H1: basisconcepten van onderzoek
1.Verwondering
1.1 uni- en bivariaat onderzoek
Verwondering over een fenomeen (univariaat onderzoek)
Er is maar 1 variabele waarin we geïnteresseerd zijn
Bv. Hoe vaak komt ‘probleemgedrag’ bij jongeren voor?
Verwondering over de relatie tussen twee variabelen (bivariaat onderzoek)
2 ver. variabelen die je kan uitdrukken in correlatie
1.2 multivariaat onderzoek
Verwondering over de relatie tussen meerdere variabelen (multivariaat
onderzoek)
Is ‘ouderschapstress’ gerelateerd aan ‘probleemgedrag’, rekening
houdend met het
SES van gezin
2. Methodologische doel
2.1 kwalitatief – kwantitatief
Kwantitatief onderzoek richt zich op verklaring en causaliteit (met wortels
in positivisme)
Kwalitatief onderzoek richt op in-depth informatie mbt een topic
(exploratief onderzoek)
het uitdrukken van de ‘hoe’, hoe voelt iemand zich?
als je nog niks weet over een fenomeen dan doe je eerst kwali, en als we
dan wel meer weten da kwanti = ze zijn aanvullend!
Complementair - niet contradictorisch
Verschillend onderzoeksobject en onderzoeksvragen
Verschillend benadering voor zelfde onderzoeksvragen (methodologische
triangulatie)
, Kwantitatief onderzoek is niet de vijand van kwalitatief onderzoek
Bv. kwantitatief onderzoek: wat is de invloed van zakgeld, studiebelasting,
slaap, ...
op het welbevinden van studenten?
Bv. kwalitatief onderzoek: welke factoren kunnen onderscheiden worden,
die een
impact hebben op het welbevinden van studenten?
Bv: wat heeft allemaal invloed op het well-being van een student, door
kwali onderzoek kan je zien welke variabelen allemaal invloed hebben
(zakgeld, vrienden, lessen,…) dit doe je door interviews. Eenmaal we iets
weten kan je een vragenlijst maken om dan te weten welk heet meest
wordt gekozen, dit is dan kwanti onderzoek
Complementair
- Kwalitatief onderzoek – WAAROM en HOE?
Wat zijn de onderliggende motieven ?
Verbanden zijn niet gekend
- Kwantitatief onderzoek – WAT ?
Welke factoren verklaren het fenomeen het meest?
Verbanden zijn gekend, maar sterkte van verbanden niet
Kwalitatief onderzoek is meestal goedkoper dan kwantitatief onderzoek
Om diepgaand inzicht te krijgen in een topic
Interviews kunnen face-to-face afgenomen worden, maar ook telefonisch
of online
Interviews kunnen kort of lang zijn, individueel of in groep
Complementaire onderzoeksmethoden, maar de onderzoekscyclus is
anders!
Kwantitatief: Inleiding, methoden (steekproef, measures, procedures),
resultaten, discussie, conclusie + Procedure is lineair. Iedereen krijgt beetje
zelfde vragen
Kwalitatief: Inleiding, methoden (steekproef, vragen, procedures),
resultaten & discussie, conclusie + Procedure is cyclisch. Je wilt zo goed
mogelijik zicht krijgen op het fenomeen, bv tijdens een interview wordt er
iets gezegd waar je niet aan dacht dus ga je dit meenemen in je andere
onderzoeken
2.2 Kwalitatief
Cresswel (2002): Kwalitatief onderzoek is een benadering waarbij de
interviewer:
Een key-fenomeen onderzoekt
Participanten brede, algemene vragen stelt (holistische benadering,
erkenning dat
menselijke realiteit complex is)
Gedetailleerde standpunten van de geïnterviewde verzameld (woorden
en/of beelden)
, Deze data analyseert en codeert : omdat alles uit een tekst bestaat, en
je moet er dus een betekenis uithalen (hangt af van beide partijen,
interviewer en geïnterviewde)
De betekenis van de informatie interpreteert op basis van persoonlijke
reflecties en
ander onderzoek
Een finaal rapport schrijft, met limitaties (bv. persoonlijke vertekening)
2.3 Voorbeeld kwalitatief : kwalitatieve interviews
Meerdere personen individueel interviewen
Heterogene groep om veel meningen te weten te komen
Levert info in diepte op: niet enkel ‘wat’ en ‘hoe’ maar vooral waarom
Lijst met gesprekspunten vragen (interviewprotocol)
Doorvragen, parafraseren, ...
Verschillende vormen van interview: gestructureerd, half gestructureerd,
ongestructureerd, visual aids, ...
Bv. jongeren bevragen naar ouderlijke mediëringstrategieën m.b.t.
internetgebruik
2.4 Voorbeeld kwalitatief : focusgroepen
Meerdere personen in groep interviewen (4-8 pers)
3 tot 4 focusgroepen per topic
Homogene groep om diepgaande gesprekken te verkrijgen
bv allemaal ouders die kind hebben van 12 jaar en je vraagt dingen aan
die groepen, maar moest er een ouder zijn met kind van 6jaar dan ga je
niet kunnen meespreken. Dus binnen de groep homogeen, buiten de groep
heterogeen
Belang van goed getrainde moderator. Iemand vraagt dingen, ander
persoon noteert dan dus alles van dat interview.
Bv. ouders bevragen naar ouderlijke mediëringsstrategieën m.b.t.
internetgebruik van adolescenten
2.5 Voorbeeld kwalitatief : case studies
=> diep fenomeen goed uitpluizen
Intensief kwalitatief onderzoek van één geval
Na een korte exploitatie worden gerichte waarnemingen en analyses
uitgevoerd
Vaak hypothesegericht
Doel: Beschrijving van sociale processen en factoren die verband houden
met de case
Maakt gebruik van observaties, interviews, focusgroeptechnieken, ...
Visie van interviewer speelt ook grote rol mee
, Kwantitatief = gegevens kunnen in datamatrix omgezet worden +
gegevens kunnen gekwantificeerd worden
3. Theorie versus praktijk
Theoretische gedreven benadering:
Algemene bijzondere
- De vraag komt voort uit de theorie van de communicatiewetenschappen
- Doel: het beter begrijpen van communicatiepatronen en menselijk gedrag door
het
beantwoorden van onderzoeksvragen of het toetsen van hypothesen die afgeleid
zijn uit een theorie
- Startpunt: verwoording van paradigma, onderzoeksvragen formuleren en
methode kiezen
Bv. Wat verklaart irrationeel gedrag
Praktijkgedreven benadering (toegepast onderzoek)
Je vertrekt van de praktijk zelf, vanuit een basisvraag
-De vraag komt voort uit de praktijk
- Doel: het verbeteren van onze kennis omtrent natuurlijke gebeurtenissen en het
vinden van oplossingen voor praktische problemen
-Startpunt: een onderzoeksvraag waarop je een antwoordt wilt
Bv. digiMeter: jaarlijkse bevraging naar het bezit en gebruik van
media(technologie) bij Vlamingen
Theorie staat ten dienste van praktijk
Evaluerend: mensen of producten beoordelen in het licht van een norm
Bv: hebben bepaalde maatregelen op het werk nut tegen phishing
Adviserend : na verklarende en evaluerende vragen
Bv : welke maatregelen moeten genomen worden ?
4. Methodologische doel van kwantitatief
onderzoek
4.1 Beschrijvend
hoeveel keer komt een fenomeen voor,
1.Verwondering
1.1 uni- en bivariaat onderzoek
Verwondering over een fenomeen (univariaat onderzoek)
Er is maar 1 variabele waarin we geïnteresseerd zijn
Bv. Hoe vaak komt ‘probleemgedrag’ bij jongeren voor?
Verwondering over de relatie tussen twee variabelen (bivariaat onderzoek)
2 ver. variabelen die je kan uitdrukken in correlatie
1.2 multivariaat onderzoek
Verwondering over de relatie tussen meerdere variabelen (multivariaat
onderzoek)
Is ‘ouderschapstress’ gerelateerd aan ‘probleemgedrag’, rekening
houdend met het
SES van gezin
2. Methodologische doel
2.1 kwalitatief – kwantitatief
Kwantitatief onderzoek richt zich op verklaring en causaliteit (met wortels
in positivisme)
Kwalitatief onderzoek richt op in-depth informatie mbt een topic
(exploratief onderzoek)
het uitdrukken van de ‘hoe’, hoe voelt iemand zich?
als je nog niks weet over een fenomeen dan doe je eerst kwali, en als we
dan wel meer weten da kwanti = ze zijn aanvullend!
Complementair - niet contradictorisch
Verschillend onderzoeksobject en onderzoeksvragen
Verschillend benadering voor zelfde onderzoeksvragen (methodologische
triangulatie)
, Kwantitatief onderzoek is niet de vijand van kwalitatief onderzoek
Bv. kwantitatief onderzoek: wat is de invloed van zakgeld, studiebelasting,
slaap, ...
op het welbevinden van studenten?
Bv. kwalitatief onderzoek: welke factoren kunnen onderscheiden worden,
die een
impact hebben op het welbevinden van studenten?
Bv: wat heeft allemaal invloed op het well-being van een student, door
kwali onderzoek kan je zien welke variabelen allemaal invloed hebben
(zakgeld, vrienden, lessen,…) dit doe je door interviews. Eenmaal we iets
weten kan je een vragenlijst maken om dan te weten welk heet meest
wordt gekozen, dit is dan kwanti onderzoek
Complementair
- Kwalitatief onderzoek – WAAROM en HOE?
Wat zijn de onderliggende motieven ?
Verbanden zijn niet gekend
- Kwantitatief onderzoek – WAT ?
Welke factoren verklaren het fenomeen het meest?
Verbanden zijn gekend, maar sterkte van verbanden niet
Kwalitatief onderzoek is meestal goedkoper dan kwantitatief onderzoek
Om diepgaand inzicht te krijgen in een topic
Interviews kunnen face-to-face afgenomen worden, maar ook telefonisch
of online
Interviews kunnen kort of lang zijn, individueel of in groep
Complementaire onderzoeksmethoden, maar de onderzoekscyclus is
anders!
Kwantitatief: Inleiding, methoden (steekproef, measures, procedures),
resultaten, discussie, conclusie + Procedure is lineair. Iedereen krijgt beetje
zelfde vragen
Kwalitatief: Inleiding, methoden (steekproef, vragen, procedures),
resultaten & discussie, conclusie + Procedure is cyclisch. Je wilt zo goed
mogelijik zicht krijgen op het fenomeen, bv tijdens een interview wordt er
iets gezegd waar je niet aan dacht dus ga je dit meenemen in je andere
onderzoeken
2.2 Kwalitatief
Cresswel (2002): Kwalitatief onderzoek is een benadering waarbij de
interviewer:
Een key-fenomeen onderzoekt
Participanten brede, algemene vragen stelt (holistische benadering,
erkenning dat
menselijke realiteit complex is)
Gedetailleerde standpunten van de geïnterviewde verzameld (woorden
en/of beelden)
, Deze data analyseert en codeert : omdat alles uit een tekst bestaat, en
je moet er dus een betekenis uithalen (hangt af van beide partijen,
interviewer en geïnterviewde)
De betekenis van de informatie interpreteert op basis van persoonlijke
reflecties en
ander onderzoek
Een finaal rapport schrijft, met limitaties (bv. persoonlijke vertekening)
2.3 Voorbeeld kwalitatief : kwalitatieve interviews
Meerdere personen individueel interviewen
Heterogene groep om veel meningen te weten te komen
Levert info in diepte op: niet enkel ‘wat’ en ‘hoe’ maar vooral waarom
Lijst met gesprekspunten vragen (interviewprotocol)
Doorvragen, parafraseren, ...
Verschillende vormen van interview: gestructureerd, half gestructureerd,
ongestructureerd, visual aids, ...
Bv. jongeren bevragen naar ouderlijke mediëringstrategieën m.b.t.
internetgebruik
2.4 Voorbeeld kwalitatief : focusgroepen
Meerdere personen in groep interviewen (4-8 pers)
3 tot 4 focusgroepen per topic
Homogene groep om diepgaande gesprekken te verkrijgen
bv allemaal ouders die kind hebben van 12 jaar en je vraagt dingen aan
die groepen, maar moest er een ouder zijn met kind van 6jaar dan ga je
niet kunnen meespreken. Dus binnen de groep homogeen, buiten de groep
heterogeen
Belang van goed getrainde moderator. Iemand vraagt dingen, ander
persoon noteert dan dus alles van dat interview.
Bv. ouders bevragen naar ouderlijke mediëringsstrategieën m.b.t.
internetgebruik van adolescenten
2.5 Voorbeeld kwalitatief : case studies
=> diep fenomeen goed uitpluizen
Intensief kwalitatief onderzoek van één geval
Na een korte exploitatie worden gerichte waarnemingen en analyses
uitgevoerd
Vaak hypothesegericht
Doel: Beschrijving van sociale processen en factoren die verband houden
met de case
Maakt gebruik van observaties, interviews, focusgroeptechnieken, ...
Visie van interviewer speelt ook grote rol mee
, Kwantitatief = gegevens kunnen in datamatrix omgezet worden +
gegevens kunnen gekwantificeerd worden
3. Theorie versus praktijk
Theoretische gedreven benadering:
Algemene bijzondere
- De vraag komt voort uit de theorie van de communicatiewetenschappen
- Doel: het beter begrijpen van communicatiepatronen en menselijk gedrag door
het
beantwoorden van onderzoeksvragen of het toetsen van hypothesen die afgeleid
zijn uit een theorie
- Startpunt: verwoording van paradigma, onderzoeksvragen formuleren en
methode kiezen
Bv. Wat verklaart irrationeel gedrag
Praktijkgedreven benadering (toegepast onderzoek)
Je vertrekt van de praktijk zelf, vanuit een basisvraag
-De vraag komt voort uit de praktijk
- Doel: het verbeteren van onze kennis omtrent natuurlijke gebeurtenissen en het
vinden van oplossingen voor praktische problemen
-Startpunt: een onderzoeksvraag waarop je een antwoordt wilt
Bv. digiMeter: jaarlijkse bevraging naar het bezit en gebruik van
media(technologie) bij Vlamingen
Theorie staat ten dienste van praktijk
Evaluerend: mensen of producten beoordelen in het licht van een norm
Bv: hebben bepaalde maatregelen op het werk nut tegen phishing
Adviserend : na verklarende en evaluerende vragen
Bv : welke maatregelen moeten genomen worden ?
4. Methodologische doel van kwantitatief
onderzoek
4.1 Beschrijvend
hoeveel keer komt een fenomeen voor,