HOOFDSTUK 1:
TERREINVERKENNING
1.1 EEN KORTE HISTORIEK
“Ontwikkeling is een proces van groei en verandering dat wordt
aangezwengeld door de interactie tussen erfelijkheid en omgeving.”
Dit thema wordt vaak voorgesteld als het nature-nurture-debat
nature: natuurlijke aanleg die je meekrijgt bij de bevruchting
nurture: opvoeding, alle invloeden (zowel fysiek als psychosociaal) die daar nadien op
inwerken
1.3 FACTOREN DIE DE ONTWIKKELING STUREN
Wat maakt dat de ene persoon uitgroeit tot iemand sociaal, terwijl de ander iedereen tot
last is en zich niks aantrekt van de sociale omgeving?
Twee soorten factoren spelen mee:
Erfelijkheid
Milieu
1.3.2 INVLOEDEN VANUIT HET MILIEU
=> we denken direct aan opvoeding thuis, die levenslang kan doorwerken
Om dat duidelijk te maken werkte Bronfenbrenner een theorie uit waarin
veelsoortige omgevingsinvloeden die een rol kunnen spelen in de ontwikkeling,
onder te brengen in een aantal lagen die als cirkels over elkaar heen liggen
= ECOLOGISCHE SYSTEMENTHEORIE
Microsysteem - Sluit dichtste aan bij invloeden
1
, - Niet enkel gezinssfeer => ook vriendenkring, school, buren,
werk …
- Bronfenbrenner voegt eraan toe: tweerichtingsverkeer
- Niet alleen invloed die je ondergaat vanuit omgeving, zelf ook
actief invloed op wijze waarop anderen zullen reageren
- Die reacties kunnen impact hebben op eigen zelfbeleving en
wijze van reageren
Mesosysteem - Verwijst naar invloeden die voortkomen uit onderlinge
interacties tussen sommige personen in microsysteem
- Bv. Manier waarop ouders positief/negatief kunnen inspelen
op wat school verwacht van kinderen (interesse tonen,
partners onder druk door promotie op werk => belast op
kind)
Exosysteem - Aspecten van sociale omgeving die geen directe invloed
hebben op individu maar werkzaam zijn via mensen waar
individu dagelijks mee omgaat
- Bv. Wonen in rijke buurt of stad, maatschappelijke positie …
- Ook medische en sociale voorzieningen en aanwezigheid van
allerlei cultuur- en sportaccommodatie
Macrosysteem - Brede cultuur, met haar waarden, voorschriften en gebruiken
- Verschil opgroeien in traditionele/moderne samenleving,
economische crisis, cultuur: islam/christen
Chronosysteem - Tijdsdimensie
- In loop van leven veranderingen plaatsvinden in sommige van
die omgevingsinvloeden
- Huwelijk loopt af, job verandert waardoor tijd voor kinderen,
milieuramp
- Niet enkel vroegere situatie verdwijnt, ook turbulentie die
invloed geeft op indvidu en sociale omgeving
1.3.3 INTERACTIES TUSSEN
ERFELIJKHEID EN MILIEU
2
,Erfelijkheid en milieu = onlosmakend en met elkaar verbonden; de ene kan niet zonder
de andere
Erfelijk meekrijgen = niets meer dan een code die aangeeft welke eiwitten er
aangemaakt moeten worden om een bepaalde eigenschap te ontwikkelen
Om dat mogelijk te maken, heb je een bepaald milieu nodig
Relatieve gewicht van erfelijkheid en milieu
Iedere eigenschap = product erfelijke aanleg en inwerking van bepaalde milieu-
invloeden, richting of snelheid waarin eigenschap zich ontwikkelt soms meer door de ene
of andere factor bepaald worden
Bv. om te groeien heb je voedsel nodig, maar de manier waarop kinderlijke
lichaamsvormen geleidelijk uitgroeien tot meer volwassen verhoudingen wordt niet
bepaald door hoeveelheid voedsel, maar door biologische rijpingsprocessen
Invloed van erfelijkheid op milieu
Erfelijkheid bepaalt mee welke omgevingsinvloeden reëel op iemand zullen inwerken. Die
interacties kunnen op een directe of meer indirecte manier plaatsvinden
Indirect: bv. via ouders => ouders die zeer muzikaal zijn => beschikken over aantal
specifieke genen die ze zullen doorgeven aan hun kinderen
Genen kunnen ook een meer directe invloed hebben. Wie van nature al muzikaal is, heeft
meer kans om gevoeliger te zijn voor het soort prikkels die dat talent voeden, waardoor
omgevingsinvloeden meer impact zullen hebben dan op een ander in die omgeving. Het
individu zal ook bewust/onbewust eerder dat soort prikkels opzoeken, uitlokken of
creëren.
