VERBINTENISSEN- EN CONTRACTENRECHT
INLEIDING
Recht = geheel van gedragsregels, met als doel om de orde van de maatschappij te regelen. Recht is
een menswetenschap gebaseerd op de waarden van de verlichting en op de ratio afdwingbaar
Verlichting (Franse revolutie & Code Civil): men dacht dat recht alle problemen (preventief)
zou oplossen is niet het geval
Waarom vormen filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis de hoekstenen van het recht?
Filosofie = waar eigendom begint en eindigt etc.
Sociologie = onderscheid binnen de verschillende bevolkingsgroepen, nu bekijken we
iedereen op een gelijke manier
Geschiedenis = waar komt het recht vandaan?
Ethiek = kritisch nadenken niet afdwingbaar
Er is een bepaald doel?
Wat zijn de middelen?
Om iets de bereiken zal er schade optreden
Nadenken over het doel dat je wil bereiken en de middelen die je zal gebruiken waarbij de
minste schade berokkend.
Een wetgeving zonder ethiek is een gevaarlijke of schadelijke wetgeving
Moraal = individuele normen en waarden, ontwikkelt zich steeds verder naarmate het leven vordert
door ervaring zullen de normen en waarden verfijnen
Kijken naar wat goed en kwaad is
Collectieve moraal = moraal van de maatschappij in zijn geheel
o 21ste eeuw: totale evolutie in wat wij vinden wat kan en wat verboden is in de
maatschappij
Veranderende moraal = het individu wordt steeds belangrijker
Moraal niet afdwingbaar
KORTE HISTORIEK VAN HET BW OF DE CODE CIVIL IN BELGIË (1804)
1
, • 2 kenmerken (= de grote sprongen die gemaakt zijn door de Code Civil):
1. Positivistisch: allen de wet is bindend
2. Vernieuwend: iedere burger kan eigendom verwerven en kan vrij contracten sluiten
(eigendomsrecht & contractenrecht)
• Discriminatie van de arbeider en de vrouw
• Emancipatiebewegingen voor beide groepen leidt enerzijds tot het sociaal recht en
anderzijds tot het stemrecht voor de vrouw (1948)
CODE CIVIL IN DE TIJD VAN DE VERLICHTING
• Individu werd belangrijker
• Evolutie van de mens al rationeel wezen (1800) naar een maatschappelijk wezen (21 ste eeuw)
o Rationeel vroeger
o Maatschappelijk individu is nu verbonden met andere individuen en heeft een
plaats in de maatschappij
• Evolutie van onschendbaarheid van private eigendom (1804) naar meer en meer
tussenkomst van de overheid
HEDEN
• Eigendom is niet meer onschendbaar
Vb. onteigening voor een nieuw fietspad aan te leggen (individueel belang onderschikt aan
het maatschappelijk belang
BRONNEN VAN HET RECHT
• Wetten
• Rechtspraak
• Rechtsleer
• Gewoonte
• Algemeen rechtsbeginsel
2
,DEEL 1: OVEREENKOMSTEN INZAKE OVERDRACHT EIGENDOM
INLEIDING
• Verbintenissen- en contractenrecht = moeder van het privaat recht
• Actoren: natuurlijke- en rechtspersonen
o Natuurlijke personen = fysieke personen
o Rechtspersonen = privaatrechtelijke (= venootschappen en vzw’s) en publiekrechterlijke
(= overheidsinstanties)
Kunnen ook verbintenissen en contracten sluiten
Hebben een naam en identiteit (maar geen lichaam)
Wordt via een systeem van verschillende organen bestuurd
• EEN VERBINTENIS IS NIET ALTIJD EEN CONTRACT MAAR EEN CONTRACT IS ALTIJD EEN
VERBINTENIS
o Er bestaan ook andere soorten verbintenissen dan contracten
o Contract = overeenkomst = altijd twee partijen die de bedoeling hebben een verbintenis
de sluiten waar rechtsgevolgen uit voortvloeien
o Verbintenis = er is niet steeds het doel een rechtsgevolg te creëren
Vb. je hebt bloempotten op je terras van je appartement, er is storm en hierdoor
krijgt een voorbijganger fysieke schade er is een verbintenis tussen jou en de
persoon met schade want je hebt een onrechtmatige daad begaan, je hebt je
