- Goed (kwalitatief ; deskundig professioneel etc.)
- Deugdelijk (integriteit; betrouwbaar)
Nederlandse CG Code (nieuw = diversiteit/cultuur/gedrag/beloning/invloed medewerkers
Behoorlijk ondernemingsbestuur à stakeholdersmodel richtingggevend
CG vraagstukken in meerdere landen
UK CG Code
UK stewardship Code
- Wet langetermijn betrokkenheid aandeelhouders (bezoldiging)
- Beloningsbeleid à 75% stemmen Ava vastegesteld
- Bedenktijd 250 dagen beursgenoteerde dagen
- Meer bevoegdheden OR inzake beloning bestuurders
- 30% vrouwen RvC
- Verplicht UBO register
- Uitgebreide rol accountant bestuursverslag + cg verklaring
- Toezicht afm
- Wet bestuur toezicht bij semipublieke sector
H1 tm H10 à actoren en mechanismen CG
H1 Corporate governance: een historisch perspectief
1.1 Ondernemen en corporate governance
Kapitalisme is een economisch systeem waarin hard werken wordt beloond, evenals
inventiviteit en creativiteit bij het bedenken van nieuwe producten. Door het
leveren van toegevoegd waarde, persoonlijke rijkdom en welvaart opgebouwd.
Wanneer een onderneming wil uitbreiden is er meer geld of werkkapitaal
nodig. Elke ondernemingsactiviteit brengt risico’s met zich mee. De mogelijkheden
om toegang tot nieuw kapitaal te verwerven en om de risico’s zo goed mogelijk in
te schatten en te beheersen, zijn belangrijk voor het slagen of het falen van een
onderneming. Deze mogelijkheden worden sterk beïnvloed door de manier waarop
de onderneming wordt bestuurd > Corporate Governance.
Essentie CG: gaat over de vraag aan wie en op welke wijze een integer
ondernemingsbestuur transparant verantwoording moet leggen. Verantwoording
over risico’s, strategie en resultaten afleggen aan aandeelhouders en andere
belanghebbenden bij de onderneming.
Dus: behoorlijk ondernemingsbestuur waardoor er voor wordt gezorgd dat
kapitaalverschaffers erop kunnen vertrouwen dat de ondernemingsleiding
rekening houdt met hun belangen.
1.2 Vormen van zakelijk eigendom
Zakelijk eigendom: het recht dat een persoon op een zaak kan hebben, het soort
recht hangt af van de ondernemingsvorm.
Een onderneming is een georganiseerd verband van kapitaal, arbeid en leiding,
dat zich bezighoudt met het produceren van goederen en/of diensten, met de
bedoeling deze in het economisch verkeer te brengen, teneinde daarmee winst te
behalen.
,De meest eenvoudige rechtsvorm is de eenmanszaak, gedreven door één
natuurlijke persoon. Twee of meer is VOF, CV of maatschap. Laatste zijn
personenvennootschappen.
Wanneer onderneming groter wordt, gaat persoonlijke aansprakelijkheid zwaarder
wegen > BV, NV, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en
stichting. Al deze ondernemingsvormen zijn rechtspersonen, wat wil zeggen dat
de onderneming als een eenheid wordt beschouwd ofwel een eigen
rechtspersoonlijkheid heeft. Bij NV en BV beperkte aansprakelijkheid, alleen het
vermogen van de vennootschap aanspreken voor schulden > daarom
kapitaalvennootschap genoemd. Aandelen NV vrij verhandelbaar en die van BV
niet.
Coöperatie is een vorm van zelforganisatie van producenten of verbruikers gericht
op het vergroten van de economische macht en het behalen van schaalvoordeel.
Niet alle vennootschappen hebben een rechtspersoonlijkheid >
maatschap, VOF en CV. Deze worden altijd vertegenwoordigd door een natuurlijk
persoon. EMZ is geen vennootschap, maar heeft ook geen rechtspersoonlijkheid.
Het kiezen van een rechtsvorm voor een onderneming is vrij, keuze brengt
rechten en verplichtingen met zich mee. De gedragscode voor behoorlijk
ondernemingsbestuur in Nederland is de Code Tabaksblad en geldt bijvoorbeeld
alleen voor beursgenoteerde ondernemingen
(kleine 200 ondernemingen).
