100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Belastingrecht 3

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
25
Geüpload op
15-08-2025
Geschreven in
2023/2024

Deze samenvatting combineert de voorgeschreven literatuur voor het vak Belastingrecht 3 ('Belastingrecht voor Bachelors en Masters'), de wet en de stof vanuit de colleges.

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
15 augustus 2025
Aantal pagina's
25
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Belastingrecht 3 - Vennootschapsbelasting
College 1 en 2 – Roze stickers:
Binnen- en buitenlandse belastingplicht VPB (Art. 1 wet Vpb)
 Lichaam als verzamelbegrip
Belastingplicht indien en voor zover een onderneming wordt gedreven (Art. 2.1e wet Vpb).
Belastingplicht stichtingen en verenigingen.
Concurrentiecriterium (Art. 4 wet Vpb): bij het ontbreken van een winststreven.
Subjectieve vrijstelling Vpb (art. 6.1 wet Vpb):
- Bij o.a. lichamen zoals bedoeld in art. 2.1e wet Vpb
- Indien winst van het jaar niet meer bedraagt dan 15.000 euro, dan wel van het betreffende
jaar en de vier voorafgaande jaren niet meer bedraagt dan 75.000 euro.
Subjectieve versus objectieve belastingplicht
 Wie is belastingplichtig en waarover belastingheffing?
Belastingplicht op grond van rechtsvorm (art. 2.1a en art. 2.1b wet Vpb)
 NV
 BV
 Open commanditaire vennootschap
 Andere vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal (bijvoorbeeld GmbH, SA,
Ltd)
 Coöperatie
Vestigingsplaats: daar waar centrale leiding is gevestigd
Belastingplichtig met gehele vermogen (art. 2.6 wet Vpb)
Belastingplicht indien en voor zover een onderneming wordt gedreven (Art. 2.1e wet Vpb).
Belastingplicht stichtingen en verenigingen.
Concurrentiecriterium (Art. 4 wet Vpb): bij het ontbreken van een winststreven.
Subjectieve vrijstelling Vpb (art. 6.1 wet Vpb):
- Bij o.a. lichamen zoals bedoeld in art. 2.1e wet Vpb
- Indien winst van het jaar niet meer bedraagt dan 15.000 euro, dan wel van het betreffende
jaar en de vier voorafgaande jaren niet meer bedraagt dan 75.000 euro.
Belastingplicht overheidsbedrijven (Art. 2.1g Wet Vpb)
- Indirecte overheidsbedrijven (art. 2.1a t/m 2.1e wet Vpb)
- Directe overheidsbedrijven: voor zover zij een onderneming drijven. Art. 2.2 en art. 2.8 wet
Vpb: worden geacht samen één onderneming te drijven (een aangifte Vpb voor de Staat en
één per publiekrechtelijk rechtspersoon).
Vrijstellingen art. 6b wet Vpb -> voor academische ziekenhuizen en voor bekostigd onderwijs en
onderzoek.
Vrijstellingen art. 8e en 8f wet Vbp:
- Voor overheidstaken
- Voor interne activiteiten
- Voor quasi-inbesteding
- Voor samenwerkingsverbanden
- Voor dienstverleningsovereenkomsten

,Belastingplicht omgekeerd hybride lichamen (art. 2.3 en 2.12 wet Vpb) ATAD2:
- Omgekeerd hybride lichamen per 1-1-22 belastingplichtig voor de Vpb en worden geacht met
hun gehele vermogen een onderneming te drijven (Art. 2.6 wet Vpb)
- Samenwerkingsverband naar NL recht aangegaan of in NL gevestigd (bijvoorbeeld
maatschap, VOF of CV).
- Indien ten minste 50% van stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten in het
samenwerkingsverband direct of indirect worden gehouden door één of meer gelieerde
lichamen (gelieerd zoals bedoeld in art. 12ac lid 2 Vpb).
- Die gelieerde lichamen zijn gevestigd in staat die samenwerkingsverband als
belastingplichtige voor naar winst geheven belasting beschouwt -> niet transparant in Btl
- Winst van samenwerkingsverband is voor NL doeleinden (zonder toepassing van deze
belastingplichtmaatregel) toerekenbaar aan houders van stemrechten, kapitaalbelangen of
winstrechten -> transparant in NL
- Belastingplicht omgekeerd hybride lichamen n.v.t. op collectieve beleggingsinstellingen (Art.
2.13 wet Vpb).
Fictieve vestigingsplaats (Art. 2.5 wet Vpb) -> in Nederland: voor een aantal rechtspersonen
Binnenlandse versus buitenlandse belastingplicht:
- Al dan niet in Nederland gevestigd
- Centrale leiding is daarbij leidend
- Fictieve vestigingsplaats (Art. 2.5 wet Vpb)
- Belastingverdragen (verdelen heffingsbevoegdheden)
Buitenlandse belastingplicht (Art. 3 wet Vpb):
- Niet in NL gevestigde lichamen (vennootschappen) die hier een onderneming drijven
(filiaal/vaste inrichting)
- Beperkte belastingplicht
- Object Nederlands inkomen (Art. 17.3 wet Vpb)
Vaste inrichting (art. 3.4b wet Vpb) -> vaste bedrijfsinrichting. Plaats van uitvoering van een bouwwerk
of constructie – of montagewerkzaamheden, waarvan de duur de 12 maanden overschrijdt.
Subjectieve vrijstellingen: pensioenlichamen (Art. 5.1b wet Vpb), niet zijnde pensioen-BV van de DGA.
Einde belastingplicht Vpb
- Einde inwonerschap (Art. 15c wet Vpb)
- Ophouden belastbare winst te genieten (art. 15d wet Vpb)
Vermogensvergelijking Vpb (art. 7 Wet Vpb)
Winst Vpb
Bepaling winst Vpb (art. 8.1 en 8.1 wet Vpb) -> grotendeels conform de winst IB.
Gemengde kosten (art. 8.5 wet Vpb):
- Bij een of meer werknemers in de zin van Wet loonbelasting
- Winst wordt mede opgevat conform art. 3.15 lid 1, 2, 3 en 5 Wet IB 2001
- Art. 3.15 lid 1 wet IB 2001 wordt vervangen door 0,4% van het verzamelloon van de
werknemers en is niet aftrekbaar indien deze uitkomst hoger is dan 5.100 euro.
- Indien belastingplichtige bij aangifte ervoor kiest is 73,5% aftrekbaar (26,5% niet aftrekbaar)
- Deelneming is geen bedrijfsmiddel voor HIR (art. 8.13 wet Vpb)
Aftrekbaar volgens art. 9 wet Vpb:
- Uitkering ter zake van verrichte arbeid (art. 9.1a wet Vpb) -> jaar van aftrek
- Uitkering ter zake van licenties en dergelijke (Art. 9.1b wet Vpb) -> mits niet aan
aandeelhouder als zodanig
- Oprichtingskosten en kosten wijziging kapitaal (art. 9.1d wet Vpb) -> ineens of afschrijven
- Winstaandeel van de beherende vennoot (art. 9.1e wet Vpb)

, - Winstaandeel (art. 9.1f wet Vpb) dat toerekenbaar is aan houders van stemrechten,
kapitaalbelangen of winstrechten die woonachtig of gevestigd zijn in staat die lichaam niet als
belastingplichtige voor naar de winst geheven belasting beschouwt -> transparant in Btl. Dus:
aftrek voor zover winst in Btl bij de participanten wordt belast.
Niet aftrekbaar volgens art. 10 wet Vpb:
- Uitdeling (art. 10.1 sub a wet Vpb). Voorwaarden voor een uitdeling:
 Een bevoordeling van of via de aandeelhouder
 Verarming van de vennootschap
 Aanwezigheid van winstcapaciteit
 (dubbele) bewustheid
- Vergoedingen voor kapitaalverstrekking (Art. 10.1c wet Vpb)
- Vennootschapsbelasting, minimumbelasting, btl. Winstbelasting (art. 10.1e wet Vpb)
- Dividendbelasting, bronbelasting (Art. 10.1f wet Vpb)
- Rente op een hybride lening (art. 10.1d wet Vpb)
- De meer in aanmerking te nemen gebruikelijk loon (Art. 10.1g Wet Vpb)
- Uitreiking aandelen/opties (art. 10.1j Wet Vpb)
Geen aftrek van bovenmatige kosten ten behoeve van de aandeelhouder.
 Hoge Raad BNB 2002/290 (renpaardenarrest):
- Door vennootschap gemaakte kosten
- Ontberen slecht dan een zakelijk karakter
- Indien en voor zover zij zijn gedaan
- Ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder (uitgaven dus alleen
dan niet aftrekbaar indien ze aan deze criteria voldoen of op grond van de wet niet in aftrek
komen)
Inbreng en onttrekking van activa door aandeelhouder:
- Steeds correctie naar waarde economische verkeer
- Mits (objectieve) bewustheid van waardeerschil
Bevoordeling door aandeelhoudersoptreden (bijvoorbeeld door afzien huur of rente) van een
vennootschap:
- Uitgangspunt is de evenwichtsgedachte (kostenarresten)
- Niet aftrekbaar als prestatie (in de IB) niet belastbaar is, maar wel geweest zou zijn als
daadwerkelijk in rekening gebracht
- Bij terbeschikkingstelling (Art. 3.92 wet IB 2001) is veelal de werkelijke waarde aftrekbaar
- Bij inbreng van zaken uit privé altijd activeren (en afschrijven)
Journaalposten die gemaakt dienen te worden bij onzakelijke bevoordelingen:
1. Onzakelijke bevoordeling in kostensfeer van dochtermaatschappij door moedermaatschappij:
Bij moeder:
Deelneming dochter xxx
@ (gemiste) opbrengst xxx
Bij dochter:
Kosten xxx
@ (informeel) kapitaal xxx
2. Onzakelijke bevoordelingen van moedermaatschappij door dochtermaatschappij in de
kostensfeer
Bij dochter:
Winstreserve xxx
€5,92
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
chrie-michle

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
chrie-michle Nyenrode Business Universiteit
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
4 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
13
Laatst verkocht
2 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen