PRACTICUM 3 KLIEREPITHELEN
Klierepitheel: productie van secreet: hormonen, eiwitten
Endocrien: via extracellulaire vloeistof naar bloedbaan
Zijn er bloedvaten aanwezig ? => veel lumina afgeleid door platte
plaveiselcellen
Exocrien: naar buitenwereld via afvoergangen
Ga na of je afvoergangen hebt
Gemengde klier: zowel exocrien als endocrien gedeelte aanwezig
Unicellulair: enkelvoudige cel
Meest voorkomend
Multicellulair: groepjes van kliercellen (veel verschillende kernen)
Vorm klier:
Acinus: op doorsnede rond
Tubulus: buisvormig, lumen aanwezig
Tubuloascinair: zowel rond als buisvormig
Vorm afvoergang:
Enkelvoudige tubulus
Samengestelde vorm
Secretieproduct:
Muceus: kern is weggedrukt tegen het basaal membraan, apicale deel van
de cel zit vol met mucus
Sereus: eiwitten/ enzymen opgestapeld in apicale celdeel
(secretiegranullen aanwezig), RER rond kern aanwezig, kern bevat veel
euchromatine
Vetachtig secreet: kernen centraal in de cel, maar door grote
hoeveelheid vet, zullen deze afsterven en picnotisch worden
Secretiewijze:
Merocrien: secretievesikels smelten samen met het apicale deel van de
cel, stukjes celmembraan barsten open (hele kleine stukjes van de cel
worden stuk gemaakt)
Apocrien: secretieproduct stapelt op aan apicale celdeel, afsplitsing stukje
apicale celmembraan
Holocrien: secretieproduct wordt samen met de cel naar buiten gestort
Klierepitheel: productie van secreet: hormonen, eiwitten
Endocrien: via extracellulaire vloeistof naar bloedbaan
Zijn er bloedvaten aanwezig ? => veel lumina afgeleid door platte
plaveiselcellen
Exocrien: naar buitenwereld via afvoergangen
Ga na of je afvoergangen hebt
Gemengde klier: zowel exocrien als endocrien gedeelte aanwezig
Unicellulair: enkelvoudige cel
Meest voorkomend
Multicellulair: groepjes van kliercellen (veel verschillende kernen)
Vorm klier:
Acinus: op doorsnede rond
Tubulus: buisvormig, lumen aanwezig
Tubuloascinair: zowel rond als buisvormig
Vorm afvoergang:
Enkelvoudige tubulus
Samengestelde vorm
Secretieproduct:
Muceus: kern is weggedrukt tegen het basaal membraan, apicale deel van
de cel zit vol met mucus
Sereus: eiwitten/ enzymen opgestapeld in apicale celdeel
(secretiegranullen aanwezig), RER rond kern aanwezig, kern bevat veel
euchromatine
Vetachtig secreet: kernen centraal in de cel, maar door grote
hoeveelheid vet, zullen deze afsterven en picnotisch worden
Secretiewijze:
Merocrien: secretievesikels smelten samen met het apicale deel van de
cel, stukjes celmembraan barsten open (hele kleine stukjes van de cel
worden stuk gemaakt)
Apocrien: secretieproduct stapelt op aan apicale celdeel, afsplitsing stukje
apicale celmembraan
Holocrien: secretieproduct wordt samen met de cel naar buiten gestort