niet gedragen als een verantwoordelijke huisvader je had niet de bedoeling
deze verbintenis aan te gaan
Verbintenis uit overeenkomst = contract
Verbintenis uit onrechtmatige daad (art. 1382-1386bis oud BW, zullen
opgenomen worden in BOEK 6)
= buitencontractuele aansprakelijkheid = de aquiliaanse
aansprakelijkheid
Je bent soms aansprakelijk voor anderen (vb. minderjarigen)
Voorwaarden:
o Fout – schade en causaal of oorzakelijk verband
Iemand maakt een fout, die fout leidt tot schade, er is
een causaal verband tussen de fout en de schade (de
schade is veroorzaakt door de fout, degene die de fout
maakte zal aansprakelijk worden gesteld voor de schade)
o Iets doen of iets nalaten
o Indien iemand in een problematiek zit vb. valt in het water, dan
mag je als burger niet zeggen dat je geen tijd hebt om de
persoon in het water te helpen, elke burger moet bijstand
verlenen (vb. reddingsboei gooien) = schuldig verzuim (art. 1382
oud BW)
o Toepassingsgebied: jezelf, kinderen, werknemers, dieren en
zaken
3
, 2. ALGEMENE PRINCIPES VAN HET CONTRACTENRECHT
• De vrije wil behoort tot één van de fundamentele vrijheden en is van openbare orde maar
contractuele vrijheid is dikwijls maar een fictie!
o Vrije wil/contractuele vrijheid staat in de Grondwet, maar vandaag is er veel dwingende
wetgeving over contracten
Aanvullend recht komt steeds minder voor
• Vroeger: Code Civil van aanvullend recht op contracten
• Nu: veel zaken van openbare orde
o Openbare orde bepaald door de moraal en wijzigt dus ook mee met de moraal
Wil = beide partijen van een contract willen iets
Wilsovereenstemming = als de partijen hun wil overeenkomen kan er een
contract tot stand komen
Consensuele contracten = contracten die tot stand komen obv de wil van
de partijen
o Wat indien de verklaarde wil afwijkt van de werkelijke wil/interne wil?
De rechter kijkt altijd naar de werkelijke wil van de partijen (“wat wil de partij?”),
maakt niet uit of deze overeenkomt met de verklaarde wil
3. GRENZEN AAN DE CONTRACTUELE VRIJHEID: BASIS
• Overeenkomsten mogen geen afbreuk doen aan de openbare orde en de goede zeden (= moraal)
o Openbare orde = de juridische grondslagen van politieke, economische, sociale orde in
een maatschappij
o Contractuele vrijheid botst met de openbare orde
Vb. je kan geen contract sluiten over draagmoederschap in België omdat je geen
overeenkomst kan maken over een ongeboren kind
• Overeenkomsten mogen niet afwijken van dwingend recht
o Er komt steeds meer dwingend recht (= je kan er niet van afwijken)
Komt doordat de wetgever de zwakke partij wil beschermen
Vb. de koper t.o.v. de verkoper
Vb. de huurder t.o.v. de verhuurder
o Steeds kijken in de casus welke wetgeving van toepassing is en of deze van aanvullen of
dwingend recht is
• Beperkingen als gevolg van andermans vrijheden, grondrechten of belangen
• Ongelijke positie van contractpartijen
• Toepassing van het evenredigheidsbeginsel = als de beleidsregel zelf niet onrechtmatig is, dan
toetst de bestuursrechter of het besluit voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die
wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te
dienen doelen
4
INLEIDING
Recht = geheel van gedragsregels, met als doel om de orde van de maatschappij te regelen. Recht is
een menswetenschap gebaseerd op de waarden van de verlichting en op de ratio afdwingbaar
Verlichting (Franse revolutie & Code Civil): men dacht dat recht alle problemen (preventief)
zou oplossen is niet het geval
Waarom vormen filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis de hoekstenen van het recht?
