PRACTICUM 6: SPIERWEEFSEL
Gladde spiercel Skeletspiercel Hartspiercel
Geen dwarse Dwars streping Dwars streping
streping Cilindrische cel Vertakte cel,
Spoelvormige cel Veel kernen, intercalaire schijven
1 kern, centraal perifeer 1-2 kernen, centraal
Dwars gestreept spierweefsel – skeletspierweefsel – hartspierweefsel
1 spiercel = 1 spievezels => zit centraal vol met structuren die we de myofibrillen
noemen, die op hun beurt omgebouwd zijn uit sacromeren ( = van Z-lijn tot Z-lijn)
, Z-lijnen: dunne filamenten (actine filamenten) zijn aan de z-lijn aangehecht -> dunne
filamenten gaan interacties aan met de dikkere filamenten (myosine filamenten)
Wanneer een spiercel geactiveerd wordt zullen de actine en de myosine filamenten ten
opzichte van elkaar gaan bewegen, waarbij de myosine filmanten op hun plaats blijven en
de actine filamenten naar elkaar toe worden geduwd -> Z-lijnen komen dichter naar
elkaar toe.
A-band => donkere band -> plaats van de myosine
Centraal in de A-band vindt je een lichtere zone H-band, met daarin nog een
donkere eiwitrijke structuur terug vinden M-lijn
I-band => lichtere band -> plaats van de actine
1 spiercel (spiervezel) is omgeven door celmembraan = sarcolemma
Tussen onze spiercellen zit een bindweefsellaagje = endomysium
Tussen spierbundel zit een bindweefsellaagje = perimysium
Rond onze spier zit een bindweefsellaagje = epimysium
Gladde spiercel Skeletspiercel Hartspiercel
Geen dwarse Dwars streping Dwars streping
streping Cilindrische cel Vertakte cel,
Spoelvormige cel Veel kernen, intercalaire schijven
1 kern, centraal perifeer 1-2 kernen, centraal
Dwars gestreept spierweefsel – skeletspierweefsel – hartspierweefsel
1 spiercel = 1 spievezels => zit centraal vol met structuren die we de myofibrillen
noemen, die op hun beurt omgebouwd zijn uit sacromeren ( = van Z-lijn tot Z-lijn)
, Z-lijnen: dunne filamenten (actine filamenten) zijn aan de z-lijn aangehecht -> dunne
filamenten gaan interacties aan met de dikkere filamenten (myosine filamenten)
Wanneer een spiercel geactiveerd wordt zullen de actine en de myosine filamenten ten
opzichte van elkaar gaan bewegen, waarbij de myosine filmanten op hun plaats blijven en
de actine filamenten naar elkaar toe worden geduwd -> Z-lijnen komen dichter naar
elkaar toe.
A-band => donkere band -> plaats van de myosine
Centraal in de A-band vindt je een lichtere zone H-band, met daarin nog een
donkere eiwitrijke structuur terug vinden M-lijn
I-band => lichtere band -> plaats van de actine
1 spiercel (spiervezel) is omgeven door celmembraan = sarcolemma
Tussen onze spiercellen zit een bindweefsellaagje = endomysium
Tussen spierbundel zit een bindweefsellaagje = perimysium
Rond onze spier zit een bindweefsellaagje = epimysium