Hoofdstuk 1: van massa- naar netwerkmaatschappij
Journalistiek: een kind van haar tijd
Journalistiek in de massamaatschappij de netwerkmaatschappij
̶ Nieuws is een product van zijn tijd: politiek (kiesrecht,
schoolplicht), economie (afschaffing zegelbelasting), cultuur,
technologie…
̶ Status quo van een maatschappij uitgedaagd door
technologische vernieuwingen
Impact (radio en televisie) versus disruptie (internet) en
introductie netwerkmaatschappij
technologische innovaties zijn een belangrijke katalysator
voor veranderingen, ook met betrekking tot (de werking van)
nieuwsmedia. Telkens wanneer er een nieuwe technologie
komt, is er veel bezorgdheid over de gevolgen voor de
nieuwsorganisaties zelf maar ook voor het publiek.
bv: radio kwam en veel vragen over de effecten van nieuws op
het publiek (bv.propaganda)
1e technologische innovaties hadden impact op diverse
actoren en organisaties in de maatschappij, maar ze
veranderden de samenleving niet essentieel.
De introductie van digitale technologieën zette de
samenleving echter wel op zijn kop, met als gevolg dat
nieuwsproductie en -verspreiding aan grote
veranderingen onderhevig zijn. Je kan zelfs spreken van
een disruptie van de nieuwsmarkt. Waar
nieuwsverspreiding in de massamaatschappij steeds een
vorm van massacommunicatie was met een centrale rol
voor nieuwsmedia als leidende gidsen, valt de klassieke
hiërarchische organisatie van informatieverspreiding in
de netwerkmaatschappij grotendeels weg.
In elektronische informatienetwerken worden
informatiestromen gedecentraliseerd, multilineair en
veel interactiever. Het aantal informatieverspreiders
vermenigvuldigt, waardoor de dominante positie van
traditionele nieuwsorganisaties wordt uitgedaagd.
HISTORIES – De Jaren Van De Vlaamse Televisie
, Eerste 8min bekijken technische uitdagingen om beelden buiten
de studio te maken. Onderdeel van radiobudget, kleine ploeg, nog
maar weinig mensen met toestel in huis ‘tv-clubs’. Meer statisch
nieuws, geen livebeelden, eerder paternalistische instelling van de
publieke omroep, …
Massamaatschappij
Eind 19de eeuw evolutie van kranten tot massamedium en in de loop van
de 20ste eeuw radio en televisie
Massacommunicatie = eenrichtingsverkeer in een lineair proces: “het
verspreiden van boodschappen via media start bij de communicator die
het via een medium naar een massa ontvangers verstuurt”
Nieuwsorganisaties hebben een monopolie op nieuwsproductie en
nieuwsdistributie. Ze verzamelen en filteren boodschappen van zenders
(de bronnen in het nieuws) en verspreiden die naar een groot publiek. De
toegang tot het nieuws wordt met andere woorden gecontroleerd door
journalisten. En het geselecteerde nieuws wordt in een lineair proces
verspreid naar een passief en manipuleerbaar publiek. Er is weinig of
geen interactie tussen journalisten en hun publiek.
Eerste communicatiewetenschappelijke studies ontstonden uit
bezorgdheid over de impact van deze massamedia op het grote
publiek. Ze wouden vooral verloop en effecten van
massacommunicatie in kaart brengen =
massamaatschappijtheorie.
Bekendste massamaatschappijtheorie is van Laswell: productie,
inhoud en receptie.
Ontwikkeling van communicatiewetenschappen vanuit social sciences
Oorspronkelijk erg negatieve visie op effecten van media en publiek als
passieve massa (cf. injectienaaldtheorie, War of the Worlds 1938)
Vanaf de jaren 1950: groeiende kritiek
̶ niet gebaseerd op systematisch wetenschappelijk onderzoek
(cf. relatie tussen mediaberichtgeving en criminaliteit in de
jaren 30)
̶ invloed van de massamedia overschat, evenals de passiviteit
van het publiek. Het is te simplistisch om zowel zender als
ontvanger voor te stellen als een monolithisch blok
,Een meer genuanceerde versie van de massamaatschappijtheorie houdt
meer rekening met de complexiteit van het communicatieproces
Netwerkmaatschappij
fase 1: De komst van computers in de jaren zeventig luidde het
einde van de industriële samenleving en de start van de
informatiesamenleving in.
Fase 2:De netwerkmaatschappij volgde pas in een tweede fase in
de jaren negentig door de introductie van internet en het
wegvallen van tijd- en ruimtebeperkingen.
Fase 3: Tijdens het laatste decennium wordt de
netwerkmaatschappij bovendien gekenmerkt door mobiele
technologie en verregaande gebruikersparticipatie door de
introductie van sociale media.