Code van manen = Gedragscode voor ondernemingen (beursgenoteerd)
1.3 De ‘uitvinding’ van de naamloze vennootschap
Rechtsvorm is vrij
De EMZ was er al in de middeleeuwen (landbouw, handel en ambachten). Door
ontdekkingsreizen werden nieuwe handelsmogelijkheden ontdekt, vooral in de
gouden eeuw. In navolging van de Italiaanse kooplieden, ontstonden er
compagnieën, waarin een aantal kooplieden zich verenigde om voor gezamenlijke
rekening handel te drijven. Vaak eenmalige samenwerkingen met rechten en
plichten van deelnemers vastgelegd in een overeenkomst. Italianen deelden het
risico’s van tegenvallende tochten door middel van commenda’s. Dit waren
vennootschappen met een contract tussen twee partijen. De ene partij bestond uit
een aantal stille vennoten die gemeenschappelijk kapitaal inbrachten, de andere
partij uit een koopman die daarmee handelsactiviteiten ontplooiden. Belangrijk
verschil tussen de commenda en de huidige CV is dat commenda’s werden
ontbonden zodra de handelsvaart was voltooid. Bij compagnie en commenda was er
al een hervorming, omdat de aansprakelijkheid van de kapitaalverschaffers maar
beperkt was tot hun inleg.
De eerste beursgenoteerde NV ter wereld was de VOC (verenigde Oost-
Indische compagnie), die werd opgericht in 1602 in Nederland. Met het
verkrijgen van het octrooi betekende dat de VOC het alleenrecht verwierf voor de
Republiek der Nederlanden, om in dit gebied handel te drijven. Aanleiding was dat
varen, handelen en bouwen aan een netwerk ver overzee in een tijd van oorlog met
de grote koloniale machten Spanje en Portugal, alleen gedaan kon worden door één
sterke, kapitaalkrachtige onderneming, toegerust met voldoende rechtsmiddelen.
De normale compagnie was hiervoor te klein, en die was gericht op slechts één
,enkele expeditie. Door de Staten-Generaal octrooi verleend voor handel tussen
Kaap de Goede Hoop en Kaap Hoorn. VOC was eerste bedrijf ter wereld dat een in
aandelen verdeeld kapitaal had. Participeren stond voor iedereen open. Aandelen
waren vrij overdraagbaar en beleenbaar. Deze werden actiën genoemd.
Hierbij heeft de VOC een aantal innovaties ingebracht. Aandeelhouders hadden de
mogelijkheid te delen in de opbrengsten van de vaart, zonder dat ze daadwerkelijk
zelf deel hoefden te nemen aan de tochten. Kring van geïnteresseerde
kapitaalverschaffers zo groot, dat startkapitaal gemakkelijk kon worden verkregen
> eerste vorm van public equity.
Tweede innovatie was dat aandeelhouders uitkeringen kregen in de vorm van
dividenden. Derde innovatie was dat de aandelen verhandelbaar waren en konden
worden doorverkocht aan een andere geïnteresseerde partij. Vierde innovatie betrof
het feit dat het bestuur weliswaar ook deelnam in de VOC, maar dat het overgrote
meerderheid van het kapitaal door anderen werd ingebracht (scheiding leiding en
kapitaalverschaffing). VOC werd een permanente onderneming.
Het eerste beursschandaal gebeurde bij de South Sea Company die in 1710
werd opgericht. Valse geruchten deden de ronde en daardoor schoot de waarde van
een aandeel omhoog, om daarna weer net zo hard naar beneden te gaan. Veel
mensen failliet omdat zij met geleend geld aandelen hadden gekocht vanwege de
geruchten. Onderzoek vanuit het Britse parlement. Fraude door directieleden en
leden van kabinet. Werd naast gevangenisstraf ook besloten tot het veilen van
bezittingen van directie, ter schadeloosstelling van slachtoffers.
In de VS vond er ook een groot beursschandaal plaats bij de Nothern Pacific
spoorwegmaatschappij. Beloofde spoorwegverbinding aan te leggen tussen de
west- en oostkust. Steeds meer fondsen aantrekken e.d., bleek toch brug te ver. NP
ging failliet en belegger waren geld kwijt. Start van economische crisis.
Een voorbeeld in Nederland is de neergang van het Kroller-Müller-concern in de
jaren 20. Te veel geld geleend en een te hoge financieringsdruk die het bedrijf de
das om deed. Opsieren van de balans met fictief kapitaal om het allemaal beter te
late lijken.
Elk land had zo zijn eigen schandalen. Begin deze eeuw waren het vooral de
boekhoudschandalen in de VS die de aandacht trokken (Enron, Xerox, Qwest).
Totale verlies van marktwaarde door de aandelen die niets meer waard waren na
alle schandalen betrof 427 miljard dollar.
Bij Ahold ging het om een bedrag van 970 miljoen euro aan ‘opzettelijke
boekhoudkundige onregelmatigheden’. In 2003 moest Ahold bekendmaken dat er
met de cijfers was geknoeid.
In directe reactie op deze schandalen vanuit Engeland werd de Bubble Act
ingesteld in 1720. In deze wet werd het verboden om een beursgenoteerde
onderneming te zijn zonder goedkeuring vooraf door de koning. Amerika kreeg de
Securities and Exchange Act, die voorzag in buitengewone strenge regels voor
transparantie en verantwoording d.m.v. financiële verslagen. De Securities and
Exchange Commission (SEC) kreeg de taak om toezicht uit te oefenen op de
aandelenmarkt. Daarnaast is er in de VS ook nog een strenge wetgeving ingesteld
in de vorm van de Sarbanes-Oxleywet (SOX). Daarin moet het jaarverslag eerst
worden ondertekend door de CEO en de CFO, waarbij zij tevens moeten verklaring
, dat de financiële verslaglegging juist en volledig is. Daarnaast moeten zij in die
verklaring persoonlijke verantwoordelijkheid erkennen voor ‘internal control over
financial reporting’. Bestuurders van ondernemingen realiseren zich dat er door de
SOX nieuwe standaarden en best practices zullen ontstaan voor behoorlijk
ondernemingsbestuur, maar dat ook buitenlandse wetgevers zich laten inspireren
door de nieuwe wet bij de introductie van nieuwe maatregelen.
1.4 Invloed van beleggers
Bij de VOC was de invloed van het centrale bestuur was oppermachtig en daar
maakte zij voortdurend gebruik van. Ze weigerde de aandeelhouders inzicht te
geven in de cijfers, weigerde op de afgesproken momenten dividend uit te betalen
en verrijkte zichzelf in extreme mate ten koste van de aandeelhouders.
Daarop volgde een felle strijd tussen de aandeelhouders en het centrale bestuur >
eerste vorm van aandeelhoudersactivisme. Duurde voort tot 1620 en werd gevolgd
door belangrijke nieuwe governance maatregelen.
Hoewel er in Nederland het Franse recht en de Code de Commerce werd
ingevoerd, werd in praktijk de traditionele onafhankelijkheid van de bestuurders
t.o.v. de aandeelhouders niet in belangrijke mate aangetast. De CdC werd in 1835
vervangen door het Nederlandse Wetboek van Koophandel. Daarin was een
artikel opgenomen die de bestuurders jaarlijks verplichtte tot het doen van opgave
van de winsten en verliezen aan de aandeelhouders. Pas in 1928 werd een nieuwe
regelgeving ingevoerd waarbij grote vennootschappen hun jaarrekening via
het handelsregister dienden te publiceren.
Door de toenemende omvang en complexiteit van ondernemingen waren de
controleurs in veel gevallen al niet meer in staat om vast te stellen of de
jaarstukken op een correcte wijze uit de administratie waren afgeleid, laat staan om
te bepalen om de administratie zelf de gang van zaken binnen het bedrijf correct
weergaf. Slechte controle > grote mogelijkheden tot misleiding en fraude.
In 1918 volgde een herziening van het Wetboek van Koophandel, waarbij de
NV als rechtspersoon toegevoegd werd. Hierbij werd de bevoegdheid tot
benoeming, schorsing en ontslag toebedeeld aan de algemene vergadering van
aandeelhouders.
Hierbij ontstond er een dualistische structuur, aan de ene kant de AVA van
kapitaalverschaffers en aan de andere kant het bestuur wat de vennootschap moet
leiden. Daardoor continuïteit van het bestaan van de vennootschap gediend.
Ondanks wisselingen in bestuur, kan AVA op zijn post blijven. De huidige
rechtspraak erkent dat de bestuurders hun eigen zelfstandige taak hebben op het
gebied dat hen door wet en statuten is toegekend.
De oorspronkelijke reden voor de uitgifte van beursgenoteerde aandelen ( public
equity) was de behoefte aan externe (groei)financiering en verhandelbaarheid
tussen (groot)aandeelhouders. Hierdoor scheiding van eigendom en leiding.
Probleem hierbij: zwakke relatie tussen de verspreide ‘anonieme’ aandeelhouders
en het sterke, goed geïnformeerde management > Agencyprobleem/
opdrachtgever-uitvoerdersprobleem! Aandeelhouders willen een redelijk
rendement op hun belegging veiligstellen, maar de informatieasymmetrie is groot
en de aandeelhouders hebben, zeker individueel, weinig te zeggen. Bovendien
creëert het aantal grote aandeelhouders aanzienlijke freeriderproblemen: