof de leerlingen nog wat moeilijk vinden en je nog
eens kan herhalen. Je kan ermee ook zien welke leerstof
(on)voldoende gekend is om wat verder te gaan. Je ziet het ook per
persoon hoe ver ze staan met de leerstof.
■ Je leert uit je fouten.
○ Waarom evalueer je?
■ Om een zicht te krijgen op de ontwikkeling van je leerlingen. Na een
bepaalde periode krijg je een duidelijk beeld over de groei van je
leerling.
■ Om stappen te kunnen zetten tot differentiëren.
○ Wat kan je evalueren?
■ Toetsen, taken en oefeningen die gemaakt zijn in de werkboeken
■ Mondelinge opdrachten
■ Uitstappen (oefeningen en gedrag)
■ Gedrag
■ Proces/product
■ Attitude
■ Klasklimaat
1
, Conclusie:
● Beeld van wat je leerlingen kennen of kunnen
● Zicht op effectiviteit van de eigen instructie
● Mogelijkheid om de eigen lessen te verbeteren of aan te passen
Wat evalueren we?
Binnen de evaluatie zullen we niet altijd alleen zicht willen krijgen op hoe goed leerlingen
oefeningen maakten of een toets studeerden, maar ook op het proces dat zij doorlopen. We
maken een onderscheid tussen product- en procesevaluatie.
Productevaluatie vs. procesevaluatie
Productevaluatie Procesevaluatie
Concreet-operationele doelen: de kinderen Focus op het proces zelf. Dit kan op verschillende
benoemen de onderdelen van de bloem; de manieren vorm krijgen:
leerlingen tekenen een vierhoek. 1) Je gaat ook kijken naar de stappen die een
llng moet doorlopen om tot een goed
De meeste vragen op toetsen zijn gefocust op resultaat te komen.
productevaluatie → gemakkelijk te verbeteren.
2) Je gaat het leerproces van de leerling
Enkele vragen bij productevaluatie: evalueren: hoe ver staat de leerling?
- Heeft de leerling inzicht in…?
- Kan de leerling een vierhoek tekenen? 3) Je gaat je eigen praktijk kritisch evalueren:
waren de gestelde doelen haalbaar en
zinvol? Waren de gebruikte werkvormen
goed gekozen?
Ook je proces als leerkracht is van belang; was mijn
instructie goed? Waren de doelen haalbaar?
Enkele vragen bij procesevaluatie:
- Gebruikt de leerling zijn tijd efficiënt?
- Doet hij inspanningen?
- Waar loopt zijn denkproces fout?
- Welke evolutie maakt hij door?
2
,Oefening vanuit de praktijk:
➔ De fout werd gemaakt tijdens het proces. De leerling is de nul vergeten te schrijven.
Dus doordat het proces is foutgelopen is het product fout. De leerling kan niet goed
vermenigvuldigen met tientallen.
➔ Hoe kan je je leerling beter en duidelijk begeleiden bij het proces? Je helpt het
inzicht versterken, je legt uit waarom die nul daar moet staan. Maar het kan zijn dat
een kindje dit vergeten is, dus trek niet meteen conclusies. Maak dat je instructie
duidelijk is als leerkracht.
➔ Hoe ga je evalueren op dat proces? Focus eerst op datgene dat wel goed gaat,
herhaal dit ook. Vervolgens focus je pas op datgene wat moeilijker gaat.
➔ De leerling heeft nog moeite met de tafels van 6. De fout gebeurde dus tijdens het
proces.
➔ Hoe ga je evalueren op dit proces? Je zegt wat er al goed gaat en begeleidt met
een goede instructie wat fout liep.
➔ Hoe kan je als leerkracht deze fout minder vaak laten voorkomen? Door te
automatiseren en misschien voor je les nog even de tafels herhalen. Product en
proces hangen aan elkaar dus geef je leerlingen niet zo maar een hulpmiddel zoals
bv. een tafelkaart.
3
, Wat is een goede toets?
● Belang van goede toetsvragen
● Wat is het doel? Sluit ik mijn evaluatie aan bij dit doel?