Fase 4: De twee centrale kenmerken van de netwerkmaatschappij
zijn digitalisering en globalisering
Manuel Castells publiceerde een omvangrijk drieluik ‘The
Information Age: Economy, Society, and Culture’ (1996) waar hij in
het eerste deel (‘The Rise of the Network Society’) zijn visie op de
maatschappelijke veranderingen ten gevolge van digitalisering
uiteenzet
Zijn focus ligt in eerste instantie op de veranderingen in de
kapitalistische economie. Waar het in de industriële samenleving
nog energiebronnen (kapitaal en arbeid) waren die garant stonden
voor productiviteitsgroei, zijn kennis en informatie de nieuwe
bronnen van productiviteit in de ‘netwerkeconomie’ (wat hij
informationeel kapitalisme (= hoeveel kennis kan je bezitten en
controleren) noemt).
Digitalisering en globalisering zijn de basiscomponenten van de
netwerkmaatschappij
Grote nadruk op het belang van elektronische netwerken als
drijvers van maatschappelijke verandering (kritiek:
technologisch determinisme)
Elektronische informatienetwerken zijn de nieuwe
dominante sociale structuren. Zij verbinden actoren over de
hele wereld in real time met elkaar en maken informatie- of
kapitaalstromen mogelijk zonder tijd- en ruimtebeperkingen.
Digitalisering gaat bijgevolg hand in hand met verregaande
globalisering
Elektronische netwerken worden gekenmerkt door
knooppunten (‘nodes’ of actoren) die met elkaar in
verbinding staan.
, De toegang tot de elite is bijgevolg meer open dan in de
massamaatschappij. Het is niet meer enkel het bezit van de
productiemiddelen die toegang tot de elite bepalen, maar ook bezit van
informatie en kennis. Macht behoort toe aan diegenen die de
informatiestromen kunnen controleren. Deze nieuwe groep van
‘informational elites’ zijn bovendien niet afhankelijk van socio-politieke
controle binnen nationale grenzen, maar zijn kosmopolitisch. Ze vormen
een eigen afgeschermde ’society’ en delen een (homogene) levensstijl die
culturele grenzen overstijgt.
Digitalisering
Nieuwe technologieën (elektronische netwerken) leggen de basis voor
globaliseringsprocessen
Ze maken de uitwisseling van informatie op globale schaal mogelijk, en de
beperkingen van tijd en ruimte worden daarbij steeds meer
doorbroken
Globalisering
Poging tot definitie
̶ Schaalvergroting: plaatsen connecteren en virtueel bij elkaar
brengen
̶ Geen barrières in tijd en plaats
algemene definitie een beetje
Global village (Mc Luhan): de wereld is een dorp, iedereen kan met
iedereen communiceren
̶ Kritiek: homogenisering (Westernization, Americanisation,
McDonaldisation)
Journalistiek: een kind van haar tijd
Journalistiek in de massamaatschappij de netwerkmaatschappij
̶ Nieuws is een product van zijn tijd: politiek (kiesrecht,
schoolplicht), economie (afschaffing zegelbelasting), cultuur,
technologie…
̶ Status quo van een maatschappij uitgedaagd door
technologische vernieuwingen
Impact (radio en televisie) versus disruptie (internet) en
introductie netwerkmaatschappij
technologische innovaties zijn een belangrijke katalysator
voor veranderingen, ook met betrekking tot (de werking van)
nieuwsmedia. Telkens wanneer er een nieuwe technologie
komt, is er veel bezorgdheid over de gevolgen voor de
nieuwsorganisaties zelf maar ook voor het publiek.
bv: radio kwam en veel vragen over de effecten van nieuws op
het publiek (bv.propaganda)
1e technologische innovaties hadden impact op diverse
actoren en organisaties in de maatschappij, maar ze
veranderden de samenleving niet essentieel.
De introductie van digitale technologieën zette de
samenleving echter wel op zijn kop, met als gevolg dat
nieuwsproductie en -verspreiding aan grote
veranderingen onderhevig zijn. Je kan zelfs spreken van
een disruptie van de nieuwsmarkt. Waar
nieuwsverspreiding in de massamaatschappij steeds een
vorm van massacommunicatie was met een centrale rol
voor nieuwsmedia als leidende gidsen, valt de klassieke
hiërarchische organisatie van informatieverspreiding in
de netwerkmaatschappij grotendeels weg.
In elektronische informatienetwerken worden
informatiestromen gedecentraliseerd, multilineair en
veel interactiever. Het aantal informatieverspreiders
vermenigvuldigt, waardoor de dominante positie van
traditionele nieuwsorganisaties wordt uitgedaagd.
HISTORIES – De Jaren Van De Vlaamse Televisie
, Eerste 8min bekijken technische uitdagingen om beelden buiten
de studio te maken. Onderdeel van radiobudget, kleine ploeg, nog
maar weinig mensen met toestel in huis ‘tv-clubs’. Meer statisch
nieuws, geen livebeelden, eerder paternalistische instelling van de
publieke omroep, …
Massamaatschappij
Eind 19de eeuw evolutie van kranten tot massamedium en in de loop van
de 20ste eeuw radio en televisie
Massacommunicatie = eenrichtingsverkeer in een lineair proces: “het
verspreiden van boodschappen via media start bij de communicator die
het via een medium naar een massa ontvangers verstuurt”
Nieuwsorganisaties hebben een monopolie op nieuwsproductie en
nieuwsdistributie. Ze verzamelen en filteren boodschappen van zenders
(de bronnen in het nieuws) en verspreiden die naar een groot publiek. De
toegang tot het nieuws wordt met andere woorden gecontroleerd door
journalisten. En het geselecteerde nieuws wordt in een lineair proces
verspreid naar een passief en manipuleerbaar publiek. Er is weinig of
geen interactie tussen journalisten en hun publiek.
