Epidemiologie en economie
Inleiding
Wanneer een dier ziek is, kun je niet het ziektebeeld van één dier reflecteren op een hele
populatie. Een populatie is heterogener dan een individu. Epidemiologie wordt ook wel de
studie van de noemer genoemd. Het bestudeert ethologie, het voorkomen van een ziekte,
de determinanten, de manier van verspreiden, de werking van de therapie en de
mogelijkheden voor preventie van de ziekte. Bijna alle ziekten zijn multifactoriële ziekten.
Epidemiologie heeft alles te maken met preventieve diergeneeskunde, Het maakt een
economische impact. De veterinaire volksgezondheid, ofwel ‘one health´ is een groot
onderdeel van epidemiologie. Vervolgens wordt er gekeken naar de economie van de
diergezondheidszorg. Er wordt vanuit de wetenschap gehandeld; Evidence based veterinary
medicine.
Het verzamelen van de data voor de epidemiologie wordt het liefst zo accuraat mogelijk
verzameld. Het is echter geen (bio)statistiek. Epidemiologie gaat ovet het bestuderen van
ziekten en fenomenen bij dieren. (Bio)Statistiek is een middel dat hierbij gebruikt wordt.
Geschiedenis
18e eeuw:
Eind 17e eeuw werden symptomen behandeld en werden dieren indien nodig afgeslacht. De
Runderpest in Europa zorgde ervoor dat de helft van de populatie stierf. De trekkracht viel
weg en de mensen verhongerden. Ook de melkproductie viel weg. In 1762 kwam de eerste
veeartsensnijschool in Lyon. Er kwam een besef voor het belang van hygiëne (verrbanden
van karkassen).
Eind 19e eeuw:
Er volgde een opkomst van de microbiologie; de oorzaak van veel ziekten werd duidelijk.
- Robert Koch (Duits)
- Lous Pasteur (Frans)
Postulaten van Koch
- Agens aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben.
- Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of bij niet-zieke dieren.
- Agens komt in reincultuur uit zieke dieren.
- Agens isoleren uit ziek dier en een ander dier infecteren → = symptomen.
Weinig infectieziekten voldoen hieraan. Er zijn subklinische infectieziekten, waarbij dieren
ziek zijn, zonder klinisch ziek te wroden. Deze punten zijn wel van toepassing bij acute- of
epidemische ziekten.
20e eeuw:
Er kwam veel verbetering in de therapieën en de preventie van ziekten. Er is een belang bij
metabole ziekten. Veel ziekten zijn multifactorieel. De epidemiologie zoekt factoren die
invloed hebben op voorkomen, verspreiding, preventie etc.
,In 1940 werd antibiotica ontdekt. Het werd massaal bekend tijdens de WOII, soldaten uit
Ameirka hadden wonden, die ontstoken raakten. Er ontstond een revolutie in de
geneeskunde. Vaccins zijn de tweede revoltuie tegen bacteriën en virussen. Het eerste
vaccin ontstond voor pokkenvirus. Het eerst humaan virus werd uitgeroeid. Runderen
kregen ook het pokkenvirus op de tepels. Dit virus werd overgebracht op de vrouwen en
meisjes tijdens het melken. Deze vrouwen bouwde hierdoor natuurlijke immuniteit op. In
2012 werd officieel de wereld vrij verklaard van runderpest en pokken, door vaccins.
Multifactorieel karakter van een ziekte
- Bacteriën
- Virussen
- Parasieten
- Genetica
- Huisvesting
- Klimaat
- Voeding
- Management
- Mens
- Toeval
Multi- en interdisciplinair onderzoek is essentieel om de complexe ziekten en aandoeningen
op te lossen. Er is sprake van een beïnvloeding door genen, gedrag, voeding, infectieuze
agentia, omgeving, samenleving etc.
Postulaten van Evans
- De proportie dieren met ziekte in groep met risicofactor >> groep met niet
blootgesteld aan risicofactor.