○ Sluiten mijn vragen inhoudelijk aan bij wat men geleerd heeft?
○ Sluiten mijn vragen aan bij wat ik verwacht?
● Vragen op het juiste niveau
○ Moeten llng deze informatie onthouden?
○ Moeten ze dit begrijpen?
○ Moeten ze deze bijwerking kunnen toepassen?
○ Moeten ze dit kunnen toepassen in verschillende contexten?
○ …
● Met een toets bepaal je welk gedrag je verwacht van leerlingen via taxonomie van
Bloom. Het vormt een handig kader om na te denken over wat je leerlingen moeten
kunnen en om na te gaan of je toetsvragen zich op het juiste ‘niveau’ bevinden.
➔ Geen hiërarchie - één vaardigheid niet ‘beter’ dan een andere
➔ Wel vaak bv. onthouden en begrijpen nodig om te kunnen toepassen of
evalueren.
1. Onthouden: het herkennen en onthouden van feiten, termen, basale
concepten of antwoorden op vragen zonder het proces.
2. Begrijpen: het laten zien van begrip van feiten en ideeën, door te
organiseren, te vergelijken of uitleg te geven.
3. Toepassen: het gebruiken van kennis om dit toe te passen in nieuwe
situaties
4. Evalueren: op basis van kennis een mening vormen, waarbij je
verschillende meningen en argumenten tegen elkaar kunt afwegen.
5. Analyseren: het verder kunnen kijken dan wat je weet, feiten en de
onderlinge relatie analyseren en hier bewijzen bij zoeken.
6. Creëren: vanuit de kennis die je hebt kun je nieuwe systemen en
patronen bedenken.
4
H1: Evalueren: de basis voor een succesvolle klaspraktijk
Wat evalueren? Wat is een goede toets?
Evaluatie zorgt er voor dat je
1) een beeld krijgt van wat je llng kennen en kunnen
2) zicht krijgt op de effectiviteit van je instructie
3) bijgevolg je eigen lespraktijk kan verbeteren of aanpassen
Waarom evalueren?
● Goed evaluatie = basis voor effectief onderwijs
○ Wat is het nut van evaluatie?
■ Je kan achterhalen of iedereen mee is. Ook kan je een beeld
schetsen over het niveau van je leerlingen. Je hebt controle over je
leerlingen, in name hun groei.
■ Je merkt op of je uitleg duidelijk is.
■ Je kan je doel (van je les) controleren.
○ Wat leer je door te evalueren?
■ Je ziet welke leerstof de leerlingen nog wat moeilijk vinden en je nog
eens kan herhalen. Je kan ermee ook zien welke leerstof
(on)voldoende gekend is om wat verder te gaan. Je ziet het ook per
persoon hoe ver ze staan met de leerstof.
■ Je leert uit je fouten.
○ Waarom evalueer je?
■ Om een zicht te krijgen op de ontwikkeling van je leerlingen. Na een
bepaalde periode krijg je een duidelijk beeld over de groei van je
leerling.
■ Om stappen te kunnen zetten tot differentiëren.
○ Wat kan je evalueren?
■ Toetsen, taken en oefeningen die gemaakt zijn in de werkboeken
■ Mondelinge opdrachten
■ Uitstappen (oefeningen en gedrag)
■ Gedrag
■ Proces/product
■ Attitude
■ Klasklimaat
1
, Conclusie:
● Beeld van wat je leerlingen kennen of kunnen
● Zicht op effectiviteit van de eigen instructie
● Mogelijkheid om de eigen lessen te verbeteren of aan te passen
Wat evalueren we?
Binnen de evaluatie zullen we niet altijd alleen zicht willen krijgen op hoe goed leerlingen
oefeningen maakten of een toets studeerden, maar ook op het proces dat zij doorlopen. We
maken een onderscheid tussen product- en procesevaluatie.
Productevaluatie vs. procesevaluatie
Productevaluatie Procesevaluatie
Concreet-operationele doelen: de kinderen Focus op het proces zelf. Dit kan op verschillende
benoemen de onderdelen van de bloem; de manieren vorm krijgen:
leerlingen tekenen een vierhoek. 1) Je gaat ook kijken naar de stappen die een
llng moet doorlopen om tot een goed
De meeste vragen op toetsen zijn gefocust op resultaat te komen.
productevaluatie → gemakkelijk te verbeteren.
