Samenvatting
Meneer Linh moest uit zijn eigen land vertrekken omdat daar een oorlog woedde. Hij is samen met
zijn kleindochter met de boot de oceaan overgestoken. Eenmaal daar, zit hij samen met twee andere
gezinnen in een asielzoekerscentrum, totdat er een andere plek voor hen is gevonden. Hij kan het
niet goed vinden met de andere gezinnen, omdat zij hem altijd uitlachen. De vrouwen van de
gezinnen zorgen wel voor hem, omdat dat volgens de tradities uit hun thuisland moet, maar ze
praten bijna nooit tegen hem.
Gelukkig heeft meneer Linh zijn kleindochtertje nog, Sang Diû. Hij vindt het leven als asielzoeker en
het nieuwe land maar niks, maar voor haar blijft hij sterk en positief. Hij voedt haar en gaat met haar
buiten wandelen. Omdat meneer Linh de grote nieuwe stad niks vindt, blijft hij altijd op dezelfde
stoep lopen, zodat hij altijd rondjes loopt en de weg terug kan vinden. Op een dag rust hij wat uit op
een bankje en daar ontmoet hij meneer Bark. Meneer Linh en meneer Bark kunnen elkaar niet
verstaan, omdat ze beide een andere taal spreken. Toch voelen ze een vriendschap ontstaan. Meneer
Bark is de enige die praat als ze elkaar zien en meneer Linh neemt elke dag een pakje sigaretten voor
meneer Bark mee. Na een tijdje neemt meneer Bark meneer Linh en zijn kleindochtertje mee om de
stad te verkennen en daar komen ze in het park, bij de draaimolen die eerst van de overleden vrouw
van meneer Bark was. Hij vertelt ook over hoe hij in het thuisland van meneer Linh heeft gevochten
in de oorlog. Meneer Linh hoort alles aan, maar hij heeft eigenlijk geen idee wat meneer Bark
allemaal verteld.
Tegelijkertijd komen we ook te weten dat meneer Linh zijn thuisland erg mist, vooral de geuren die er
altijd hingen. In het nieuwe land is geen geur. Meneer Linh moet voor een medische controle naar
een arts en daarna wordt er een ander huis voor hem geregeld. Het is een tehuis voor ouderen waar
hij niet uit mag. Hij wil heel graag zijn vriend opzoeken, maar als hij probeert het terrein te verlaten
wordt hij tegengehouden.
Meneer Linh bedenkt een plan en ontsnapt via een laag stukje muur in de tuin van het tehuis. Hij
zwerft dagen rond op zijn pantoffels en in zijn badjas, tot hij eindelijk het park met de draaimolen
vindt. Hij ziet zijn vriend en rent er met het meisje in zijn armen naartoe, zonder op of om te kijken.
Zodra meneer Bark hem hoort, kijkt hij om en ziet hij hoe meneer Linh door een auto wordt geschept
op de weg. Dan blijkt dat het meisje in zijn armen een pop is en dat meneer Linh waarschijnlijk
mentaal ziek is. Meneer Linh lijkt niet dood te zijn, aangezien hij na de aanrijding nog wel zijn ogen
open doet.
* Aan de namen en andere details (bijvoorbeeld de oversteek per boot) te zien, is het thuisland
waarschijnlijk in Azië en is meneer Linh gevlucht naar Noord-Amerika. Dit wordt echter nergens in
het verhaal specifiek vermeld.
Meneer Linh moest zijn land verlaten door de oorlog en vluchtte met zijn kleindochter over de
oceaan. Ze kwamen in een asielzoekerscentrum terecht, waar meneer Linh het niet goed kon vinden
met de andere gezinnen. Hij was vaak alleen, maar zijn kleindochter bracht hem wat geluk. Meneer
Linh vond het nieuwe land niet prettig en liep altijd dezelfde route om de weg terug te vinden. Hij
ontmoette meneer Bark, een man met wie hij geen gemeenschappelijke taal had, maar toch een
vriendschap ontwikkelde. Meneer Bark liet meneer Linh en zijn kleindochter de stad zien, en ze
bezochten een park met een draaimolen. Meneer Linh miste zijn thuisland, vooral de geuren die daar
Meneer Linh moest uit zijn eigen land vertrekken omdat daar een oorlog woedde. Hij is samen met
zijn kleindochter met de boot de oceaan overgestoken. Eenmaal daar, zit hij samen met twee andere
gezinnen in een asielzoekerscentrum, totdat er een andere plek voor hen is gevonden. Hij kan het
niet goed vinden met de andere gezinnen, omdat zij hem altijd uitlachen. De vrouwen van de
gezinnen zorgen wel voor hem, omdat dat volgens de tradities uit hun thuisland moet, maar ze
praten bijna nooit tegen hem.
