Creativiteit
1. Het begrip creativiteit
1.1. Creativiteit is een paraplubegrip
- Er zitten veel betekenissen onder ‘creatief zijn’ -> meerdere associaties bij
creativiteit
- Van Dale: betekenis creativiteit
o Scheppend
o Vernieuwend, origineel
o Betrekking hebbend op of dienend tot de zelfwerkzaamheid op het
gebied van verbeelding en vorming (bv. ‘creatief boekhouden’,
‘creatief centrum’)
- Er is geen éénduidige definitie van creativiteit
o Creativiteit = een paraplubegrip
- Als we willen weten wat het belang is van creativiteit in de jeugdhulp,
moeten we weten wat we verstaan onder creativiteit. Je bent dan niets met
een paraplubegrip
o Daarom bij elke betekenis stilstaan en belang van onderzoeken
o We baseren ons op de geschiedenis, recent wetenschappelijke
bevindingen en ervaringen van professionals.
- Creativiteit is geen luxe vandaag, het is een noodzaak in een steeds
veranderende wereld
1.2. Creativiteit in westers historisch perspectief
Kern: Onze huidige opvatting van creativiteit, als iets waardevols,
individueels en universeels, is niet tijdloos. Ze is het resultaat van een
lange historische evolutie in het Westen, beïnvloed door religie, filosofie,
kunst, wetenschap en economie.
De geschiedenis leert ons dat onze opvatting over creativiteit en creatieve
mensen, net zoals onze maatschappij, in voortdurende verandering is.
Na WOII groeide het wetenschappelijk onderzoek naar creativiteit, met een
beter zicht op de individuele en sociale dimensie.
1.2.1. Drie grote tendensen doorheen de geschiedenis
o Individualisering van creativiteit
= van iets bovenaards, God, rijk der ideeën naar iets
menselijks, het individu
ME: creativiteit werd toegeschreven aan goden of het
goddelijke
Renaissance: mens gezien als bron van creativiteit (homo
universalis).
Wel enkel de man werd creativiteit toegeëigend
, Individuele erkenning en betaling
Idee van het menselijk ‘Genie’ (bv. Leonardo Da Vinci)
Maar menselijke creativiteit bleef met argusogen
bekeken
Verlichting: geloof in de kracht van de menselijke geest en
zijn vermogen om de wereld te veranderen
Romantiek: periode met meeste impact op visie creativiteit
= creativiteit als een individuele expressie
Tegenreactie op verlichting
Bracht kwelling, wilde fantasie en wanorde
Subjectieve ervaring, introspectie, intuïtie, emotie,
spontaniteit en verbeelding kwamen centraal
Verlangen naar beleving van het onverklaarbare;
fantasie, intuïtie,
o Belang om dit zo authentiek mogelijk te beleven,
‘unieke’
Persoonlijkheidsverering (onderscheiden van anderen,
gevoel)
het ‘genie’ als individu schept vanuit emotie en
verbeelding.
Vandaag: iedereen heeft potentieel tot creativiteit.
Geschiedenis creativiteit = één lang proces naar
individualisering
o Democratisering van creativiteit
= van een exclusief voorrecht van goden/genieën → naar iets
voor enkel creatieve elite → naar een universeel menselijk
vermogen.
Technologie en sociale media maken creativiteit
toegankelijker dan ooit.
Iedereen kan creëren, delen en bekend worden (bv. TikTok,
YouTube).
Laagdrempelige toegang van creatieve middelen, meer
publiek
o Commercialisering van creativiteit
Creativiteit wordt steeds meer gelinkt aan economische
waarde.
Bedrijven gebruiken creativiteit voor innovatie, marketing en
winst.
Bv. Apple, Tesla: afhankelijk van commerciële
wetmatigheid
In de jeugdhulp is creativiteit echter geen commercieel doel,
maar een middel tot welzijn en verandering.
Bevorderen van gezonde, positieve ontwikkeling en
verhogen of herstellen van hun psychosociaal welzijn
Toegenomen focus op waarde en toepasbaarheid
,- Belangrijke invloeden per tijdsperiode
o Oudheid: Creativiteit = goddelijke inspiratie (bv. Griekse mythologie)
o Middeleeuwen: Kunst = imitatie van God; ambacht = collectief, geen
individuele erkenning.
o Renaissance: Mens als schepper; opkomst van het genie (bv. Da
Vinci); erkenning en betaling.
o Verlichting: Rede en wetenschap als bron van creativiteit;
vooruitgangsdenken.
o Romantiek: Emotie, verbeelding, subjectiviteit; het ‘genie’ als
gekwelde kunstenaar.
o 20e eeuw: Creativiteit als vaardigheid; onderzoek naar divergent
denken (bv. Guilford).
o Vandaag: Creativiteit = universeel, democratisch, economisch
waardevol én sociaal nodig.
1.2.2. Een historische discussie: is creativiteit nieuw
en/of nuttig?
o = historisch debat tussen de Romantiek en de Verlichting
o Sinds 1950: creativiteit = iets dat zowel origineel als bruikbaar is.
Gelijkwaardige dimensies
Individuele kwaliteit en verantwoordelijkheid eigen creatief
potentieel
o In de kunst: focus op originaliteit en expressie.
o In de wetenschap: focus op bruikbaarheid en probleemoplossing.
o In de jeugdhulp: creativiteit is perspectief verbredend, niet altijd
direct nuttig.
Ervaring staat voorop
Maar steeds meer druk, nood aan onderscheiding,
vernieuwen, overtreffen, ook veel druk bij ouders en hun
opvoeding
o van algemene vrijblijvende, vernieuwende creativiteit
(Renaissance, verlichting en Romantiek) tot
functionele/winstgevende creativiteit
1.2.3. Historische discussie 2: is creativiteit een
kwestie van ideeën of actie?
o Idee: creativiteit begint in het hoofd (bv. de gloeilamp als metafoor).
o Actie: creativiteit zit ook in het doen, het maken, het ambacht.
o Kunst werd een lange tijd verbonden met de kracht van het
genereren van ideeën of perspectieven
o Oudheid: kunst en ambacht waren één (Griekse ‘techne’). Kunst was
een praktijk die je kon aanleren
, o Middelleeuwen: kunst nog steeds geassocieerd met vakmanschap,
nabootsing was het fundament
o Renaissance: maakte weer de verschuiving: scheiden van artistieke
creativiteit ten opzichte van ‘slechts’ techniek. Creativiteit als
vernieuwend en origineel
o Romantiek: kunst wordt verheven boven ambacht. (verheffing:
superieur niveau)
Onderscheid zindert nog na tot vandaag
o Vandaag: herwaardering van ambacht als creatieve uiting (bv.
koken, bouwen, knutselen).
- Relevantie voor jeugdprofessionals
o Zowel ambacht als kunst inzetten
o Creativiteit is essentieel in een wereld vol verandering en
beperkingen.
o Het helpt om:
Nieuwe perspectieven te creëren.
Om te gaan met vastgelopen situaties.
Kinderen en jongeren te versterken in hun ontwikkeling.
Belangrijk om bewust te zijn van de druk van originaliteit in
onze maatschappij (bv. sociale media, prestatiedruk).
- Twee belangrijke opvattingen over creativiteit volgens Guilfords
o Divergent denken = typische taak met als doel zelfexpressie en
spontaniteit
o Convergent denken = ordelijke en logische aanpak
1.3. Modellen van creativiteit vanuit recent
wetenschappelijk onderzoek
- Creativiteit = breed begrip -> iedereen heeft een mening, definitie, model
klaar
- Er bestaan veel modellen, theorieën die los staan van wetenschappelijk
onderzoek en de
o academische wereld, enorm veel dus bespreken een selectie
1.3.1. Het ‘Four P-model’ (Rhodes, 2016)
Overzicht over hoe creativiteit werd bestudeert over de decennia
o Person
Wat voor soort persoon is creatief -> op zoek gaan naar de
link tussen persoonlijkheid, kenmerken van de persoon en
creativiteit.