2) Je gaat het leerproces van de leerling
Enkele vragen bij productevaluatie: evalueren: hoe ver staat de leerling?
- Heeft de leerling inzicht in…?
- Kan de leerling een vierhoek tekenen? 3) Je gaat je eigen praktijk kritisch evalueren:
waren de gestelde doelen haalbaar en
zinvol? Waren de gebruikte werkvormen
goed gekozen?
Ook je proces als leerkracht is van belang; was mijn
instructie goed? Waren de doelen haalbaar?
Enkele vragen bij procesevaluatie:
- Gebruikt de leerling zijn tijd efficiënt?
- Doet hij inspanningen?
- Waar loopt zijn denkproces fout?
- Welke evolutie maakt hij door?
2
,Oefening vanuit de praktijk:
➔ De fout werd gemaakt tijdens het proces. De leerling is de nul vergeten te schrijven.
Dus doordat het proces is foutgelopen is het product fout. De leerling kan niet goed
vermenigvuldigen met tientallen.
➔ Hoe kan je je leerling beter en duidelijk begeleiden bij het proces? Je helpt het
inzicht versterken, je legt uit waarom die nul daar moet staan. Maar het kan zijn dat
een kindje dit vergeten is, dus trek niet meteen conclusies. Maak dat je instructie
duidelijk is als leerkracht.
➔ Hoe ga je evalueren op dat proces? Focus eerst op datgene dat wel goed gaat,
herhaal dit ook. Vervolgens focus je pas op datgene wat moeilijker gaat.
➔ De leerling heeft nog moeite met de tafels van 6. De fout gebeurde dus tijdens het
proces.
➔ Hoe ga je evalueren op dit proces? Je zegt wat er al goed gaat en begeleidt met
een goede instructie wat fout liep.
➔ Hoe kan je als leerkracht deze fout minder vaak laten voorkomen? Door te
automatiseren en misschien voor je les nog even de tafels herhalen. Product en
proces hangen aan elkaar dus geef je leerlingen niet zo maar een hulpmiddel zoals
bv. een tafelkaart.
3
, Wat is een goede toets?
● Belang van goede toetsvragen
● Wat is het doel? Sluit ik mijn evaluatie aan bij dit doel?
○ Sluiten mijn vragen inhoudelijk aan bij wat men geleerd heeft?
○ Sluiten mijn vragen aan bij wat ik verwacht?
● Vragen op het juiste niveau
○ Moeten llng deze informatie onthouden?
○ Moeten ze dit begrijpen?
○ Moeten ze deze bijwerking kunnen toepassen?
○ Moeten ze dit kunnen toepassen in verschillende contexten?
○ …
● Met een toets bepaal je welk gedrag je verwacht van leerlingen via taxonomie van
Bloom. Het vormt een handig kader om na te denken over wat je leerlingen moeten
kunnen en om na te gaan of je toetsvragen zich op het juiste ‘niveau’ bevinden.
➔ Geen hiërarchie - één vaardigheid niet ‘beter’ dan een andere
➔ Wel vaak bv. onthouden en begrijpen nodig om te kunnen toepassen of
evalueren.
1. Onthouden: het herkennen en onthouden van feiten, termen, basale
concepten of antwoorden op vragen zonder het proces.
2. Begrijpen: het laten zien van begrip van feiten en ideeën, door te
organiseren, te vergelijken of uitleg te geven.
3. Toepassen: het gebruiken van kennis om dit toe te passen in nieuwe
situaties
4. Evalueren: op basis van kennis een mening vormen, waarbij je
verschillende meningen en argumenten tegen elkaar kunt afwegen.
5. Analyseren: het verder kunnen kijken dan wat je weet, feiten en de
onderlinge relatie analyseren en hier bewijzen bij zoeken.
6. Creëren: vanuit de kennis die je hebt kun je nieuwe systemen en
patronen bedenken.
4