Invloed milieu op erfelijkheid
Ontstaan van erfelijke mutaties => mutaties die zich voordoen in de voorplantingscellen
worden erfelijk doorgegeven en zullen dus ook terug gevonden worden in alle cellen van
het kind dat uit een gemuteerde cel ontstaat.
Bv. productie insuline: enkel geactiveerd wanneer hoeveelheid suiker in bloed bepaalde
drempel overschrijdt
1.3.4 ZELFSTURING ALS DERDE FACTOR
3
, Filosofische discussie
Subjectieve vrijheidsgevoel = mensen ervaren wanneer ze belangrijke
beslissingen moeten nemen
Mensen gaan soms totaal onverwachte wendingen nemen in hun leven die niet
meteen in verband te brengen zijn met dingen uit hun heden/verleden
Vaststelling dat de mens een heel apart soort wezen is: er ontwikkelt zich een
individu dat zich tot zekere hoogte bewust kan worden tot zichzelf, van wie hij is
en wat hij gerealiseerd heeft, maar ook alternatieve mogelijkheden die nog voor
hem openstaan
Vanuit het zelfbewustzijn => toekomst voor een stuk mee ontwerpen of hier en daar
bijsturen
= bepaalde milieus vermijden, andere eerder opzoeken
4
TERREINVERKENNING
1.1 EEN KORTE HISTORIEK
“Ontwikkeling is een proces van groei en verandering dat wordt
aangezwengeld door de interactie tussen erfelijkheid en omgeving.”
Dit thema wordt vaak voorgesteld als het nature-nurture-debat
nature: natuurlijke aanleg die je meekrijgt bij de bevruchting
nurture: opvoeding, alle invloeden (zowel fysiek als psychosociaal) die daar nadien op
inwerken
1.3 FACTOREN DIE DE ONTWIKKELING STUREN
Wat maakt dat de ene persoon uitgroeit tot iemand sociaal, terwijl de ander iedereen tot
last is en zich niks aantrekt van de sociale omgeving?
Twee soorten factoren spelen mee:
Erfelijkheid
Milieu
1.3.2 INVLOEDEN VANUIT HET MILIEU
=> we denken direct aan opvoeding thuis, die levenslang kan doorwerken
Om dat duidelijk te maken werkte Bronfenbrenner een theorie uit waarin
veelsoortige omgevingsinvloeden die een rol kunnen spelen in de ontwikkeling,
onder te brengen in een aantal lagen die als cirkels over elkaar heen liggen
= ECOLOGISCHE SYSTEMENTHEORIE
Microsysteem - Sluit dichtste aan bij invloeden
1
, - Niet enkel gezinssfeer => ook vriendenkring, school, buren,
werk …
- Bronfenbrenner voegt eraan toe: tweerichtingsverkeer
- Niet alleen invloed die je ondergaat vanuit omgeving, zelf ook
actief invloed op wijze waarop anderen zullen reageren
- Die reacties kunnen impact hebben op eigen zelfbeleving en
wijze van reageren
Mesosysteem - Verwijst naar invloeden die voortkomen uit onderlinge
interacties tussen sommige personen in microsysteem
- Bv. Manier waarop ouders positief/negatief kunnen inspelen
op wat school verwacht van kinderen (interesse tonen,
partners onder druk door promotie op werk => belast op
kind)
Exosysteem - Aspecten van sociale omgeving die geen directe invloed
hebben op individu maar werkzaam zijn via mensen waar
individu dagelijks mee omgaat
- Bv. Wonen in rijke buurt of stad, maatschappelijke positie …
- Ook medische en sociale voorzieningen en aanwezigheid van
allerlei cultuur- en sportaccommodatie
Macrosysteem - Brede cultuur, met haar waarden, voorschriften en gebruiken
- Verschil opgroeien in traditionele/moderne samenleving,
economische crisis, cultuur: islam/christen
Chronosysteem - Tijdsdimensie
- In loop van leven veranderingen plaatsvinden in sommige van
die omgevingsinvloeden
- Huwelijk loopt af, job verandert waardoor tijd voor kinderen,
milieuramp
- Niet enkel vroegere situatie verdwijnt, ook turbulentie die
invloed geeft op indvidu en sociale omgeving
1.3.3 INTERACTIES TUSSEN
ERFELIJKHEID EN MILIEU
2
,Erfelijkheid en milieu = onlosmakend en met elkaar verbonden; de ene kan niet zonder
de andere
Erfelijk meekrijgen = niets meer dan een code die aangeeft welke eiwitten er
aangemaakt moeten worden om een bepaalde eigenschap te ontwikkelen
Om dat mogelijk te maken, heb je een bepaald milieu nodig
Relatieve gewicht van erfelijkheid en milieu
Iedere eigenschap = product erfelijke aanleg en inwerking van bepaalde milieu-
invloeden, richting of snelheid waarin eigenschap zich ontwikkelt soms meer door de ene
of andere factor bepaald worden
Bv. om te groeien heb je voedsel nodig, maar de manier waarop kinderlijke
lichaamsvormen geleidelijk uitgroeien tot meer volwassen verhoudingen wordt niet
bepaald door hoeveelheid voedsel, maar door biologische rijpingsprocessen
Invloed van erfelijkheid op milieu
Erfelijkheid bepaalt mee welke omgevingsinvloeden reëel op iemand zullen inwerken. Die
interacties kunnen op een directe of meer indirecte manier plaatsvinden
Indirect: bv. via ouders => ouders die zeer muzikaal zijn => beschikken over aantal
specifieke genen die ze zullen doorgeven aan hun kinderen
Genen kunnen ook een meer directe invloed hebben. Wie van nature al muzikaal is, heeft
meer kans om gevoeliger te zijn voor het soort prikkels die dat talent voeden, waardoor
omgevingsinvloeden meer impact zullen hebben dan op een ander in die omgeving. Het
individu zal ook bewust/onbewust eerder dat soort prikkels opzoeken, uitlokken of
creëren.
Invloed milieu op erfelijkheid
Ontstaan van erfelijke mutaties => mutaties die zich voordoen in de voorplantingscellen
worden erfelijk doorgegeven en zullen dus ook terug gevonden worden in alle cellen van
het kind dat uit een gemuteerde cel ontstaat.
Bv. productie insuline: enkel geactiveerd wanneer hoeveelheid suiker in bloed bepaalde
drempel overschrijdt
1.3.4 ZELFSTURING ALS DERDE FACTOR
3
, Filosofische discussie
Subjectieve vrijheidsgevoel = mensen ervaren wanneer ze belangrijke
beslissingen moeten nemen
Mensen gaan soms totaal onverwachte wendingen nemen in hun leven die niet
meteen in verband te brengen zijn met dingen uit hun heden/verleden
Vaststelling dat de mens een heel apart soort wezen is: er ontwikkelt zich een
individu dat zich tot zekere hoogte bewust kan worden tot zichzelf, van wie hij is
en wat hij gerealiseerd heeft, maar ook alternatieve mogelijkheden die nog voor
hem openstaan
Vanuit het zelfbewustzijn => toekomst voor een stuk mee ontwerpen of hier en daar
bijsturen
= bepaalde milieus vermijden, andere eerder opzoeken
4