MIB-SEMESTER 1
Effectieve studiemethode:
Lees eerst de volledige samenvatting door voor een algemeen
overzicht
Focus daarna intensief op de leerdoelen van elke week - deze
vormen de kern van wat je moet kennen
Leer alle belangrijke termen grondig en zorg dat je ze kunt
uitleggen
Bereid je voor op doorvragen - bijvoorbeeld: "Wat is ethiek?" →
"Waar komt ethiek vandaan?" → "Geef een voorbeeld van een
ethisch dilemma"
Belangrijke aandachtspunten:
Modellen beheersen: Zorg dat je modellen zoals het KAWA-model,
PEO-model, gelaagd model, etc. kunt toepassen op casussen
1
,4. Cultuur en de moderne samenleving
Lesdoelen
Theorie begrijpen en kunnen toepassen
De student kan het gelaagd model van de ergotherapeutische
dienstverlening toelichten.
De student kan voor iedere laag van het gelaagd model van de
ergotherapeutische dienstverlening toelichten wat de focus van de
dienstverlening.
4.1 Inleiding
Doel vak : Inzicht krijgen in de dynamische aspecten van de samenleving
en hun invloed op het persoonlijk leven en het beroep van ergotherapeut.
Kernpunten:
o Persoonlijke keuzes lijken individueel, maar worden beïnvloed
door land, tijd, cultuur, waarden, normen, sociale
context.
o Patronen in keuzes tonen de invloed van de samenleving.
o Ergotherapie richt zich op mensen in diverse contexten:
individuen, gezinnen, groepen, wijken, scholen, organisaties,
bedrijven, zorginstellingen.
o Cursus legt nadruk op groep- en populatieniveau en het
belang van maatschappelijk bewustzijn.
o Breder maatschappelijk kader begrijpen is essentieel voor
effectief handelen op populatieniveau.
4.2 Het gelaagd model voor ergotherapeutische
dienstverlening
Het model toont drie niveaus van interventie: individueel, groep,
populatie.
Vorm: piramide → populatieniveau bereikt de
meeste mensen.
1. Individueel niveau
Focust op: Unieke behoeften van cliënten.
2
, Voorbeelden: Interventies zoals het aanpassen van iemands
omgeving of aanleren van vaardigheden om dagelijkse handelingen
mogelijk te maken. (persoonlijke interventieplannen maken)
2. Groepsniveau
Focust op: Mensen met vergelijkbare behoeften of doelen.
Voorbeelden:
o Ondersteuningsgroepen (bv. CVA-patiënten, kinderen met
DCD).
o Training/educatie voor specifieke doelgroepen (bv.
valpreventie in dienstencentrum).
3. Populatieniveau
Focust op: Invloed van maatschappelijke veranderingen op
gezondheid, welzijn en participatie.
Doelen:
o Preventie en inclusie.
o Werken vanuit talent- en sterktebenadering.
o Bevorderen van zelfregie bij groepen en gemeenschappen.
o Pleiten voor beleidsveranderingen.
Reden van belang: Maatschappelijke verschuivingen beïnvloeden
gezondheid en welzijn sterk.
Voordeel: Bereikt meer mensen dan individuele zorg.
Voorbeelden: beleid voor toegankelijkheid of
bewustwordingscampagnes
Maatschappelijk Bewustzijn
Om effectief bij te dragen op populatieniveau moeten
ergotherapeuten:
Het bredere maatschappelijke kader begrijpen
Implicaties van sociale veranderingen analyseren
De dynamiek van de samenleving doorgronden
3
, Verbanden leggen tussen maatschappelijke verschuivingen en
gezondheid/welzijn
Diversiteit in Ergotherapie
Ergotherapeuten werken met verschillende doelgroepen en in
verschillende settings:
Personen: individuen, gezinnen, groepen
Organisaties: wijken, scholen, welzijnsorganisaties, bedrijven,
zorginstellingen
Kern: mensenwerk in zeer diverse contexten
Opdracht 1: Individu, groep en populatie
Een ergotherapeut kan:
Individueel: Zelfredzaamheid bevorderen (bijvoorbeeld zelfstandig
leren boodschappen doen).
Groep: Samenwerking verbeteren of doelen stellen binnen een
groep.
Populatie: Omgevingen aanpassen en thema’s aankaarten
Opdracht 2: Toegankelijkheid op populatieniveau
Acties zoals de installatie van zelfreinigende openbare toiletten en het
verbeteren van de toegankelijkheid van wandelpaden en restaurants zijn
voorbeelden van interventies op populatieniveau. Deze initiatieven richten
zich op het verbeteren van de leefomgeving voor brede
bevolkingsgroepen.
5. Wat is cultuur
Lesdoelen
Theorie begrijpen en kunnen toepassen
De student kan het begrip cultuur toelichten en hoe dit het gedrag
van mensen beïnvloedt.
4
Effectieve studiemethode:
Lees eerst de volledige samenvatting door voor een algemeen
overzicht
Focus daarna intensief op de leerdoelen van elke week - deze
vormen de kern van wat je moet kennen
Leer alle belangrijke termen grondig en zorg dat je ze kunt
uitleggen
Bereid je voor op doorvragen - bijvoorbeeld: "Wat is ethiek?" →
"Waar komt ethiek vandaan?" → "Geef een voorbeeld van een
ethisch dilemma"
Belangrijke aandachtspunten:
Modellen beheersen: Zorg dat je modellen zoals het KAWA-model,
PEO-model, gelaagd model, etc. kunt toepassen op casussen
1
,4. Cultuur en de moderne samenleving
Lesdoelen
Theorie begrijpen en kunnen toepassen
De student kan het gelaagd model van de ergotherapeutische
dienstverlening toelichten.
De student kan voor iedere laag van het gelaagd model van de
ergotherapeutische dienstverlening toelichten wat de focus van de
dienstverlening.
4.1 Inleiding
Doel vak : Inzicht krijgen in de dynamische aspecten van de samenleving
en hun invloed op het persoonlijk leven en het beroep van ergotherapeut.
Kernpunten:
o Persoonlijke keuzes lijken individueel, maar worden beïnvloed
door land, tijd, cultuur, waarden, normen, sociale
context.
o Patronen in keuzes tonen de invloed van de samenleving.
o Ergotherapie richt zich op mensen in diverse contexten:
individuen, gezinnen, groepen, wijken, scholen, organisaties,
bedrijven, zorginstellingen.
o Cursus legt nadruk op groep- en populatieniveau en het
belang van maatschappelijk bewustzijn.
o Breder maatschappelijk kader begrijpen is essentieel voor
effectief handelen op populatieniveau.
4.2 Het gelaagd model voor ergotherapeutische
dienstverlening
Het model toont drie niveaus van interventie: individueel, groep,
populatie.
Vorm: piramide → populatieniveau bereikt de
meeste mensen.
1. Individueel niveau
Focust op: Unieke behoeften van cliënten.
2
, Voorbeelden: Interventies zoals het aanpassen van iemands
omgeving of aanleren van vaardigheden om dagelijkse handelingen
mogelijk te maken. (persoonlijke interventieplannen maken)
2. Groepsniveau
Focust op: Mensen met vergelijkbare behoeften of doelen.
Voorbeelden:
o Ondersteuningsgroepen (bv. CVA-patiënten, kinderen met
DCD).
o Training/educatie voor specifieke doelgroepen (bv.
valpreventie in dienstencentrum).
3. Populatieniveau
Focust op: Invloed van maatschappelijke veranderingen op
gezondheid, welzijn en participatie.
Doelen:
o Preventie en inclusie.
o Werken vanuit talent- en sterktebenadering.
o Bevorderen van zelfregie bij groepen en gemeenschappen.
o Pleiten voor beleidsveranderingen.
Reden van belang: Maatschappelijke verschuivingen beïnvloeden
gezondheid en welzijn sterk.
Voordeel: Bereikt meer mensen dan individuele zorg.
Voorbeelden: beleid voor toegankelijkheid of
bewustwordingscampagnes
Maatschappelijk Bewustzijn
Om effectief bij te dragen op populatieniveau moeten
ergotherapeuten:
Het bredere maatschappelijke kader begrijpen
Implicaties van sociale veranderingen analyseren
De dynamiek van de samenleving doorgronden
3
, Verbanden leggen tussen maatschappelijke verschuivingen en
gezondheid/welzijn
Diversiteit in Ergotherapie
Ergotherapeuten werken met verschillende doelgroepen en in
verschillende settings:
Personen: individuen, gezinnen, groepen
Organisaties: wijken, scholen, welzijnsorganisaties, bedrijven,
zorginstellingen
Kern: mensenwerk in zeer diverse contexten
Opdracht 1: Individu, groep en populatie
Een ergotherapeut kan:
Individueel: Zelfredzaamheid bevorderen (bijvoorbeeld zelfstandig
leren boodschappen doen).
Groep: Samenwerking verbeteren of doelen stellen binnen een
groep.
Populatie: Omgevingen aanpassen en thema’s aankaarten
Opdracht 2: Toegankelijkheid op populatieniveau
Acties zoals de installatie van zelfreinigende openbare toiletten en het
verbeteren van de toegankelijkheid van wandelpaden en restaurants zijn
voorbeelden van interventies op populatieniveau. Deze initiatieven richten
zich op het verbeteren van de leefomgeving voor brede
bevolkingsgroepen.
5. Wat is cultuur
Lesdoelen
Theorie begrijpen en kunnen toepassen
De student kan het begrip cultuur toelichten en hoe dit het gedrag
van mensen beïnvloedt.
4