1. Begrippenkader
Waarden en deugden
Waarden: algemeen moreel uitgangspunt, aspect van ons leven dat we belangrijk vinden -> is
al een oordeel uitdrukken
o Vb. gezondheid
Deugden: waardevolle karaktereigenschappen, als het over mensen gaat -> wordt gesteld
o Vb. vriendelijkheid, eerlijkheid
Normen: concreter, een regel die zegt hoe je je moet gedragen, is een vorm van een waarde
o Vb. breek nooit je belofte
Afbakening van de ethiek
Ethiek is begrensd, niet alles is ethiek
Moreel: alles wat overeenstemt met heersende waarden en normen, dit is de afbakening van
de ethiek
Immoreel: wat de heersende waarden en normen schendt, ethiek stopt hier
A-moreel: waarbij geen waarden en normen betrokken zijn, heeft daar niks mee te maken
Moraal en ethiek (moreel)
Moraal: stelsel van normen en waarden, betrekking op het handelen van mensen
Ethiek/moreel: ethiek is de studie van de moraal, welke normen en waarden kan je
rechtvaardigen? Waarom is dat nu net een belangrijke waarde?
Kerntaak van ethiek is rechtvaardiging, ethiek is niet beschrijvend. In de sociologie worden normen
en waarden beschreven maar dat doet de ethiek niet. De ethiek verklaart ook niet, het verklaart niet
waarom daar die normen gelden. Ze onderzoekt of waarden en normen geldig zijn
Rechtvaardiging
Je rechtvaardigt een norm, niet door de oorzaken te formuleren, maar door redenen te
formuleren voor die normen
Wanneer kunnen we spreken van goede redenen?
o Ethiek is niet neutraal en dus normatief, ze veldt een oordeel over de geldende
normen en waarden en welke we moeten naleven
o Descriptief is beschrijvend onderzoek
Ethiek: wetenschappelijke discipline
Wetenschap is op een objectieve manier waarheid verschaffen, ethiek doet dit niet maar
toch is het een wetenschap
Er is wel een analogie met exacte wetenschappen
o Ze is systematisch en streeft naar objectiviteit
o Het is meer dan uitdrukking van een mening formuleren
Het gaat niet om een beschrijving, maar onderzoek naar rechtvaardiging
2. Funderingsprobleem
Uit feiten geen normen
Funderingsprobleem is probleem dat opduikt uit de logische kloof tussen zijn en behoren
o Behoren betekent iets moeten doen, er is een logische kloof tussen hoe de dingen
zijn en hoe de dingen moeten zijn
Uit een zijn volgt geen behoren
o Het is niet dat bepaalde dingen zo zijn, dat ze ook zo moeten zijn
Uit een feit kan je geen norm afleiden!
, A is waar, B is waar, dan is C ook waar
o Wat hier ontbreekt is het gedeelte met 'moeten'
2 implicaties
1. alle instrumentarium is niet bruikbaar in de ethiek
2. de wetenschap kan geen sluitend argument geven over hoe we ons leven moeten leiden
Een correcte redenering om normen te rechtvaardigen bevat naast feitelijke ook normatieve
argumenten
o Hier is de redenering wel geldig
=> elke norm die we aannemen kan altijd opnieuw in vraag gesteld worden en heeft dus een
nieuwe fundering nodig
Het is onmogelijk om tot een ultieme fundering voor ethische stellingnamen te komen tenzij er
een god is.
Tussen objectivisme en relativisme
Ethici kunnen verschillende vormen aannemen:
Objectivisme: geloven erin dat het mogelijk is om alle morele uitgangspunten te bewijzen
o Vb. het leven is een ultiem fundament, het is heilig = geloof, niet wetenschappelijk
Relativisme: uiteindelijk is het allemaal relatief. De ene mening tegenover de andere =
absurd
Tussenweg: het heeft wel zin om morele uitgangspunten te onderzoeken
Het probleem van het relativisme
Gaan ervan uit dat normen en waarden verbonden zijn aan andere zaken en zijn dus
afhankelijk vb. van de cultuur en tijd waarin je leeft
Cultuurrelativist: fundamentele verschillen tussen culturen, je bent afhankelijk van waar je
geborden wordt
o Er zijn verschillen tussen culturen, maar er zijn zeker ook overeenkomsten zoals bv
liegen dat overal niet aanvaard wordt
Subjectivisme: gaat ervan uit dat waarden en normen niet relatief zijn tov de cultuur waarin
je opgroeit, maar tov wie je zelf bent
o Vb. emotivisme, je gaat ervan uit dat normen en waarden een uitdrukking zijn van
gevoel -> vriendschap is belangrijk voor jou omdat je je goed voelt bij vriendschap
3 bezwaren tegen het emotivisme
1. de vaststelling dat het niet altijd zo is dat als we afkeer voelen bij iets dat we dat moreel
veroordelen vb. bewondering voor schurk, kinderen ter order roepen maar ze zijn zo schattig
=> norm volgt niet uit gevoel
2. als je discusieert hecht je veel rechtvaardiging aan je eigen morele keuzes vb. ik heb dat
gedaan omdat … => je constant verantwoorden
3. morele gevoelens zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van morele opvattingen, emotivisme
gaat er vanuit dat er een causaal verband is, dat je norm volgt uit hoe je je voelt terwijl er
voorbeelden zijn dat aantonen dat het andersom is. Je voelt je op een bepaalde manier omv
die norm. Vb. je wil op vakantie en neemt trein en je voelt je slecht over de kosten maar wel
goed over dat het ecologisch goed is
3. Vrijheid, authenticiteit en geluk
Het goede leven
We proberen tussenweg te vinden tussen objectivisme en relativisme
o Enerzijds door te zeggen waarom we deze waarden zo belangrijk vinden
o Anderzijds om over te gaan van iets subjectiefs naar iets algemeens
Vrijheid
Kapitalisme is de vrije markteconomie, vrijheid is hier heel belangrijk.
, Tegenstanders van het kapitalisme gebruiken het tegenovergestelde, de vrijheid beperkt juist
hun vrijheid
Een antwoord door Isaiah berlin
o Er zijn 2 concepten van vrijheid
Negatieve vrijheid: ik ben vrij in de mate dat niemand mij beperkingen oplegt
Positieve vrijheid: je bent pas vrij wanneer je reële keuzemogelijkheden hebt
vb. werkloos of dakloos zijn
Beperking wordt weggenomen maar vind je niet leuk. Ontslag
nemen zodat je vrij bent, je verdient dan wel geen geld meer wat
ook andere dingen beperkt je hebt geen positieve
keuzemogelijkheden meer nodig
Waarom is vrijheid zo een centrale waarde?
o Instrumentele waarde: vrijheid is een middel om iets te bereiken
o Intrinsieke waarde: vrijheid is een fundamentele waarde omdat het een eindpunt is,
het is goed op zichzelf onafhankelijk of er iets uit volgt
Vrijheid is belangrijk op een symbolische manier vb. homohuwelijk
Vrijheid heeft een expressieve waarde, je kan pas jezelf zijn als er vrijheid is.
Door jezelf te kunnen zijn ervaar je vrijheid. Vb. beroep kiezen
Is vrijheid dan een absolute waarden?
o Je bent maar zo vrij als je de vrijheid van de ander kunt garanderen
o Vrijheid is niet altijd moreel relevant, soms veel meer vrijheid
o Extra vrijheden brengen ook extra verantwoordelijkheden
Als je zegt dat vrijheid niet absoluut is en er dus nog andere elementen meespelen om te
bepalen of vrijheid ingeperkt moet worden, dan is een nog fundamentelere waarde
'authenticiteit'
Authenticiteit
Wat is dat jezelf zijn?
Authentiek zijn is je ware zelf zijn/trouw zijn aan jezelf, maar is moeilijk dan ooit
Is het altijd goed om jezelf te zijn?
Wat bedoelen we met onze 'identiteit'?
Vb. studiekeuze, je moet doen waar je zelf achter staat. Je moet dan denken wie ben ik zelf?
Door de keuze die je maakt beïnvloedt precies wie je wordt later?! Je keuzes zijn niet altijd
een gevolg van je identiteit, maar je identiteit is vaak een gevolg van je keuzes
=> als je daar vanuit gaat, wat wordt er dan bedoelt met authenticiteit?
Interne bron: nature
Externe bron: nurture
=> authenticiteit is balans tussen interne en externe bronnen
Denkoefening (examen)
Geluk
Je handelen is gericht om anderen gelukkig te maken
Is geluk het allerbelangrijkste in ons leven?
Vrij zijn omdat we gelukkig zijn als we vrij zijn
Wat is dat dan geluk?
o Gevoel van blijdschap
o Diepe tevredenheid
Is geluk het allerbelangrijkste?
o Regressus ad infinitum, iedere keer als je denkt dat je een fundament hebt kun je
denken op wat dat dat dan is gebaseerd/gefundeerd. Het is oneindig