Gelukkig heeft meneer Linh zijn kleindochtertje nog, Sang Diû. Hij vindt het leven als asielzoeker en
het nieuwe land maar niks, maar voor haar blijft hij sterk en positief. Hij voedt haar en gaat met haar
buiten wandelen. Omdat meneer Linh de grote nieuwe stad niks vindt, blijft hij altijd op dezelfde
stoep lopen, zodat hij altijd rondjes loopt en de weg terug kan vinden. Op een dag rust hij wat uit op
een bankje en daar ontmoet hij meneer Bark. Meneer Linh en meneer Bark kunnen elkaar niet
verstaan, omdat ze beide een andere taal spreken. Toch voelen ze een vriendschap ontstaan. Meneer
Bark is de enige die praat als ze elkaar zien en meneer Linh neemt elke dag een pakje sigaretten voor
meneer Bark mee. Na een tijdje neemt meneer Bark meneer Linh en zijn kleindochtertje mee om de
stad te verkennen en daar komen ze in het park, bij de draaimolen die eerst van de overleden vrouw
van meneer Bark was. Hij vertelt ook over hoe hij in het thuisland van meneer Linh heeft gevochten
in de oorlog. Meneer Linh hoort alles aan, maar hij heeft eigenlijk geen idee wat meneer Bark
allemaal verteld.
Tegelijkertijd komen we ook te weten dat meneer Linh zijn thuisland erg mist, vooral de geuren die er
altijd hingen. In het nieuwe land is geen geur. Meneer Linh moet voor een medische controle naar
een arts en daarna wordt er een ander huis voor hem geregeld. Het is een tehuis voor ouderen waar
hij niet uit mag. Hij wil heel graag zijn vriend opzoeken, maar als hij probeert het terrein te verlaten
wordt hij tegengehouden.
Meneer Linh bedenkt een plan en ontsnapt via een laag stukje muur in de tuin van het tehuis. Hij
zwerft dagen rond op zijn pantoffels en in zijn badjas, tot hij eindelijk het park met de draaimolen
vindt. Hij ziet zijn vriend en rent er met het meisje in zijn armen naartoe, zonder op of om te kijken.
Zodra meneer Bark hem hoort, kijkt hij om en ziet hij hoe meneer Linh door een auto wordt geschept
op de weg. Dan blijkt dat het meisje in zijn armen een pop is en dat meneer Linh waarschijnlijk
mentaal ziek is. Meneer Linh lijkt niet dood te zijn, aangezien hij na de aanrijding nog wel zijn ogen
open doet.
* Aan de namen en andere details (bijvoorbeeld de oversteek per boot) te zien, is het thuisland
waarschijnlijk in Azië en is meneer Linh gevlucht naar Noord-Amerika. Dit wordt echter nergens in
het verhaal specifiek vermeld.
Meneer Linh moest zijn land verlaten door de oorlog en vluchtte met zijn kleindochter over de
oceaan. Ze kwamen in een asielzoekerscentrum terecht, waar meneer Linh het niet goed kon vinden
met de andere gezinnen. Hij was vaak alleen, maar zijn kleindochter bracht hem wat geluk. Meneer
Linh vond het nieuwe land niet prettig en liep altijd dezelfde route om de weg terug te vinden. Hij
ontmoette meneer Bark, een man met wie hij geen gemeenschappelijke taal had, maar toch een
vriendschap ontwikkelde. Meneer Bark liet meneer Linh en zijn kleindochter de stad zien, en ze
bezochten een park met een draaimolen. Meneer Linh miste zijn thuisland, vooral de geuren die daar