Filosofie = waar eigendom begint en eindigt etc.
Sociologie = onderscheid binnen de verschillende bevolkingsgroepen, nu bekijken we
iedereen op een gelijke manier
Geschiedenis = waar komt het recht vandaan?
Ethiek = kritisch nadenken niet afdwingbaar
Er is een bepaald doel?
Wat zijn de middelen?
Om iets de bereiken zal er schade optreden
Nadenken over het doel dat je wil bereiken en de middelen die je zal gebruiken waarbij de
minste schade berokkend.
Een wetgeving zonder ethiek is een gevaarlijke of schadelijke wetgeving
Moraal = individuele normen en waarden, ontwikkelt zich steeds verder naarmate het leven vordert
door ervaring zullen de normen en waarden verfijnen
Kijken naar wat goed en kwaad is
Collectieve moraal = moraal van de maatschappij in zijn geheel
o 21ste eeuw: totale evolutie in wat wij vinden wat kan en wat verboden is in de
maatschappij
Veranderende moraal = het individu wordt steeds belangrijker
Moraal niet afdwingbaar
KORTE HISTORIEK VAN HET BW OF DE CODE CIVIL IN BELGIË (1804)
1
, • 2 kenmerken (= de grote sprongen die gemaakt zijn door de Code Civil):
1. Positivistisch: allen de wet is bindend
2. Vernieuwend: iedere burger kan eigendom verwerven en kan vrij contracten sluiten
(eigendomsrecht & contractenrecht)
• Discriminatie van de arbeider en de vrouw
• Emancipatiebewegingen voor beide groepen leidt enerzijds tot het sociaal recht en
anderzijds tot het stemrecht voor de vrouw (1948)
CODE CIVIL IN DE TIJD VAN DE VERLICHTING
• Individu werd belangrijker
• Evolutie van de mens al rationeel wezen (1800) naar een maatschappelijk wezen (21 ste eeuw)
o Rationeel vroeger
o Maatschappelijk individu is nu verbonden met andere individuen en heeft een
plaats in de maatschappij
• Evolutie van onschendbaarheid van private eigendom (1804) naar meer en meer
tussenkomst van de overheid
HEDEN
• Eigendom is niet meer onschendbaar
Vb. onteigening voor een nieuw fietspad aan te leggen (individueel belang onderschikt aan
het maatschappelijk belang
BRONNEN VAN HET RECHT
• Wetten
• Rechtspraak
• Rechtsleer
• Gewoonte
• Algemeen rechtsbeginsel
2
,DEEL 1: OVEREENKOMSTEN INZAKE OVERDRACHT EIGENDOM
INLEIDING
• Verbintenissen- en contractenrecht = moeder van het privaat recht
• Actoren: natuurlijke- en rechtspersonen
o Natuurlijke personen = fysieke personen
o Rechtspersonen = privaatrechtelijke (= venootschappen en vzw’s) en publiekrechterlijke
(= overheidsinstanties)
Kunnen ook verbintenissen en contracten sluiten
Hebben een naam en identiteit (maar geen lichaam)
Wordt via een systeem van verschillende organen bestuurd
• EEN VERBINTENIS IS NIET ALTIJD EEN CONTRACT MAAR EEN CONTRACT IS ALTIJD EEN
VERBINTENIS
o Er bestaan ook andere soorten verbintenissen dan contracten
o Contract = overeenkomst = altijd twee partijen die de bedoeling hebben een verbintenis
de sluiten waar rechtsgevolgen uit voortvloeien
o Verbintenis = er is niet steeds het doel een rechtsgevolg te creëren
Vb. je hebt bloempotten op je terras van je appartement, er is storm en hierdoor
krijgt een voorbijganger fysieke schade er is een verbintenis tussen jou en de
persoon met schade want je hebt een onrechtmatige daad begaan, je hebt je
niet gedragen als een verantwoordelijke huisvader je had niet de bedoeling
deze verbintenis aan te gaan
Verbintenis uit overeenkomst = contract
Verbintenis uit onrechtmatige daad (art. 1382-1386bis oud BW, zullen
opgenomen worden in BOEK 6)
= buitencontractuele aansprakelijkheid = de aquiliaanse
aansprakelijkheid
Je bent soms aansprakelijk voor anderen (vb. minderjarigen)
Voorwaarden:
o Fout – schade en causaal of oorzakelijk verband
Iemand maakt een fout, die fout leidt tot schade, er is
een causaal verband tussen de fout en de schade (de
schade is veroorzaakt door de fout, degene die de fout
maakte zal aansprakelijk worden gesteld voor de schade)
o Iets doen of iets nalaten
o Indien iemand in een problematiek zit vb. valt in het water, dan
mag je als burger niet zeggen dat je geen tijd hebt om de
persoon in het water te helpen, elke burger moet bijstand
verlenen (vb. reddingsboei gooien) = schuldig verzuim (art. 1382
oud BW)
o Toepassingsgebied: jezelf, kinderen, werknemers, dieren en
zaken
3
, 2. ALGEMENE PRINCIPES VAN HET CONTRACTENRECHT
• De vrije wil behoort tot één van de fundamentele vrijheden en is van openbare orde maar
contractuele vrijheid is dikwijls maar een fictie!
o Vrije wil/contractuele vrijheid staat in de Grondwet, maar vandaag is er veel dwingende
wetgeving over contracten
Aanvullend recht komt steeds minder voor
• Vroeger: Code Civil van aanvullend recht op contracten
• Nu: veel zaken van openbare orde
o Openbare orde bepaald door de moraal en wijzigt dus ook mee met de moraal
Wil = beide partijen van een contract willen iets
Wilsovereenstemming = als de partijen hun wil overeenkomen kan er een
contract tot stand komen
Consensuele contracten = contracten die tot stand komen obv de wil van
de partijen
o Wat indien de verklaarde wil afwijkt van de werkelijke wil/interne wil?
De rechter kijkt altijd naar de werkelijke wil van de partijen (“wat wil de partij?”),
maakt niet uit of deze overeenkomt met de verklaarde wil
3. GRENZEN AAN DE CONTRACTUELE VRIJHEID: BASIS
• Overeenkomsten mogen geen afbreuk doen aan de openbare orde en de goede zeden (= moraal)
o Openbare orde = de juridische grondslagen van politieke, economische, sociale orde in
een maatschappij
o Contractuele vrijheid botst met de openbare orde
Vb. je kan geen contract sluiten over draagmoederschap in België omdat je geen
overeenkomst kan maken over een ongeboren kind
• Overeenkomsten mogen niet afwijken van dwingend recht
o Er komt steeds meer dwingend recht (= je kan er niet van afwijken)
Komt doordat de wetgever de zwakke partij wil beschermen
Vb. de koper t.o.v. de verkoper
Vb. de huurder t.o.v. de verhuurder
o Steeds kijken in de casus welke wetgeving van toepassing is en of deze van aanvullen of
dwingend recht is
• Beperkingen als gevolg van andermans vrijheden, grondrechten of belangen
• Ongelijke positie van contractpartijen
• Toepassing van het evenredigheidsbeginsel = als de beleidsregel zelf niet onrechtmatig is, dan
toetst de bestuursrechter of het besluit voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die
wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te
dienen doelen
4