Eerste communicatiewetenschappelijke studies ontstonden uit
bezorgdheid over de impact van deze massamedia op het grote
publiek. Ze wouden vooral verloop en effecten van
massacommunicatie in kaart brengen =
massamaatschappijtheorie.
Bekendste massamaatschappijtheorie is van Laswell: productie,
inhoud en receptie.
Ontwikkeling van communicatiewetenschappen vanuit social sciences
Oorspronkelijk erg negatieve visie op effecten van media en publiek als
passieve massa (cf. injectienaaldtheorie, War of the Worlds 1938)
Vanaf de jaren 1950: groeiende kritiek
̶ niet gebaseerd op systematisch wetenschappelijk onderzoek
(cf. relatie tussen mediaberichtgeving en criminaliteit in de
jaren 30)
̶ invloed van de massamedia overschat, evenals de passiviteit
van het publiek. Het is te simplistisch om zowel zender als
ontvanger voor te stellen als een monolithisch blok
,Een meer genuanceerde versie van de massamaatschappijtheorie houdt
meer rekening met de complexiteit van het communicatieproces
Netwerkmaatschappij
fase 1: De komst van computers in de jaren zeventig luidde het
einde van de industriële samenleving en de start van de
informatiesamenleving in.
Fase 2:De netwerkmaatschappij volgde pas in een tweede fase in
de jaren negentig door de introductie van internet en het
wegvallen van tijd- en ruimtebeperkingen.
Fase 3: Tijdens het laatste decennium wordt de
netwerkmaatschappij bovendien gekenmerkt door mobiele
technologie en verregaande gebruikersparticipatie door de
introductie van sociale media.
Fase 4: De twee centrale kenmerken van de netwerkmaatschappij
zijn digitalisering en globalisering
Manuel Castells publiceerde een omvangrijk drieluik ‘The
Information Age: Economy, Society, and Culture’ (1996) waar hij in
het eerste deel (‘The Rise of the Network Society’) zijn visie op de
maatschappelijke veranderingen ten gevolge van digitalisering
uiteenzet
Zijn focus ligt in eerste instantie op de veranderingen in de
kapitalistische economie. Waar het in de industriële samenleving
nog energiebronnen (kapitaal en arbeid) waren die garant stonden
voor productiviteitsgroei, zijn kennis en informatie de nieuwe
bronnen van productiviteit in de ‘netwerkeconomie’ (wat hij
informationeel kapitalisme (= hoeveel kennis kan je bezitten en
controleren) noemt).
Digitalisering en globalisering zijn de basiscomponenten van de
netwerkmaatschappij
Grote nadruk op het belang van elektronische netwerken als
drijvers van maatschappelijke verandering (kritiek:
technologisch determinisme)
Elektronische informatienetwerken zijn de nieuwe
dominante sociale structuren. Zij verbinden actoren over de
hele wereld in real time met elkaar en maken informatie- of
kapitaalstromen mogelijk zonder tijd- en ruimtebeperkingen.
Digitalisering gaat bijgevolg hand in hand met verregaande
globalisering
Elektronische netwerken worden gekenmerkt door
knooppunten (‘nodes’ of actoren) die met elkaar in
verbinding staan.
, De toegang tot de elite is bijgevolg meer open dan in de
massamaatschappij. Het is niet meer enkel het bezit van de
productiemiddelen die toegang tot de elite bepalen, maar ook bezit van
informatie en kennis. Macht behoort toe aan diegenen die de
informatiestromen kunnen controleren. Deze nieuwe groep van
‘informational elites’ zijn bovendien niet afhankelijk van socio-politieke
controle binnen nationale grenzen, maar zijn kosmopolitisch. Ze vormen
een eigen afgeschermde ’society’ en delen een (homogene) levensstijl die
culturele grenzen overstijgt.
Digitalisering
Nieuwe technologieën (elektronische netwerken) leggen de basis voor
globaliseringsprocessen
Ze maken de uitwisseling van informatie op globale schaal mogelijk, en de
beperkingen van tijd en ruimte worden daarbij steeds meer
doorbroken
Globalisering
Poging tot definitie
̶ Schaalvergroting: plaatsen connecteren en virtueel bij elkaar
brengen
̶ Geen barrières in tijd en plaats
algemene definitie een beetje
Global village (Mc Luhan): de wereld is een dorp, iedereen kan met
iedereen communiceren
̶ Kritiek: homogenisering (Westernization, Americanisation,
McDonaldisation)