Kennen en kunnen:
- namen en jaartallen niet
- wel redenering wat iets speciaal maakt/ gelaagdheid
EINDCOMPETENTIES
- Studenten identificeren interieurs (in tijd, maatschappij, ruimte en stijlperiodes tot 1850) en
kunnen sleutelmomenten in de ontwikkeling van het interieurontwerp duiden.
- Studenten relateren de chronologische geschiedenis van het interieur tot 1850 aan de bredere
culturele en maatschappelijke context.
- Studenten analyseren en vergelijken interieurs doorheen de tijd en duiden evoluties.
- Studenten begrijpen de theorieën die het interieur als een bestaande ruimte verklaren.
- Studenten verbinden interieurtheorie en -praktijk met elkaar op basis van voorbeeldcasussen.
Les 1: intro
- interieur als studieobject: niet geïsoleerd aan mens, omgeving, samenleving,…
-“The interior is fundamental to architecture. Building, in its elemental task of making shelter,
protects a space – the interior – from the vagaries of nature, whether inclement weather or
predators.” – Mark Pimlott
-> interieur bescherming vanaf prehistorie
Voorbeelden:
- Abdij de Fontenay, 12e eeuw:
- Slaapzaal later bijgebouwd -> tijdslagen
- vanaf poort in interieur -> regels, noden
- verhaal van Genji, Japan, 11e eeuw:
- 1e moderne roman
- Mono no aware bewustzijn tijdelijk- vergankelijkheid
- heianperiode: aware: begrip persoonlijke emotie vergankelijke schoonheid v iets
- Fukiniki yatai (blown-off roof): tegelijk versch scenes in beeld
Definities:
- In de meest eenvoudige definitie bieden interieurs de mens bescherming tegen de elementen: een
(berg)hut, een publiek toilet, een discotheek, een paleis, een tent, een schijfkamer, enz.
- ‘’Wat alle interieurs met elkaar gemeen hebben is dat ze onlosmakelijk verbonden zijn met de
innerlijke leefwereld van de mens’’ (Vlad Ionescu)
,Les 2 theorie en geschiedenis
- Couvent Sainte Marie de la Tourette, Le corbusier, ‘50
- klooster, brut statement in landschap
- ramen in gang onder de ooghoogte – concentreren activiteit, niet landschap
-> blik naar binnen toe
- eetzaal ramen: ritme creëren – muziekstuk
- inspiratie beleviing: abdij middeleeuwen (lange hal)
“Architecture as experience does not have to do with what a building looks like, but rather (…) what
the building is like to be in – the experience of those who inhabit it.” McCarter & Palasmaa
-> experience inhabitants – altijd anders dan bezoeker -> ook belangrijker
- beelden in de samenleving: beeld zegt veel, maar niet genoeg, belevenis belangrijkste
-> tegenwoordig grote hoeveelheid aan beelden in samenleving, beeld = centraal
-> daarom Multi-sensory architecture belangrijk:
-“Multi-sensory architecture which facilitates a sense of belonging and
integration” – Pallasmaa
Definities: Het interieur als reflectie van een samenleving
- grens interieur is niet muren
- interiority: gevoel van geborgenheid/ bescherming
- mens maakt zelf een ‘plek’ -> muren niet perse nodig – andere scheidingen
- geschiedenis: - interieur gaat vooraf architectuur (grotten)
- professioneel: late 19e eeuw, voordien: vakmensen of architecten
- in het verleden bestudeerd zonder aandacht voor de context: vorm, stijl, chronologie
zonder de context die deze elementen verklaart
- noodzaak v pluralistische (meerstemmig) en gecontextualiseerde benadering
- ‘’Alle ontwerpdisciplines (ook interieur): grenzen tussen de disciplines doorbreken om
thema’s zoals collectieve herinnering, de politiek van inclusie en de betekenis van ontwerp
voor alledaagse ruimtes te verkennen’’ (Liz Teston)
- belang zelf historisering: gesch. en theorie kennen, maar ook totstandkoming
- exhaustieve geschiedenis (allesomvattend) ? -> onmogelijk -> altijd 1 v vele narratieven
-> wel steeds op zoek – inclusieve benaderingen, geen genoegen met de canon
,- Prehistorie & neolithicum (tot 5000 v.C.)
- interieur basisbehoefte mens; bescherming+ toe-eigenen en inrichten
- grot, nomaden
- waarom: “To design well, we must take essential human needs and behavior into account.”
Sashi Caan
Voorbeelden
- Goachanas of Apollo, Namibië (ca 25000 jaar): - interiority ontstaat – grot -> bescherming +
ontwikkeling v kunst
- Grotten van Altamira, Spanje (ca. 18000jaar): 1e erkende prehistorisch kunst
- Grotten Lascaux, Frankrijk (ca. 17000 jaar):
- netwerk grotten
- +- 600 polychrome grotschilderingen
- versch generaties
- niet permanente woonst
- religieuze ruimtes
- jachttaferelen: vaak niet op dieren waarop ze echt jaagden
- 1984: namaak grotten in beton – schade
- nomadisch: oudste sporen mens schuilplaats: Terra Amata, Frankrijk (ca 400 000 v.C.)
-> wereldwijde typologie: vaak rond, klein, licht, uit lokale materialen
- ‘’primitieve hut’’ als idee:
- idee abstract concept: mens beschermd, bemiddelaar mens en natuur
- in elke periode terugkijk op vroegere architectuur (bv. De architectura)
- ideaal van eenvoudige levenswijze – terugkeer vroeger idealisering
- Viollet-le-Duc -> prim. Hut belangrijk voor behandelen v architectuur
- Henry D. Thoreau: life in the woods: - eenvoud hut – experim. – filosoof
-> op zoek bond natuur, begrijpen ontstaan prehistoris. Maatsch
-> nomadisch -> sedentair: 12 500 v.C.
, - natufische nederzettingen: tussenschakel nomadisch & sedentair (15’000- 11’500)
- “Symbolic spaces of the family unit”
- ontdekt door brit in 1928
- ‘Ain Mallaha/ Eynan:
- steen, hout en organisch materiaal
- centrale haard
- geometrie, gebruik kompas
- verzamelplek: “a means of stabilising the lives of it’s inhabitants.” Dogma
- ritualiseren van het dagelijkse leven
- evolutie v.h. plattegrond: woning = privatisering van de ruimte
- sedentaire patronen: langetermijn
- rechthoekige plattegronden -> complexere noden/ organisatie
-> opberg, ambacht, voedselverwerking, versch functies op zelfde tijdstip
- onderverdeling ruimtes: interne complexiteit weerspiegelt -> ++ complex v.d. landbouw
- Çatal Hüyük, 7500-5700 BCE:
- proto-stad: doosvormig woning – adobe -> 1 kamer
- geen deuren, nauwelijks ramen -> verdedigingsinfrastructuur
-> toegang: dakterassen, schoorsteen= in- uitgang
Les 3 Egypte en Griekse oudheid
- Het oude egypte: - focus vanaf 3000 v.C.
- kunst & arch. Als inspiratie voor latere ontwikkelingen (teruggrijpen)
- Pyramides van Giza, 2550-2460 v.C.
- goed bewaard t.o.v woningen (vaak in leem)
- religie: leven na de dood
- ‘perfecte verhoudingen’ – gulde snede, mathematische verhoudingen
- Cheops (farao Khufu) grootste stenen constructie ooit door mens
- ingang speciaal: ritueel binnenkomen
- interieur: - geen decoratie, 1 sarcofaag
- namen v bouwers in muur gekerft
- blijvende plaats – offers