100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Neuropsychologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
64
Geüpload op
13-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze samenvatting is een samenstelling van alle lesopnames, powerpoints en de syllabus. Het is een uitgebreide, uitstekende samenvatting om te studeren voor het examen! Ik behaalde hier zelf een 17/20 mee in eerste zittijd.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
13 augustus 2025
Aantal pagina's
64
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting
Neuropsychologi
e




1

,1 Omschrijving en beknopte historiek van de
neuropsychologie
1.1 Omschrijving van ‘neuropsychologie’
Neuropsychologie = bestudeert de relatie tussen het functioneren van het brein (= neuro) en
het menselijk gedrag (= psychologie), emotie en cognitie.
Onderscheid tussen experimentele en klinische neuropsychologie:
• Experimentele/cognitieve neuropsychologie = focus op hoe cognitieve functies of
mentale processen zoals aandacht, geheugen, taal … verlopen en aangestuurd worden
door de activiteit van de hersenen.
o Mentale processen en hun deelcomponenten worden op 2 niveaus bestuurd:
1. Structureel niveau: men richt zich op de vraag uit welke deelcomponenten
complexe mentale processen zijn samengesteld + welke relatie deze
deelcomponenten onderling vertonen.
Bv. verschillende modules: gesproken taal begrijpen – geschreven taal begrijpen – zelf
spreken – zelf schrijven.
2. Dynamische of temporele aspecten: men richt zich op de vraag hoe mentale
processen in de tijd verlopen – parallel (gelijktijdig) of serieel (na elkaar).
Bv. gesproken woord begrijpen – serieel proces
(1) geluid opvangen en herkennen als spraakgeluiden (2) woorden herkennen (3) betekenis
van woorden oproepen uit geheugen (4) betekenis van woord in een zin.
• Klinische neuropsychologie = focus op de
diagnostiek en rehabilitatie van de gevolgen van
hersenbeschadiging.
o Drie stoornisgroepen na hersenletsel:
1. Primaire neurologische stoornissen =
ontstaan door verstoring in de structuur,
functie of ontwikkeling van zenuwstelsel.
2. Neuropsychologische stoornissen =
verstoring in relatie tussen de hersenen en
het gedrag, emoties, geheugen en cognitieve
functies zoals aandacht, taal en
probleemoplossing.
3. Psychologische stoornissen = veranderingen in het denken, voelen, gedrag of
emotionele toestand van een persoon.
Neuropsychologie doet beroep op informatie uit verschillende andere takken van de
wetenschappen, zoals:
• Psychologie: de studie van het menselijke gedrag.
• Neuroanatomie: de studie van de bouw van het CZ bv. de verschillende onderdelen zoals
de hersenstam, het limbisch systeem, het cerebellum, het cerebrum …
• Neurofysiologie: de studie van de werking van het CZ bv. hoe transmissie werkt.
• Neuropathologie: de studie van de mogelijke aandoeningen van het CZ bv. Ziekte van
Parkinson, multiple sclerose.
• Neurochirurgie

,1.2 Beknopte historiek van de neuropsychologie
1.2.1 De Oudheid: hart- versus hersenhypothese
In de Oudheid stonden 2 hypothesen tegenover elkaar nl. harthypothese vs. hersenhypothese.
• Harthypothese
o Empeodocles & Aristoteles = het hart is de bron van alle menselijke gedrag.
• Hersenhypothese
o Plato, Hippocrates & Galen = de hersenen zijn de zetel van ons denken, voelen en
handelen.

1.2.2 18de-20ste eeuw: Lokalisationisme versus holisme
Conclusie: de hersenen sturen ons gedrag aan.
→ Maar, hoe controleren de hersenen het gedrag?
→ 2 opvattingen staan diametraal tegenover elkaar
o Het lokalisationisme of lokalisatieleer
o Holisme
1.2.2.1 De lokalisatieleer of het lokalisationisme
Lokalisatieleer = specifieke cognitieve functies zijn op één specifieke plaats in de hersenen
gelokaliseerd.
→ Er is één specifiek gebied in de hersenen verantwoordelijk voor één functie.
→ Als een hersengebied dat samenhangt met een specifieke cognitieve functie beschadigd
is, zal deze functie uitvallen en is er geen ander hersengebied die de rol van het
beschadigde gebied kan overnemen.
Frenologie = bepaalde hersengebieden worden gecorreleerd met specifieke aspecten van het
gedrag.
→ Gall & Spurzheim – lokalisationisten.
→ Bij iemand die over een uitzonderlijk geheugen beschikte, moest ook het overeenkomstige
hersengebied heel groot zijn & holtes in de schedel werden veroorzaakt door zwak
ontwikkelde onderliggende hersengebieden.
→ Cranioscopie = persoonlijkheidsonderzoek – knobbels en holtes in schedel voorspellen
persoonlijkheidskenmerken.
1.2.2.2 Het holisme
Holisme = cognitieve functies zijn verspreid verdeeld over de hele cortex.
→ Flourens & Goltz
→ De hersenen werken als een eenheid, een globaal geheel
→ Bij beschadiging van een deel van de hersenen kunnen de intacte hersengebieden
compenseren voor eventuele aangetaste functies.

