Sociologisch perspectief
Deel 2: micro; Hoofdstuk 2: sociale relaties,
sociale posities, sociale rol
1. Sociale relaties
a. Definitie
Sociale relatie = een sociale verhouding die tussen twee mensen bestaat
en gekenmerkt is door een kans op het voorkomen van sociale interacties
en communicatie die volgens bepaalde routines en patronen verlopen. Vb
als we elkaar tegen komen in de gang ga je knikken, in de winkelstraat ook
knikken. Je sociale relatie blijft bestaan, omdat er een kans is dat als we
elkaar tegen komen we in interactie ga.
Sociale relaties = structurele neerslag van sociale interactie en
communicatie
Sociale relaties hebben een robuust karakter vb na 10 jaar zeg je oh das
een docent van mij, sommige mensen blijven hangen
Sociale relaties hebben een routinematig karakter => voorspelbaarheid, je
doet bij elke docent hetzelfde. Routine in gedrag, onafhankelijk van welk
hoofdstuk.
Sociale relaties spelen zich af op twee continua, 2 uiterste
o Perfecte nomos (alleen maar regels) versus absolute anomie (geen
regels) -> chaos ontstaat vb beerschotsupporters vb oorlog vb
solden
~ mate waarin er regels en routines aanwezig zijn om de sociale
interactie te sturen vb klasafspraken, waan en wanneer we elkaar tegen
komen
Regulerend kader: interactie die wordt geordend door afspraken
o Perfecte coöperatie vb wij die in de les zitten versus absoluut
conflict vb als we praten, les wordt stilgelegd.
~ mate waarin ene actor de goedkeuring van de andere wil winnen en/of
wil behouden
=> Uitersten zijn weinig waarschijnlijk
=> Streefdoel = nomos en coöperatie
b. Types van sociale relaties
, Emotionele basis: jij en je vriend -> elkaar graag zien
Rationele basis: lector en leerling, je moet elkaar niet leuk vinden
Kleine sociale afstand: je bent nauw op elkaar betrokken
Grote sociale afstand: je deelt geen prive
Prive ruimte: in het huis, samen op reis
Publieke ruimte: op school, niet les geven bij iemand thuis
!! problematisch wanneer de zaken vermengen
Vb cipier gaat een liefdesrelatie aan met een gedetineerde. Dit gaan
niet
Vb werkrelaties -< savonds aan de keukentafel
Anekdote van haar leven -> 8 jaar, meester was haar papa. Papa en
meester goed uitelkaar. Directrice kwam uitleggen dat je een centje kon
meebrengen voor missie. Mevrouw zegt ik neem een halve frank mee,
en meester wordt papa en straft haar. 6weken meester. Hij springt in rol
papa ipv meester.
2. Sociale positie
a. Definitie
Sociale positie = plaats die een persoon inneemt in een netwerk van
sociale relatie of verhoudingen
Sociale positie = plaats die een persoon inneemt in de maatschappij in
verhouding tot anderen
Sociale posities = punten of plaatsen in een coördinatiesysteem van
sociale relaties (Dahrendorf)
Sociale positie bestaat los van de positiebekleder vb de docent bestaat
zonder mij als persoon. Iemand anders had het ook kunnen doen
b. Sociale positie
= Positiegebonden handelen
= Handelen zoals in die positie gebruikelijk is vb niet in een andere context
dan school 2 uur lang iemand les geeft en jij zit.
= Handelen gebaseerd op routines en patronen die gebruikelijk zijn in de
sociale relatie waarvan die positie deel uitmaakt.
Persoonlijkheden ondergeschikt aan routines vb persoonlijkheid kan
energiek zijn, maar toch 2 uur op de stoel zitten
Deel 2: micro; Hoofdstuk 2: sociale relaties,
sociale posities, sociale rol
1. Sociale relaties
a. Definitie
Sociale relatie = een sociale verhouding die tussen twee mensen bestaat
en gekenmerkt is door een kans op het voorkomen van sociale interacties
en communicatie die volgens bepaalde routines en patronen verlopen. Vb
als we elkaar tegen komen in de gang ga je knikken, in de winkelstraat ook
knikken. Je sociale relatie blijft bestaan, omdat er een kans is dat als we
elkaar tegen komen we in interactie ga.
Sociale relaties = structurele neerslag van sociale interactie en
communicatie
Sociale relaties hebben een robuust karakter vb na 10 jaar zeg je oh das
een docent van mij, sommige mensen blijven hangen
Sociale relaties hebben een routinematig karakter => voorspelbaarheid, je
doet bij elke docent hetzelfde. Routine in gedrag, onafhankelijk van welk
hoofdstuk.
Sociale relaties spelen zich af op twee continua, 2 uiterste
o Perfecte nomos (alleen maar regels) versus absolute anomie (geen
regels) -> chaos ontstaat vb beerschotsupporters vb oorlog vb
solden
~ mate waarin er regels en routines aanwezig zijn om de sociale
interactie te sturen vb klasafspraken, waan en wanneer we elkaar tegen
komen
Regulerend kader: interactie die wordt geordend door afspraken
o Perfecte coöperatie vb wij die in de les zitten versus absoluut
conflict vb als we praten, les wordt stilgelegd.
~ mate waarin ene actor de goedkeuring van de andere wil winnen en/of
wil behouden
=> Uitersten zijn weinig waarschijnlijk
=> Streefdoel = nomos en coöperatie
b. Types van sociale relaties
, Emotionele basis: jij en je vriend -> elkaar graag zien
Rationele basis: lector en leerling, je moet elkaar niet leuk vinden
Kleine sociale afstand: je bent nauw op elkaar betrokken
Grote sociale afstand: je deelt geen prive
Prive ruimte: in het huis, samen op reis
Publieke ruimte: op school, niet les geven bij iemand thuis
!! problematisch wanneer de zaken vermengen
Vb cipier gaat een liefdesrelatie aan met een gedetineerde. Dit gaan
niet
Vb werkrelaties -< savonds aan de keukentafel
Anekdote van haar leven -> 8 jaar, meester was haar papa. Papa en
meester goed uitelkaar. Directrice kwam uitleggen dat je een centje kon
meebrengen voor missie. Mevrouw zegt ik neem een halve frank mee,
en meester wordt papa en straft haar. 6weken meester. Hij springt in rol
papa ipv meester.
2. Sociale positie
a. Definitie
Sociale positie = plaats die een persoon inneemt in een netwerk van
sociale relatie of verhoudingen
Sociale positie = plaats die een persoon inneemt in de maatschappij in
verhouding tot anderen
Sociale posities = punten of plaatsen in een coördinatiesysteem van
sociale relaties (Dahrendorf)
Sociale positie bestaat los van de positiebekleder vb de docent bestaat
zonder mij als persoon. Iemand anders had het ook kunnen doen
b. Sociale positie
= Positiegebonden handelen
= Handelen zoals in die positie gebruikelijk is vb niet in een andere context
dan school 2 uur lang iemand les geeft en jij zit.
= Handelen gebaseerd op routines en patronen die gebruikelijk zijn in de
sociale relatie waarvan die positie deel uitmaakt.
Persoonlijkheden ondergeschikt aan routines vb persoonlijkheid kan
energiek zijn, maar toch 2 uur op de stoel zitten