2.1 waarom zoeken?
Wetenschap = cumulativiteit: wetenschap werkt met kleine stappen, je
bouwt voort op wat er is en zet kleine stappen verder. Je draagt bij tot
wetenschappelijke kennis
Bijdrage kan bestaan uit:
Replicatie: cumulativiteit in het feit dat bestaande resultaten een
stevigere basis krijgen. Onderzoek opnieuw uitvoeren en controleren
of deze nog klopt.
Innovatie: nieuwe bijdrage leveren aan bestaande wetenschappelijke
kennis, cumulativiteit zit in de nieuwe inzichten die geproduceerd
worden.
Literatuurstudie:
Je moet voor je probleemstelling al literatuurstudie gedaan hebben,
je moet weten naar wat er al onderzoek is gedaan en wat we al
weten
Je moet duidelijk maken dat je weet wat er al onderzocht is over
geweest
Je moet weten wat er nog niet is geweten en wat je gaat bijdragen
aan dit onderwerp
Kritisch inzicht is het doel
Controleerbaarheid: openheid van wetenschappers die vertellen hoe ze de
dingen aangepakt hebben
Repliceerbaarheid: onderzoek opnieuw doen zodanig dat we kunnen testen
dat de bevindingen kloppen
Cumulativiteit zit in de probleemstelling:
Start = problemen zoeken (eerste alinea in paper =
probleemstelling)
OZ is niet de probleemstelling
Probleemstelling is de tekst
OZ is deel van die tekst
= kompas van het onderzoek
= kern van het onderzoek
Vorm: 5 delen in probleemstelling, middelste puntje is OZ
1. In de tekst moet je toewerken naar die OZ, mensen die het lezen
moeten geleid worden naar het onderzoeksdomein (waar gaat het
over?)
Wanneer je weet waarover het gaat kun je beslissen om verder te
lezen of niet
2. Doel = welk soort kennis je wilt bereiken
3. Daarna komt de onderzoeksvraag
1
, 4. conceptueel kader = jargon/welke taal je gaat gebruiken (het is
belangrijk wel soort definitie/basisconcept je gaat gebruiken omdat m'n
dingen anders kan interpreteren)
5. situering van beperkingen van het onderzoek, en de methoden die
worden gebruikt.
!zonder vraag is er geen reden waarom je onderzoek zou doen, je kan
geen antwoord geven op een vraag die niet is gesteld. Maar je kan ook
geen vragen stellen als je niet weet wat er in het verleden al aan
onderzoek is gebeurd en welke antwoorden toen al gegeven werden. =
paradox!
Waarom een literatuurstudie?
Conceptueel kader opstellen: je onderzoek sluit ergens aan bij een
bredere onderzoekstraditie en door het literatuuronderzoek maak je
dat duidelijk
Klassieke literatuur leren kennen, weten of je onderzoeksvraag niet
al eerder beantwoord is geweest
Laastste nieuwe ontwikkelingen leren kennen
elementen in een literatuuronderzoek
Receptieve element = onderzoeker die OZ theoretisch uitdiept mbv
de kennis die in de literatuur bestaat
Creatieve element = onderzoeker die OZ situeert in de stand van de
literatuur, neemt een kritische houding aan tegenover de bestaande
literatuur.
=> zie schema p. 16!
Literatuuroverzicht is algemeen overzicht van inzichten en studies =
receptieve werk
Probleemstelling = receptief en creatief werk
=> 2 elementen zijn onmogelijk te scheiden
2.2 wat gaan we zoeken?
We gaan wetenschappelijke literatuur zoeken (maar wat is dat?)
Welke soorten bronnen kunnen we gebruiken en welke niet?
Inzicht nodig in wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk materiaal
Er zijn verschillende gradaties van bronnenmateriaal (primair en
secundair)
2.2.1 wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke bronnen
het moet wetenschappelijke literatuur zijn (waar ligt de grens?)
kijk naar wie het geschreven heeft? => is fout
2