Componential model of creativity (Amabile): theorie die focust
op de creatieve persoon: 3 variabelen om te spreken van een
creatief persoon:
Domeinrelevante variabelen: kennis, technische
vaardigheden, gespecialiseerde talenten van
individuen, belangrijk in een bepaald domein
Creativiteitsrelevante variabelen: persoonlijke
factoren die creativiteit bevorderen, los van specifieke
domein (bv. tolerant zijn voor dubbelzinnigheid)
1. Het begrip creativiteit
1.1. Creativiteit is een paraplubegrip
- Er zitten veel betekenissen onder ‘creatief zijn’ -> meerdere associaties bij
creativiteit
- Van Dale: betekenis creativiteit
o Scheppend
o Vernieuwend, origineel
o Betrekking hebbend op of dienend tot de zelfwerkzaamheid op het
gebied van verbeelding en vorming (bv. ‘creatief boekhouden’,
‘creatief centrum’)
- Er is geen éénduidige definitie van creativiteit
o Creativiteit = een paraplubegrip
- Als we willen weten wat het belang is van creativiteit in de jeugdhulp,
moeten we weten wat we verstaan onder creativiteit. Je bent dan niets met
een paraplubegrip
o Daarom bij elke betekenis stilstaan en belang van onderzoeken
o We baseren ons op de geschiedenis, recent wetenschappelijke
bevindingen en ervaringen van professionals.
- Creativiteit is geen luxe vandaag, het is een noodzaak in een steeds
veranderende wereld
1.2. Creativiteit in westers historisch perspectief
Kern: Onze huidige opvatting van creativiteit, als iets waardevols,
individueels en universeels, is niet tijdloos. Ze is het resultaat van een
lange historische evolutie in het Westen, beïnvloed door religie, filosofie,
kunst, wetenschap en economie.
De geschiedenis leert ons dat onze opvatting over creativiteit en creatieve
mensen, net zoals onze maatschappij, in voortdurende verandering is.
Na WOII groeide het wetenschappelijk onderzoek naar creativiteit, met een
beter zicht op de individuele en sociale dimensie.
1.2.1. Drie grote tendensen doorheen de geschiedenis
o Individualisering van creativiteit
= van iets bovenaards, God, rijk der ideeën naar iets
menselijks, het individu
ME: creativiteit werd toegeschreven aan goden of het
goddelijke
Renaissance: mens gezien als bron van creativiteit (homo
universalis).
Wel enkel de man werd creativiteit toegeëigend
, Individuele erkenning en betaling
Idee van het menselijk ‘Genie’ (bv. Leonardo Da Vinci)
Maar menselijke creativiteit bleef met argusogen
bekeken
Verlichting: geloof in de kracht van de menselijke geest en
zijn vermogen om de wereld te veranderen
Romantiek: periode met meeste impact op visie creativiteit
= creativiteit als een individuele expressie
Tegenreactie op verlichting
Bracht kwelling, wilde fantasie en wanorde
Subjectieve ervaring, introspectie, intuïtie, emotie,
spontaniteit en verbeelding kwamen centraal
Verlangen naar beleving van het onverklaarbare;
fantasie, intuïtie,
o Belang om dit zo authentiek mogelijk te beleven,
‘unieke’
Persoonlijkheidsverering (onderscheiden van anderen,
gevoel)
het ‘genie’ als individu schept vanuit emotie en
verbeelding.
Vandaag: iedereen heeft potentieel tot creativiteit.
Geschiedenis creativiteit = één lang proces naar
individualisering
o Democratisering van creativiteit
= van een exclusief voorrecht van goden/genieën → naar iets
voor enkel creatieve elite → naar een universeel menselijk
vermogen.
Technologie en sociale media maken creativiteit
toegankelijker dan ooit.
Iedereen kan creëren, delen en bekend worden (bv. TikTok,
YouTube).
Laagdrempelige toegang van creatieve middelen, meer
publiek
o Commercialisering van creativiteit
Creativiteit wordt steeds meer gelinkt aan economische
waarde.
Bedrijven gebruiken creativiteit voor innovatie, marketing en
winst.
Bv. Apple, Tesla: afhankelijk van commerciële
wetmatigheid
In de jeugdhulp is creativiteit echter geen commercieel doel,
maar een middel tot welzijn en verandering.
Bevorderen van gezonde, positieve ontwikkeling en
verhogen of herstellen van hun psychosociaal welzijn
Toegenomen focus op waarde en toepasbaarheid
,- Belangrijke invloeden per tijdsperiode
o Oudheid: Creativiteit = goddelijke inspiratie (bv. Griekse mythologie)
o Middeleeuwen: Kunst = imitatie van God; ambacht = collectief, geen
individuele erkenning.
o Renaissance: Mens als schepper; opkomst van het genie (bv. Da
Vinci); erkenning en betaling.
o Verlichting: Rede en wetenschap als bron van creativiteit;
vooruitgangsdenken.
o Romantiek: Emotie, verbeelding, subjectiviteit; het ‘genie’ als
gekwelde kunstenaar.
o 20e eeuw: Creativiteit als vaardigheid; onderzoek naar divergent
denken (bv. Guilford).
o Vandaag: Creativiteit = universeel, democratisch, economisch
waardevol én sociaal nodig.
1.2.2. Een historische discussie: is creativiteit nieuw
en/of nuttig?
o = historisch debat tussen de Romantiek en de Verlichting
o Sinds 1950: creativiteit = iets dat zowel origineel als bruikbaar is.
Gelijkwaardige dimensies
Individuele kwaliteit en verantwoordelijkheid eigen creatief
potentieel
o In de kunst: focus op originaliteit en expressie.
o In de wetenschap: focus op bruikbaarheid en probleemoplossing.
o In de jeugdhulp: creativiteit is perspectief verbredend, niet altijd
direct nuttig.
Ervaring staat voorop
Maar steeds meer druk, nood aan onderscheiding,
vernieuwen, overtreffen, ook veel druk bij ouders en hun
opvoeding
o van algemene vrijblijvende, vernieuwende creativiteit
(Renaissance, verlichting en Romantiek) tot
functionele/winstgevende creativiteit
1.2.3. Historische discussie 2: is creativiteit een
kwestie van ideeën of actie?
o Idee: creativiteit begint in het hoofd (bv. de gloeilamp als metafoor).
o Actie: creativiteit zit ook in het doen, het maken, het ambacht.
o Kunst werd een lange tijd verbonden met de kracht van het
genereren van ideeën of perspectieven
o Oudheid: kunst en ambacht waren één (Griekse ‘techne’). Kunst was
een praktijk die je kon aanleren
, o Middelleeuwen: kunst nog steeds geassocieerd met vakmanschap,
nabootsing was het fundament
o Renaissance: maakte weer de verschuiving: scheiden van artistieke
creativiteit ten opzichte van ‘slechts’ techniek. Creativiteit als
vernieuwend en origineel
o Romantiek: kunst wordt verheven boven ambacht. (verheffing:
superieur niveau)
Onderscheid zindert nog na tot vandaag
o Vandaag: herwaardering van ambacht als creatieve uiting (bv.
koken, bouwen, knutselen).
- Relevantie voor jeugdprofessionals
o Zowel ambacht als kunst inzetten
o Creativiteit is essentieel in een wereld vol verandering en
beperkingen.
o Het helpt om:
Nieuwe perspectieven te creëren.
Om te gaan met vastgelopen situaties.
Kinderen en jongeren te versterken in hun ontwikkeling.
Belangrijk om bewust te zijn van de druk van originaliteit in
onze maatschappij (bv. sociale media, prestatiedruk).
- Twee belangrijke opvattingen over creativiteit volgens Guilfords
o Divergent denken = typische taak met als doel zelfexpressie en
spontaniteit
o Convergent denken = ordelijke en logische aanpak
1.3. Modellen van creativiteit vanuit recent
wetenschappelijk onderzoek
- Creativiteit = breed begrip -> iedereen heeft een mening, definitie, model
klaar
- Er bestaan veel modellen, theorieën die los staan van wetenschappelijk
onderzoek en de
o academische wereld, enorm veel dus bespreken een selectie
1.3.1. Het ‘Four P-model’ (Rhodes, 2016)
Overzicht over hoe creativiteit werd bestudeert over de decennia
o Person
Wat voor soort persoon is creatief -> op zoek gaan naar de
link tussen persoonlijkheid, kenmerken van de persoon en
creativiteit.
Componential model of creativity (Amabile): theorie die focust
op de creatieve persoon: 3 variabelen om te spreken van een
creatief persoon:
Domeinrelevante variabelen: kennis, technische
vaardigheden, gespecialiseerde talenten van
individuen, belangrijk in een bepaald domein
Creativiteitsrelevante variabelen: persoonlijke
factoren die creativiteit bevorderen, los van specifieke
domein (bv. tolerant zijn voor dubbelzinnigheid)