1.2.3 Bewijskracht voor beide visies
Lokalisatie Holisme

• Broca: alles begrijpen, maar • Wernicke: niets begrijpen, maar wel kunnen spreken.
niet kunnen spreken. o Meerdere taalcentra – verstoring/beschadiging in verbinding tussen centra
• WOI: uitvalverschijnselen • Aangeleerde vaardigheid: verdeeld over meerdere centra, niet één specifiek.
beschadigd gebied. o ‘The law of Mass Action’: brein functioneert als één geïntegreerd geheel. Alle
hersengebieden zijn samen actief bij het tot stand brengen van een cognitieve
functie.
o ‘The Law of Equipotentionality’: verschillende gebieden in de hersenen hebben
identieke functies.

Evenwicht: Bepaalde hersengebieden genereren specifieke gedragscomponenten, maar elk
complex gedrag ontstaat uit de werking van de hersenen als één geheel (2de helft 20ste E).



3

, 2 Basisprincipes van de werking van het brein
Ons brein dient om onszelf en onze omgeving te begrijpen. Prikkels uit ons lichaam of onze
omgeving bereiken onze hersenen via onze zintuigen en worden via zenuwbanen
overgebracht naar de hersenen. In de hersenen worden deze prikkels razendsnel verwerkt.
Deze verwerking heeft tot doel om ons gedrag aan te passen aan de eisen van ons lichaam
of onze omgeving bv. motorische handelingen.

2.1 Informatieoverdracht in het brein: neuronen die vuren
2.1.1 Informatiegeleiding binnen neuronen
Neuronen communiceren met elkaar door middel van zenuwimpulsen of actiepotentialen.
Elk neuron heeft een rusttoestand waarbij niet gecommuniceerd wordt.
→ Deze ‘actieve evenwichtstoestand’ wordt in stand gehouden door actieve processen
binnen het neuron.
→ Het membraan, die het neuron en axon volledig omvat, heeft poorten die elektrisch geladen
atomen, ionen, kunnen doorlaten van de ene naar de andere kant van het membraan.
o Die poorten sluiten en openen zich, zodat alleen bepaalde ionen doorkunnen.
o De belangrijkste ionen: natrium en kalium.
→ Neuron in rust: meer kalium binnen (intracellulair) en meer
natrium buiten (extracellulair).
o Dit zorgt voor een licht negatief potentiaal binnen het
celmembraan t.o.v. van de vloeistof buiten de cel – denk aan
negatieve en positieve pool van batterij.
Een actiepotentieel is een opeenvolging van snel na elkaar
plaatsgrijpende gebeurtenissen waarbij het membraanpotentiaal
afneemt, verandert van teken en dan terugkeert naar het rustpotentiaal.
→ Wanneer een stimulus tot gevolg heeft dat het membraanpotentiaal afneemt
(= depolarisatie) tot een zekere waarde (drempelwaarde) zal een actiepotentiaal opgewekt
worden door de elektrisch prikkelbare cel.
→ Wanneer de exitatorische prikkel (bv. elektrische impuls) toekomt, zullen de
natriumpoorten openen waardoor natrium binnenvloeit in de cel – deze invoer wordt
gecompenseerd door een uitstroom van kalium (om rustpotentiaal te handhaven).
Wanneer het verschil in lading aan beide kanten van
het membraan door instroom van natrium verstoord
wordt dat het potentiaalverschil groter wordt dan de
drempelwaarde, zetten de natriumpoorten zich wijd
open en is er een massale toevloed van natriumionen
in de cel. Die massale instroom kan niet meer
gecompenseerd worden door kaliumuitstroom.
Uiteindelijk zal er zoveel positief geladen natrium binnen de cel zitten,
dat het oorspronkelijke rustpotentiaal verandert naar een positief
voltage.
De polariteit van de cel keert volledig om van negatief naar positief.
Dit heeft als gevolg dat er een actiepotentiaal uitgelokt wordt en er
signaal- of informatieoverdracht kan zijn.
Direct na het uitlokken van het actiepotentiaal (vuren van neuronen) is
het membraanpotentiaal nog altijd hoog genoeg om een nieuw
actiepotentiaal uit te lokken, maar dit gebeurt niet. Na actiepotentiaal
een korte periode waarin neuron niet kan vuren.
De voortleiding van gemyeliniseerde axonen gebeurt anders. De
myelineschede is op verschillende plaatsen rond het axon onderbroken
(knopen van Ranvier). Het actiepotentieel kan alleen vastgrijpen aan4
deze knopen & wordt dus in sprongen voorgeleid = veel sneller!
€10,76
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
lunamolly

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
lunamolly Hogeschool Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
2 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen