Praktijk Neurokinesitherapie 2
INLEIDING
1. Hoe is het fysiotherapeutisch proces opgebouwd?
Het stellen van doelen
Na de beoordeling: opstellen van klinische hypothesen voor het verklaren van de bewegingsstoornissen en/of
functionele moeilijkheden → deze hypothesen worden gebruikt om prioriteiten te stellen en een behandelplan op te
stellen
Lange termijndoelen:
- Waar zien zij zichzelf aan het einde van de therapie?
- Geven patiënten vaak hoop en motivatie
• Soms te veel = te ambitieus = zien realiteit = hoop verliezen
• Om dit te voorkomen:
o Patiënt informeren over de haalbaarheid van de doelen
o Patiënt informeren over de stappen die nodig zijn om deze doelen te bereiken
Korte termijndoelen
- SMART noteren om de patiënt een doel te geven van wat hij kan verwachten
• Korte termijndoelen = stappen die nodig zijn om naar de lange termijndoelen toe te werken = motiverend
voor de patiënt
• Het geeft inzicht in de vooruitgang en de haalbaarheid van de lange termijndoelen
Interventie
Algemene therapieprincipes
Specificiteit van de training: taakspecifiek en context- en omgevingsspecifiek werken --> dat wat getraint wordt, zal
verbeteren
Intensiteit of dosis van oefenen: optimale therapiedosis is onbekend (evenals lange termijneffecten van veel
interventies) --> herhalingen van functionele oefeningen is belangrijk
Timing van de intensieve training: zo vroeg mogelijk na CVA beginnen, intensiever maken na de eerste kwetsbare
dagen
→ Herhalingen en variatie zijn belangrijk! Ook rustperiodes tussen sessies en herhalingen!
Feedback:
- Er moet feedback worden gegeven over de prestaties en er moeten resultaten worden verstrekt, met afnemende
frequentie:
• Voor procedureel leren (vb lopen) = feedback over de resultaten
• Voor declaratief leren (vb complexe bewegingen zoals aankleden) = feedback over de uitvoering
1
,Enkele andere principes voor de behandeling van een neurologische patiënt
Proximale stabiliteit geeft distale functie: stabiele basis is noodzakelijk! Belang van romprevalidatie
- Selectiviteit in bewegingen: ontbreekt vaak bij CVA-patiënten, moeilijk om bepaalde bewegingen los van elkaar
uit te voeren
- Tegen de zwaartekrachtbewegen: zo snel mogelijk na CVA
- Cognitieve component: dubbeltaken gebruiken om oefeningen moeilijker te maken
- Niet trekken aan de ledematen!
- Doel van oefening: betekenis geven aan bewegingen
2. Kinesitherapeutische beoordeling
Hoe beoordelen we een patiënt met een CVA?
De eerste gegevensverzameling omvat persoonlijke gegevens:
- Leeftijd
- Medische voorgeschiedenis
- Functie en motoriek
- Gevoel
- Psychologische situatie
- Sociale situatie
- Gezinssituatie
Gestandaardiseerde maatregelen: gebruikt om mate van beperking en individuele ervaringen vast te stellen,
samen met hun vermogen in termen van gevoel, houding, functie, activiteit, participatie, aandacht, begrip en eerdere
vaardigheden
De eerste beoordeling kan in meer dan één sessie worden uitgevoerd (vb als de patiënt moe is)
Therapeut moet het effect van de door de patiënt ervaren beperkingen gedurende meerdere sessies observeren
voordat hij de problemen en dus de behandeldoelen prioriteert
2
,Beoordelingsmethoden
Zie afbeelding: uitkomstmaten die gebruikt
kunnen worden om CVA-patiënten te evalueren
volgens het ICF
- Lichaamsstructuren:
• Neurologische schalen-
• Andere schalen
- Activiteiten:
• Globale ADL-schalen
• Andere schalen
- Participatie
- Contextuele factoren
Beoordelingsmethoden die gebruikt kunnen
worden om mensen met een beroerte te
evalueren volgens ICF
3
, Positionering en transfers van CVA-patiënten
Positionering van CVA-patiënten
Waarom positioneren
Rekening houden met de functionele activiteiten die iemand in een bepaalde houding wil bereiken --> in de vroege
fase na een CVA zijn bewegingen beperkt door zwakte
Basisprincipes voor het positioneren van de patiënt
- Alignement van het lichaam: posturale tonus normaliseren
- Opvullen van de vrije ruimte: zorgt voor gevoel van veiligheid en preventie van decubitus
- Maximale sensorische stimulatie
Alignement van het lichaam
Een ‘abnormale’ positie van de patiënt
- Kan spastische houding/patroon veroorzaken
- Kan het optreden van bijkomende complicaties ondersteunen, zoals:
• Contracturen
• Decubitus
• Deconditionering
• Trombose
• Pijnlijke schouder
- Langdurige immobilisatie kan ook bijkomende complicaties veroorzaken
De vrije ruimte opvullen
- Geeft de pt een veilig gevoel
- Vermijdt abnormale druk op weefsels (huid en onderliggende weefsels)
- Om decubitus te voorkomen is het nodig om elke 1-2 uur van houding te veranderen
Plaatsen die gevoelig zijn voor drukwonden:
Maximale sensorische stimulatie
- Probeer posities te creëren waarin de patiënt zoveel mogelijke
zintuiglijke stimulatie ontvangt
- Sommige pt hebben verminderde perceptie van eigen lichaam
en/of de ruimte, dit kan zich uiten in het negeren van hun eigen
lichaam of hun omgeving (inclusief zicht, geluid…)
- Om een optimale omgeving te creëren moet de kamer van de
patiënt zo worden ingericht dat de paretische zijde gedurende de
hele dag automatisch zoveel mogelijk wordt gestimuleerd
4
INLEIDING
1. Hoe is het fysiotherapeutisch proces opgebouwd?
Het stellen van doelen
Na de beoordeling: opstellen van klinische hypothesen voor het verklaren van de bewegingsstoornissen en/of
functionele moeilijkheden → deze hypothesen worden gebruikt om prioriteiten te stellen en een behandelplan op te
stellen
Lange termijndoelen:
- Waar zien zij zichzelf aan het einde van de therapie?
- Geven patiënten vaak hoop en motivatie
• Soms te veel = te ambitieus = zien realiteit = hoop verliezen
• Om dit te voorkomen:
o Patiënt informeren over de haalbaarheid van de doelen
o Patiënt informeren over de stappen die nodig zijn om deze doelen te bereiken
Korte termijndoelen
- SMART noteren om de patiënt een doel te geven van wat hij kan verwachten
• Korte termijndoelen = stappen die nodig zijn om naar de lange termijndoelen toe te werken = motiverend
voor de patiënt
• Het geeft inzicht in de vooruitgang en de haalbaarheid van de lange termijndoelen
Interventie
Algemene therapieprincipes
Specificiteit van de training: taakspecifiek en context- en omgevingsspecifiek werken --> dat wat getraint wordt, zal
verbeteren
Intensiteit of dosis van oefenen: optimale therapiedosis is onbekend (evenals lange termijneffecten van veel
interventies) --> herhalingen van functionele oefeningen is belangrijk
Timing van de intensieve training: zo vroeg mogelijk na CVA beginnen, intensiever maken na de eerste kwetsbare
dagen
→ Herhalingen en variatie zijn belangrijk! Ook rustperiodes tussen sessies en herhalingen!
Feedback:
- Er moet feedback worden gegeven over de prestaties en er moeten resultaten worden verstrekt, met afnemende
frequentie:
• Voor procedureel leren (vb lopen) = feedback over de resultaten
• Voor declaratief leren (vb complexe bewegingen zoals aankleden) = feedback over de uitvoering
1
,Enkele andere principes voor de behandeling van een neurologische patiënt
Proximale stabiliteit geeft distale functie: stabiele basis is noodzakelijk! Belang van romprevalidatie
- Selectiviteit in bewegingen: ontbreekt vaak bij CVA-patiënten, moeilijk om bepaalde bewegingen los van elkaar
uit te voeren
- Tegen de zwaartekrachtbewegen: zo snel mogelijk na CVA
- Cognitieve component: dubbeltaken gebruiken om oefeningen moeilijker te maken
- Niet trekken aan de ledematen!
- Doel van oefening: betekenis geven aan bewegingen
2. Kinesitherapeutische beoordeling
Hoe beoordelen we een patiënt met een CVA?
De eerste gegevensverzameling omvat persoonlijke gegevens:
- Leeftijd
- Medische voorgeschiedenis
- Functie en motoriek
- Gevoel
- Psychologische situatie
- Sociale situatie
- Gezinssituatie
Gestandaardiseerde maatregelen: gebruikt om mate van beperking en individuele ervaringen vast te stellen,
samen met hun vermogen in termen van gevoel, houding, functie, activiteit, participatie, aandacht, begrip en eerdere
vaardigheden
De eerste beoordeling kan in meer dan één sessie worden uitgevoerd (vb als de patiënt moe is)
Therapeut moet het effect van de door de patiënt ervaren beperkingen gedurende meerdere sessies observeren
voordat hij de problemen en dus de behandeldoelen prioriteert
2
,Beoordelingsmethoden
Zie afbeelding: uitkomstmaten die gebruikt
kunnen worden om CVA-patiënten te evalueren
volgens het ICF
- Lichaamsstructuren:
• Neurologische schalen-
• Andere schalen
- Activiteiten:
• Globale ADL-schalen
• Andere schalen
- Participatie
- Contextuele factoren
Beoordelingsmethoden die gebruikt kunnen
worden om mensen met een beroerte te
evalueren volgens ICF
3
, Positionering en transfers van CVA-patiënten
Positionering van CVA-patiënten
Waarom positioneren
Rekening houden met de functionele activiteiten die iemand in een bepaalde houding wil bereiken --> in de vroege
fase na een CVA zijn bewegingen beperkt door zwakte
Basisprincipes voor het positioneren van de patiënt
- Alignement van het lichaam: posturale tonus normaliseren
- Opvullen van de vrije ruimte: zorgt voor gevoel van veiligheid en preventie van decubitus
- Maximale sensorische stimulatie
Alignement van het lichaam
Een ‘abnormale’ positie van de patiënt
- Kan spastische houding/patroon veroorzaken
- Kan het optreden van bijkomende complicaties ondersteunen, zoals:
• Contracturen
• Decubitus
• Deconditionering
• Trombose
• Pijnlijke schouder
- Langdurige immobilisatie kan ook bijkomende complicaties veroorzaken
De vrije ruimte opvullen
- Geeft de pt een veilig gevoel
- Vermijdt abnormale druk op weefsels (huid en onderliggende weefsels)
- Om decubitus te voorkomen is het nodig om elke 1-2 uur van houding te veranderen
Plaatsen die gevoelig zijn voor drukwonden:
Maximale sensorische stimulatie
- Probeer posities te creëren waarin de patiënt zoveel mogelijke
zintuiglijke stimulatie ontvangt
- Sommige pt hebben verminderde perceptie van eigen lichaam
en/of de ruimte, dit kan zich uiten in het negeren van hun eigen
lichaam of hun omgeving (inclusief zicht, geluid…)
- Om een optimale omgeving te creëren moet de kamer van de
patiënt zo worden ingericht dat de paretische zijde gedurende de
hele dag automatisch zoveel mogelijk wordt gestimuleerd
4