Examen november: Pedagogiek
Hoofdstuk 1: Wat is ‘opvoeden’?
Wat is opvoeden?
Emotionele zorg
Aanleren van de waarden en normen
Grenzen stellen
Ervaringen meegeven
Luisteren
Helpen ontdekken wie hij/zij is
Ondersteunen
Het kind tot zelfstandigheid brengen = doel
Voldoen aan de basisbehoeftes (slaap voeding, onderdak)
Bestaat er 1 waarheid over opvoeden?
Neen= er zijn verschillende inzichten, theorieën en perspectieven deze geven samen
een juist beeld van de meervoudige betekenis.
Een complexe samenspel van cognitieve, gedragsmatige en affectieve aspecten van
opvoeding….
Je word opgevoed tot je volwassenheid daarna is het bijleren.
Artikels op Toledo bij deel 1 opvoeden!!!!
Opvoeding een complex samenspel is van:
cognitieve (kennis), gedragsmatige(vaardigheden) en affectieve (houdingen) aspecten.
Hoofdstuk 2: Wat is ‘Pedagogiek’?
1923: Men maakt onderscheid tussen pedagogie en pedagogiek
Pedagogie (leiden van kinderen):
De praktijk van het opvoeden
Pedagogiek:
de theorie, de wetenschap, de leer…
Een systematische geordende uitleg over alles wat met opvoeding te maken heeft.
Gunning:
Maakt onderscheid tussen pedagogie en pedagogiek
Pedagogiek: de wetenschap:
,Lang wordt over opvoeding nagedacht binnen bestaande kaders van de theologie (=de
studie van god), de filosofie en de psychologie.
Bv: vroeger bepaald de godsdienst hoe je je kind moet opvoeden
1779 (periode van Verlichting en Romantiek):
Ernst Christian Trapp: 1ste hoogleraar in de pedagogiek aan de universiteit van Halle
Sindsdien geniet de pedagogiek een status als zelfstandige wetenschap
Nu
reeks afzonderlijke deelgebieden
Deeldisciplines van de pedagogiek:
orthopedagogiek
onderwijskunde
sociale (ped)agogiek
comparatieve pedagogiek: vergelijken van opvoeden in verschillende landen
historische pedagogiek
fundamentele pedagogiek: bv: wat is het doel van opvoeden?
De verhouding tussen de theorie en de praktijk:
Gunning (= een persoon; hoogleraar aan de universiteit van Halle)
“Theorie zonder praktijk is voor genieën, praktijk zonder theorie is voor gekken
maar voor de opvoeders is de innige onverbrekelijke vereniging van beide."
Betekend: opvoeder handelt niet alleen op de basis van de theorieën maar ook
gevoelsmatig
Imelman
“eindeloze discussie over de verhouding tussen theorie en praktijk”
Iedereen vind dat hij kan opvoeden en heeft er ervaring mee
Bv: pedagogische tik
iedereen heeft ervaringen met opvoeding
hang naar pasklare voorschriften is groot
de natuurwetenschappen: grote zekerheid en voorspelbaarheid
de wetenschap heeft geen pasklare antwoorden en zekerheden
pedagogiek is geen natuurwetenschap maar een menswetenschap zonder zekerheid
Pedagogiek is theorie MAAR pedagogiek is geen natuurwetenschap
Want: het is een menswetenschap
,- onderzoeksterrein: Werkelijkheid waarin de opvoeder die advies vraagt zelf rol speelt
- materiaal: het kind
- datgene wat de opvoeder aanbiedt: wat door dit kind te leren valt
- middelen: afhankelijk van het kind, wat geleerd wordt en van opvoeder zelf
Verschillende houdingen ten opzichte van de theorie:
- Pedagogiek als receptenboek
Gebruik je als je iets nieuw wil proberen
Gebruik je als iets mislukt
- Theorie behoort tot de opleidingsperiode
Enkel op school
Eenmaal je opleidingsperiode is afgelopen leer je uit de praktijk
- Theorie met betrekking tot opvoeding = onzin
Theorie en praktijk kunnen niet zonder elkaar
Theorie praktijk (geen eenrichtingsverkeer)
- Pedagogiek biedt geen zekerheid en geen voorspelbaarheid!
- De theorie reikt inzichten aan, geen kunnen.
WEL: PRAKTIJK THEORIE
Vanuit de praktijk naar de theorie en terug: theorie praktijk theorie praktijk…
Wel van de praktijk naar de theorie en terug
- Moeilijkheden in een concrete situatie, dwingen tot bezinning, nadenken, gesprek
(= begin van elke theorie)
- Opvoeders handelen vaak (onbewust) consequent in gelijkaardige situaties
(= verborgen theorie)
Dus: pedagogiek (de theorie)
- Maakt de intuïtie en feeling van ‘de geboren opvoeder’ NIET overbodig,
- Maar biedt inzichten, verruimt en verdiept.
De theorie is een systematische, bewuste bezinning, om de praktijk van dienst te
zijn.
Hoofdstuk 3: Opvoeden staat niet los van cultuur en maatschappij
, Visies op wat een goede opvoeding is evolueren mee met culturele en maatschappelijke
veranderingen. (veranderd doorheen de tijd).
Is de mens wel opvoedbaar?
Deze vraag leidt tot polariteit:
pessimisme versus optimisme, zowel bij opvoeders als in pedagogische theorieën
Polariteit ( tegenstellingen tussen mensen) is het antwoord op deze vraag
Nature – nurture debat:
de discussie rond de invloed van erfelijkheid en natuur
wanneer mensen de vraag stellen of je wel opvoedbaar bent
Nature = aanleg
Staat voor aanleg, erfelijkheid, de invloed van het milieu betekend alleen maar
beschikbaar stellen van gunstige condities, centraal staan de aangeboren genetische
karaktereigenschappen van een individu.
Nurture = omgeving
Het centraal stellen van de invloed van het milieu op de ontwikkeling van het kind.
Welke twee uiteenlopende uitspraken worden in de dagelijkse praktijk en omgang rond
opvoeden regelmatig geformuleerd
Kleine kinderen zijn nog lief maar hoe je ook je best doet als opvoeder het worden
toch onhandelbare jongeren
Je oogst wat je zaait
Opvoeden is een bezigheid die een sterke weerslag heeft op de persoon van de
opvoeder:
Soms is het een moeilijk opdracht soms gaat het vanzelf
Opvoeden gaat gepaard met vreugde moeilijkheden spanningen successen en
ontgoocheling.
GEVOLG: de noodzaak en de kansen van de opvoeding kan soms zeer
pessimistisch zijn om dan weer hoogmoedige uitspraken te doen = dubbele houding
Hoofdstuk 1: Wat is ‘opvoeden’?
Wat is opvoeden?
Emotionele zorg
Aanleren van de waarden en normen
Grenzen stellen
Ervaringen meegeven
Luisteren
Helpen ontdekken wie hij/zij is
Ondersteunen
Het kind tot zelfstandigheid brengen = doel
Voldoen aan de basisbehoeftes (slaap voeding, onderdak)
Bestaat er 1 waarheid over opvoeden?
Neen= er zijn verschillende inzichten, theorieën en perspectieven deze geven samen
een juist beeld van de meervoudige betekenis.
Een complexe samenspel van cognitieve, gedragsmatige en affectieve aspecten van
opvoeding….
Je word opgevoed tot je volwassenheid daarna is het bijleren.
Artikels op Toledo bij deel 1 opvoeden!!!!
Opvoeding een complex samenspel is van:
cognitieve (kennis), gedragsmatige(vaardigheden) en affectieve (houdingen) aspecten.
Hoofdstuk 2: Wat is ‘Pedagogiek’?
1923: Men maakt onderscheid tussen pedagogie en pedagogiek
Pedagogie (leiden van kinderen):
De praktijk van het opvoeden
Pedagogiek:
de theorie, de wetenschap, de leer…
Een systematische geordende uitleg over alles wat met opvoeding te maken heeft.
Gunning:
Maakt onderscheid tussen pedagogie en pedagogiek
Pedagogiek: de wetenschap:
,Lang wordt over opvoeding nagedacht binnen bestaande kaders van de theologie (=de
studie van god), de filosofie en de psychologie.
Bv: vroeger bepaald de godsdienst hoe je je kind moet opvoeden
1779 (periode van Verlichting en Romantiek):
Ernst Christian Trapp: 1ste hoogleraar in de pedagogiek aan de universiteit van Halle
Sindsdien geniet de pedagogiek een status als zelfstandige wetenschap
Nu
reeks afzonderlijke deelgebieden
Deeldisciplines van de pedagogiek:
orthopedagogiek
onderwijskunde
sociale (ped)agogiek
comparatieve pedagogiek: vergelijken van opvoeden in verschillende landen
historische pedagogiek
fundamentele pedagogiek: bv: wat is het doel van opvoeden?
De verhouding tussen de theorie en de praktijk:
Gunning (= een persoon; hoogleraar aan de universiteit van Halle)
“Theorie zonder praktijk is voor genieën, praktijk zonder theorie is voor gekken
maar voor de opvoeders is de innige onverbrekelijke vereniging van beide."
Betekend: opvoeder handelt niet alleen op de basis van de theorieën maar ook
gevoelsmatig
Imelman
“eindeloze discussie over de verhouding tussen theorie en praktijk”
Iedereen vind dat hij kan opvoeden en heeft er ervaring mee
Bv: pedagogische tik
iedereen heeft ervaringen met opvoeding
hang naar pasklare voorschriften is groot
de natuurwetenschappen: grote zekerheid en voorspelbaarheid
de wetenschap heeft geen pasklare antwoorden en zekerheden
pedagogiek is geen natuurwetenschap maar een menswetenschap zonder zekerheid
Pedagogiek is theorie MAAR pedagogiek is geen natuurwetenschap
Want: het is een menswetenschap
,- onderzoeksterrein: Werkelijkheid waarin de opvoeder die advies vraagt zelf rol speelt
- materiaal: het kind
- datgene wat de opvoeder aanbiedt: wat door dit kind te leren valt
- middelen: afhankelijk van het kind, wat geleerd wordt en van opvoeder zelf
Verschillende houdingen ten opzichte van de theorie:
- Pedagogiek als receptenboek
Gebruik je als je iets nieuw wil proberen
Gebruik je als iets mislukt
- Theorie behoort tot de opleidingsperiode
Enkel op school
Eenmaal je opleidingsperiode is afgelopen leer je uit de praktijk
- Theorie met betrekking tot opvoeding = onzin
Theorie en praktijk kunnen niet zonder elkaar
Theorie praktijk (geen eenrichtingsverkeer)
- Pedagogiek biedt geen zekerheid en geen voorspelbaarheid!
- De theorie reikt inzichten aan, geen kunnen.
WEL: PRAKTIJK THEORIE
Vanuit de praktijk naar de theorie en terug: theorie praktijk theorie praktijk…
Wel van de praktijk naar de theorie en terug
- Moeilijkheden in een concrete situatie, dwingen tot bezinning, nadenken, gesprek
(= begin van elke theorie)
- Opvoeders handelen vaak (onbewust) consequent in gelijkaardige situaties
(= verborgen theorie)
Dus: pedagogiek (de theorie)
- Maakt de intuïtie en feeling van ‘de geboren opvoeder’ NIET overbodig,
- Maar biedt inzichten, verruimt en verdiept.
De theorie is een systematische, bewuste bezinning, om de praktijk van dienst te
zijn.
Hoofdstuk 3: Opvoeden staat niet los van cultuur en maatschappij
, Visies op wat een goede opvoeding is evolueren mee met culturele en maatschappelijke
veranderingen. (veranderd doorheen de tijd).
Is de mens wel opvoedbaar?
Deze vraag leidt tot polariteit:
pessimisme versus optimisme, zowel bij opvoeders als in pedagogische theorieën
Polariteit ( tegenstellingen tussen mensen) is het antwoord op deze vraag
Nature – nurture debat:
de discussie rond de invloed van erfelijkheid en natuur
wanneer mensen de vraag stellen of je wel opvoedbaar bent
Nature = aanleg
Staat voor aanleg, erfelijkheid, de invloed van het milieu betekend alleen maar
beschikbaar stellen van gunstige condities, centraal staan de aangeboren genetische
karaktereigenschappen van een individu.
Nurture = omgeving
Het centraal stellen van de invloed van het milieu op de ontwikkeling van het kind.
Welke twee uiteenlopende uitspraken worden in de dagelijkse praktijk en omgang rond
opvoeden regelmatig geformuleerd
Kleine kinderen zijn nog lief maar hoe je ook je best doet als opvoeder het worden
toch onhandelbare jongeren
Je oogst wat je zaait
Opvoeden is een bezigheid die een sterke weerslag heeft op de persoon van de
opvoeder:
Soms is het een moeilijk opdracht soms gaat het vanzelf
Opvoeden gaat gepaard met vreugde moeilijkheden spanningen successen en
ontgoocheling.
GEVOLG: de noodzaak en de kansen van de opvoeding kan soms zeer
pessimistisch zijn om dan weer hoogmoedige uitspraken te doen = dubbele houding