- De groep dieren met ziekte is sign. meer blootgesteld aan risicofactor dan de groep
dieren zonder ziekte.
- De hoeveelheid nieuwe ziektegevallen in de groep blootgesteld aan het risicofactor
>> de groep niet blootgesteld aan risicofactor.
- De ziekte volgt op blootstelling aan risicofactor ~ incubatie per.
- De blootstelling aan het risicofactor is als een waaier aan gastheerreacties.
- De meetbare gastheerreacties (vb. AS), de frequentie is verhoogd bij dieren
blootgesteld aan risicofactor; niet bij niet-blootgestelden.
- Onder exp. omstandigheden is de ziekte frequenter bij dieren blootgesteld aan het
risicofactor, dan bij niet blootgestelden.
- Bij wegnemen van het risicofactor zullen nieuwe gevallen omlaag gaan.
- Bij toenemen gastheerreactie (vb vaccin) op blootstelling aan risicofactor
→ frequentie ziekte omlaag.
- De verbanden ziekte Risicofactor zijn verklaarbaar.
Verband tussen ziekten en risicofactoren
Iedereen reageert anders op de omgeving, dus niet iedereen reageert op een risicofactor.
Verband tussen infectieziekten en risicofactoren
- Intrinsieke factoren gastheer
- Species, ras, leeftijd, geslacht en immuniteit.
, - Intrinsieke factoren kiem
- Infectiviteit en virulentie
- Extrinsieke factoren
- Management, klimaat en huisvesting
Voorbeelden multifactoriële ziekten
- Mastitis bij rundvee
- Infectieus; S. aureus bacteriën.
- Gastheer; Uierconformatie.
- Omgeving; bedding.
- Salmonellose bij varkens
- Infectieus; S. Typhimurium bacteriën.
- Gastheer; Dragers.
- Omgeving; Hygiëne, voeder, bioveiligheid.
Besmettelijke pleuropneumonie bij het rund is in Noord-Amerika uitgeroeid in 1892. Het
duurde 5 jaar voordat de oorzaak (mycoplasma) bekend was.
Voor BSE moesten de controlemaatregelen snel genomen worden, voor de precieze
oorzaak bekend was. BSE is de dollekoeienziekte. Het is een zoönose.
1: Basis epidemiologische concepten
De basis voor de beschrijvende epidemiologie is het aangeven om welke ziekte het gaat,
hoeveel gevallen de ziekte hebben en wie de ziekte heeft (diersoort). De receptoren op
cellen bepalen of een diersoort wel of niet gevoelig is voor bepaalde ziektefactoren. Zo zijn
alle marterachtigen zeer gevoelig voor dit specifiek coronavirus. Verder wordt er gekeken
naar wanneer het dier ziek wordt, leeftijd, en in welke regio de dieren ziek worden.
Het is vaak gebaseerd op een steekproef. Het is belangrijk dat het representatief te zijn (Zo
stuurt men gene enquête over vlees naar vegetatiërs etc.). Daarbij dient de steekproef
voldoende groot te zijn. Er is nood aan een goede definitie en diagnostiek.
Endemische- en epidemische ziekten
Ziekte is een toestand waarin de gezondheid of het functioneren van het dier suboptimaal is.
Dit kan infectieuze of niet-infectieuze oorzaken hebben. Er zijn verschillende gradaties. Zo is
er een lage of hoge kans op detectie.
- Laag:
- Blootstelling zonder infectie.
- Infectie zonder ziekte (subklinisch).
- Subklinisch betekent niet dat het niets doet.
- Bijvoorbeeld mogelijk achterstand groei of minder melk productie.
- Milde symptomen.
- Hoog:
- Ernstige symptomen.
- Dood.
Er is een verschil tussen endemische en epidemische ziekten. Endemische ziekten hebben
een stabiele situatie. Er is weinig variatie in voorkomen in een bepaalde populatie. Het
Inleiding
Wanneer een dier ziek is, kun je niet het ziektebeeld van één dier reflecteren op een hele
populatie. Een populatie is heterogener dan een individu. Epidemiologie wordt ook wel de
studie van de noemer genoemd. Het bestudeert ethologie, het voorkomen van een ziekte,
de determinanten, de manier van verspreiden, de werking van de therapie en de
mogelijkheden voor preventie van de ziekte. Bijna alle ziekten zijn multifactoriële ziekten.
Epidemiologie heeft alles te maken met preventieve diergeneeskunde, Het maakt een
economische impact. De veterinaire volksgezondheid, ofwel ‘one health´ is een groot
onderdeel van epidemiologie. Vervolgens wordt er gekeken naar de economie van de
diergezondheidszorg. Er wordt vanuit de wetenschap gehandeld; Evidence based veterinary
medicine.
Het verzamelen van de data voor de epidemiologie wordt het liefst zo accuraat mogelijk
verzameld. Het is echter geen (bio)statistiek. Epidemiologie gaat ovet het bestuderen van
ziekten en fenomenen bij dieren. (Bio)Statistiek is een middel dat hierbij gebruikt wordt.
Geschiedenis
18e eeuw:
Eind 17e eeuw werden symptomen behandeld en werden dieren indien nodig afgeslacht. De
Runderpest in Europa zorgde ervoor dat de helft van de populatie stierf. De trekkracht viel
weg en de mensen verhongerden. Ook de melkproductie viel weg. In 1762 kwam de eerste
veeartsensnijschool in Lyon. Er kwam een besef voor het belang van hygiëne (verrbanden
van karkassen).
Eind 19e eeuw:
Er volgde een opkomst van de microbiologie; de oorzaak van veel ziekten werd duidelijk.
- Robert Koch (Duits)
- Lous Pasteur (Frans)
Postulaten van Koch
- Agens aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben.
- Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of bij niet-zieke dieren.
- Agens komt in reincultuur uit zieke dieren.
- Agens isoleren uit ziek dier en een ander dier infecteren → = symptomen.
Weinig infectieziekten voldoen hieraan. Er zijn subklinische infectieziekten, waarbij dieren
ziek zijn, zonder klinisch ziek te wroden. Deze punten zijn wel van toepassing bij acute- of
epidemische ziekten.
20e eeuw:
Er kwam veel verbetering in de therapieën en de preventie van ziekten. Er is een belang bij
metabole ziekten. Veel ziekten zijn multifactorieel. De epidemiologie zoekt factoren die
invloed hebben op voorkomen, verspreiding, preventie etc.
,In 1940 werd antibiotica ontdekt. Het werd massaal bekend tijdens de WOII, soldaten uit
Ameirka hadden wonden, die ontstoken raakten. Er ontstond een revolutie in de
geneeskunde. Vaccins zijn de tweede revoltuie tegen bacteriën en virussen. Het eerste
vaccin ontstond voor pokkenvirus. Het eerst humaan virus werd uitgeroeid. Runderen
kregen ook het pokkenvirus op de tepels. Dit virus werd overgebracht op de vrouwen en
meisjes tijdens het melken. Deze vrouwen bouwde hierdoor natuurlijke immuniteit op. In
2012 werd officieel de wereld vrij verklaard van runderpest en pokken, door vaccins.
Multifactorieel karakter van een ziekte
- Bacteriën
- Virussen
- Parasieten
- Genetica
- Huisvesting
- Klimaat
- Voeding
- Management
- Mens
- Toeval
Multi- en interdisciplinair onderzoek is essentieel om de complexe ziekten en aandoeningen
op te lossen. Er is sprake van een beïnvloeding door genen, gedrag, voeding, infectieuze
agentia, omgeving, samenleving etc.
Postulaten van Evans
- De proportie dieren met ziekte in groep met risicofactor >> groep met niet
blootgesteld aan risicofactor.
- De groep dieren met ziekte is sign. meer blootgesteld aan risicofactor dan de groep
dieren zonder ziekte.
- De hoeveelheid nieuwe ziektegevallen in de groep blootgesteld aan het risicofactor
>> de groep niet blootgesteld aan risicofactor.
- De ziekte volgt op blootstelling aan risicofactor ~ incubatie per.
- De blootstelling aan het risicofactor is als een waaier aan gastheerreacties.
- De meetbare gastheerreacties (vb. AS), de frequentie is verhoogd bij dieren
blootgesteld aan risicofactor; niet bij niet-blootgestelden.
- Onder exp. omstandigheden is de ziekte frequenter bij dieren blootgesteld aan het
risicofactor, dan bij niet blootgestelden.
- Bij wegnemen van het risicofactor zullen nieuwe gevallen omlaag gaan.
- Bij toenemen gastheerreactie (vb vaccin) op blootstelling aan risicofactor
→ frequentie ziekte omlaag.
- De verbanden ziekte Risicofactor zijn verklaarbaar.
Verband tussen ziekten en risicofactoren
Iedereen reageert anders op de omgeving, dus niet iedereen reageert op een risicofactor.
Verband tussen infectieziekten en risicofactoren
- Intrinsieke factoren gastheer
- Species, ras, leeftijd, geslacht en immuniteit.
, - Intrinsieke factoren kiem
- Infectiviteit en virulentie
- Extrinsieke factoren
- Management, klimaat en huisvesting
Voorbeelden multifactoriële ziekten
- Mastitis bij rundvee
- Infectieus; S. aureus bacteriën.
- Gastheer; Uierconformatie.
- Omgeving; bedding.
- Salmonellose bij varkens
- Infectieus; S. Typhimurium bacteriën.
- Gastheer; Dragers.
- Omgeving; Hygiëne, voeder, bioveiligheid.
Besmettelijke pleuropneumonie bij het rund is in Noord-Amerika uitgeroeid in 1892. Het
duurde 5 jaar voordat de oorzaak (mycoplasma) bekend was.
Voor BSE moesten de controlemaatregelen snel genomen worden, voor de precieze
oorzaak bekend was. BSE is de dollekoeienziekte. Het is een zoönose.
1: Basis epidemiologische concepten
De basis voor de beschrijvende epidemiologie is het aangeven om welke ziekte het gaat,
hoeveel gevallen de ziekte hebben en wie de ziekte heeft (diersoort). De receptoren op
cellen bepalen of een diersoort wel of niet gevoelig is voor bepaalde ziektefactoren. Zo zijn
alle marterachtigen zeer gevoelig voor dit specifiek coronavirus. Verder wordt er gekeken
naar wanneer het dier ziek wordt, leeftijd, en in welke regio de dieren ziek worden.
Het is vaak gebaseerd op een steekproef. Het is belangrijk dat het representatief te zijn (Zo
stuurt men gene enquête over vlees naar vegetatiërs etc.). Daarbij dient de steekproef
voldoende groot te zijn. Er is nood aan een goede definitie en diagnostiek.
Endemische- en epidemische ziekten
Ziekte is een toestand waarin de gezondheid of het functioneren van het dier suboptimaal is.
Dit kan infectieuze of niet-infectieuze oorzaken hebben. Er zijn verschillende gradaties. Zo is
er een lage of hoge kans op detectie.
- Laag:
- Blootstelling zonder infectie.
- Infectie zonder ziekte (subklinisch).
- Subklinisch betekent niet dat het niets doet.
- Bijvoorbeeld mogelijk achterstand groei of minder melk productie.
- Milde symptomen.
- Hoog:
- Ernstige symptomen.
- Dood.
Er is een verschil tussen endemische en epidemische ziekten. Endemische ziekten hebben
een stabiele situatie. Er is weinig variatie in voorkomen in een bepaalde populatie. Het