Hoofdstuk 1: Atomen
1.1. Basismolecules
Water - Hoofdbestanddeel menselijk lichaam
60-50% van het gewicht
Afh van spiermassa (bevat 3x zo veel vocht)
- Vitale rol bij lichaamsfuncties
Zuivering (bloed, nieren,..)
Afvoer afval stoffen
Warmte regeling
Vloeibaarheid voor circulatie
Transport voedingstoffen, O2, hormonen, vitamines,….
Stofwisselingsprocessen
Vertering
Bescherming tegen schokken
Glijmiddel in gewrichten, spieren, bindweefsel
Geleider van geluid in oor
Aanvoer en afvoer uit cel door oplossend vermogen
- Fysische eigenschappen belang ontstaan leven
Kristalstructuur leidt tot lichtere massa bij vloeistof
dus ijs drijft
Ijs vormt isolerende laag
Vanderwaalskrachten en waterstofbruggen
Smelt en kookpunt ver uit elkaar en veel hoger
Mineralen - Houden elektrolytenbalans in stand
- Belang bij ontstaan membraanpotentiaal
- Belangrijkste mineralen:
Calcium
Fosfor
Chloride
Natrium
Magnesium
Ijzer
- Cellen bestaan uit water, mineralen en organische stoffen
Stoffen met C,H,O,N,S,P
Ureum - Organische stoffen in levende organismen als
energiebron
- Sacchariden, lipiden, proteïnen
- Ureum is eerste stof dat niet exclusief door levende
wezens gemaakt kon worden
- Friedrich whölher ontdekt dat dit synthetisch gemaakt
kan worden
Methode: neutralisatie amoniak en cyaanzuur tot
amoniumcyanaat
Isomeer van ureum
- Ureum is afbraak product van EW uit lever
- Helft droge stof urine bestaat uit ureum
- Gebruik in zalven vochtinbrengend
,Hoofdstuk 2: sachariden
Koolhydraten, carbohydraten, gluciden, sachariden
Bestanddelen biologisch materiaal
2.1. Definitie sachariden
Oorspronkelijk koolhydraten
Brutoformule: Cm(H2O)n
Sachariden verwijst naar sacharose (=suiker)
Suikers en gluciden voor zoete in water oplosbare sachariden
Polyhydroxyaldehyden, polyhydroxyketonen
Chemische eigenschappen gevolg van hydroxylgroep (OH) en
carbonylgroep (-CO)
Indeling volgens lengte:
Monosachariden
Oligosachariden
Polysachariden
2.2. belang en oorsprong
Fotosynthese: planten zetten CO2 om in sachariden
Cellulose: bouwstenen celwanden houtvezels en planten
Zetmeel: opslag energiereserves
Glucose: essentiële component bloed
Ribose en deoxyribose in DNA en RNA
Dideoxyribose van belang bi moleculaire biologische processen
In co-enzymen, antibiotica, schalen van schaaldieren, celwanden
bacteriën, kleren,..
2.3. Open ketenstructuur sachariden
Monosachariden:
Eenvoudigste sachariden
3-8 C-atomen
Kunnen niet ontbonden worden door hydrolyse
Enkelvoudige suikers
Classificatie op basis van aantal C-atomen of volgens aanwezigheid
aldehyde- of ketonfunctie
Eenvoudigste aldose: glyceraldehyde (CH2OH-CHOH-CHO)
Eenvoudigste ketose: dihydroxypropanon (CH2-OH-CO-CH2OH)
,2.4. Optische isomerie, stereo-isomeren
Asymmetrisch chiraal C-atoom
Enantiomeren: 2 spiegelbeeld moleculen
2.5. Aldose ketose
Afh va plaats keto groep is het een aldose of ketose
Fischerprojectie:
Meest geoxideerde C-atoom bovenaan
D-enantiomeer: OH groep rechts (dextro)
D is rechts draaiend (+)
L-enantiomeer: OH groep links (levo)
L is linksdraaiend (-)
L vorm op gepolariseerde lichtbron komen niet overeen
Meer dan één chiraal centra
Schrijven fisherprojectie van uit verdoken (geëclipseerde) conformatie
Voor open structuren langste C-keten verticaal
Indien 2 chirale centra, 4 stereo-isomeren, 2 paar enantiomeren
n chirale centra, 2n stereo-isomeren
Bij meerdere chirale C-atomen
D en L naarmate OH hoogst genummerde chirale C links of rechts staat
Hoogst genummerd staat onderaan
D kan linksdraaiend optisch actief zijn en omgekeerd
Optisch actief als C verst verwijderd van aldehyd- of keton groep zelfde
configuratie als D vorm
Geen verband tussen D en L enerzijds + en –
Optische draaiing meten met polarimeter
2.6. Monosachariden
Fischer projecties van D-vormen tot 6 C-atomen
Enkel hexosen D(+)glucose, D(-)mannose en D(+)galactose in natuur
Verband monosachariden met zelfde aantal C-atomen
diasteriomeren
verschillende fysische eigenschappen
2.6.1. Ringstructuur glucose
, Ringvormige structuur als gevolg van intramoleculaire reactie
Aldehyde en keton (in zuur midden) reageren met alcohol tot evenwicht
carbonylverb en hemiacetaal verbinding
Door intramoleculaire reactie wordt cyclisch hemiacetaal gevormd
Bij voorkeur 6-ringen maar 5-ringen zijn ook enigszins stabiel
Sachariden komen hoofdzakelijk voor in ringvormen
2.6.2. Pyranosen
Pyranose: monosacharide met zesringstructuur (lijkt op pyraan)
Bij vorming cyclisch hemiacetaal nieuw chiraal C-atoom
Anomere C-atoom
Vorming 2 hemiacetalen waarbij enkel plaats OH op C1 verschilt
Alpha en beta anomeren
Haworthprojectie: 6-ring in regelmatige zeshoek die schuin naar voor uit
vlak steekt
3 C-C-C- bindingen naar voren met dikke lijn
Andere 3 bindingen dunne lijn (staan naar achter)
Bindingen op ringatomen met verticale lijn
Atomen boven lijn geschreven bevinden zich boven ring en
andersom
H en OH bij fischer links naar boven
H en OH bij fischer rechts naar beneden
Ring O-atoom aan achterkant
In D-vorm CH2OH naar boven
In alpha-vorm OH op anomeer C naar onderen, in beta naar boven
2.6.3. Furanosen
Door intramoleculaire hemiacetaalvorming tussen C4 en C1 wordt het een
vijfring
Gelijken op furaan
2 anomeren alpha en beta door ontstaan nieuw chiraal C-atoom
2.6.4. Mutarotatie
Alpha en beta D verschillen aan anomere C-atoom dus zijn diasteriomeren
Alpha D in water:
rotatie van +113°C
neemt geleidelijk af en blijft bij +52;7°C constant
beta D in water:
rotatie + 19°C
loopt op tot 52,7°C
mutarotatie: stereo-isomeren in oplossing reageren tot evenwicht tussen
alpha en beta vorm (36%-64%)
kan bij alle suikers met hemiactaalgroep
1.1. Basismolecules
Water - Hoofdbestanddeel menselijk lichaam
60-50% van het gewicht
Afh van spiermassa (bevat 3x zo veel vocht)
- Vitale rol bij lichaamsfuncties
Zuivering (bloed, nieren,..)
Afvoer afval stoffen
Warmte regeling
Vloeibaarheid voor circulatie
Transport voedingstoffen, O2, hormonen, vitamines,….
Stofwisselingsprocessen
Vertering
Bescherming tegen schokken
Glijmiddel in gewrichten, spieren, bindweefsel
Geleider van geluid in oor
Aanvoer en afvoer uit cel door oplossend vermogen
- Fysische eigenschappen belang ontstaan leven
Kristalstructuur leidt tot lichtere massa bij vloeistof
dus ijs drijft
Ijs vormt isolerende laag
Vanderwaalskrachten en waterstofbruggen
Smelt en kookpunt ver uit elkaar en veel hoger
Mineralen - Houden elektrolytenbalans in stand
- Belang bij ontstaan membraanpotentiaal
- Belangrijkste mineralen:
Calcium
Fosfor
Chloride
Natrium
Magnesium
Ijzer
- Cellen bestaan uit water, mineralen en organische stoffen
Stoffen met C,H,O,N,S,P
Ureum - Organische stoffen in levende organismen als
energiebron
- Sacchariden, lipiden, proteïnen
- Ureum is eerste stof dat niet exclusief door levende
wezens gemaakt kon worden
- Friedrich whölher ontdekt dat dit synthetisch gemaakt
kan worden
Methode: neutralisatie amoniak en cyaanzuur tot
amoniumcyanaat
Isomeer van ureum
- Ureum is afbraak product van EW uit lever
- Helft droge stof urine bestaat uit ureum
- Gebruik in zalven vochtinbrengend
,Hoofdstuk 2: sachariden
Koolhydraten, carbohydraten, gluciden, sachariden
Bestanddelen biologisch materiaal
2.1. Definitie sachariden
Oorspronkelijk koolhydraten
Brutoformule: Cm(H2O)n
Sachariden verwijst naar sacharose (=suiker)
Suikers en gluciden voor zoete in water oplosbare sachariden
Polyhydroxyaldehyden, polyhydroxyketonen
Chemische eigenschappen gevolg van hydroxylgroep (OH) en
carbonylgroep (-CO)
Indeling volgens lengte:
Monosachariden
Oligosachariden
Polysachariden
2.2. belang en oorsprong
Fotosynthese: planten zetten CO2 om in sachariden
Cellulose: bouwstenen celwanden houtvezels en planten
Zetmeel: opslag energiereserves
Glucose: essentiële component bloed
Ribose en deoxyribose in DNA en RNA
Dideoxyribose van belang bi moleculaire biologische processen
In co-enzymen, antibiotica, schalen van schaaldieren, celwanden
bacteriën, kleren,..
2.3. Open ketenstructuur sachariden
Monosachariden:
Eenvoudigste sachariden
3-8 C-atomen
Kunnen niet ontbonden worden door hydrolyse
Enkelvoudige suikers
Classificatie op basis van aantal C-atomen of volgens aanwezigheid
aldehyde- of ketonfunctie
Eenvoudigste aldose: glyceraldehyde (CH2OH-CHOH-CHO)
Eenvoudigste ketose: dihydroxypropanon (CH2-OH-CO-CH2OH)
,2.4. Optische isomerie, stereo-isomeren
Asymmetrisch chiraal C-atoom
Enantiomeren: 2 spiegelbeeld moleculen
2.5. Aldose ketose
Afh va plaats keto groep is het een aldose of ketose
Fischerprojectie:
Meest geoxideerde C-atoom bovenaan
D-enantiomeer: OH groep rechts (dextro)
D is rechts draaiend (+)
L-enantiomeer: OH groep links (levo)
L is linksdraaiend (-)
L vorm op gepolariseerde lichtbron komen niet overeen
Meer dan één chiraal centra
Schrijven fisherprojectie van uit verdoken (geëclipseerde) conformatie
Voor open structuren langste C-keten verticaal
Indien 2 chirale centra, 4 stereo-isomeren, 2 paar enantiomeren
n chirale centra, 2n stereo-isomeren
Bij meerdere chirale C-atomen
D en L naarmate OH hoogst genummerde chirale C links of rechts staat
Hoogst genummerd staat onderaan
D kan linksdraaiend optisch actief zijn en omgekeerd
Optisch actief als C verst verwijderd van aldehyd- of keton groep zelfde
configuratie als D vorm
Geen verband tussen D en L enerzijds + en –
Optische draaiing meten met polarimeter
2.6. Monosachariden
Fischer projecties van D-vormen tot 6 C-atomen
Enkel hexosen D(+)glucose, D(-)mannose en D(+)galactose in natuur
Verband monosachariden met zelfde aantal C-atomen
diasteriomeren
verschillende fysische eigenschappen
2.6.1. Ringstructuur glucose
, Ringvormige structuur als gevolg van intramoleculaire reactie
Aldehyde en keton (in zuur midden) reageren met alcohol tot evenwicht
carbonylverb en hemiacetaal verbinding
Door intramoleculaire reactie wordt cyclisch hemiacetaal gevormd
Bij voorkeur 6-ringen maar 5-ringen zijn ook enigszins stabiel
Sachariden komen hoofdzakelijk voor in ringvormen
2.6.2. Pyranosen
Pyranose: monosacharide met zesringstructuur (lijkt op pyraan)
Bij vorming cyclisch hemiacetaal nieuw chiraal C-atoom
Anomere C-atoom
Vorming 2 hemiacetalen waarbij enkel plaats OH op C1 verschilt
Alpha en beta anomeren
Haworthprojectie: 6-ring in regelmatige zeshoek die schuin naar voor uit
vlak steekt
3 C-C-C- bindingen naar voren met dikke lijn
Andere 3 bindingen dunne lijn (staan naar achter)
Bindingen op ringatomen met verticale lijn
Atomen boven lijn geschreven bevinden zich boven ring en
andersom
H en OH bij fischer links naar boven
H en OH bij fischer rechts naar beneden
Ring O-atoom aan achterkant
In D-vorm CH2OH naar boven
In alpha-vorm OH op anomeer C naar onderen, in beta naar boven
2.6.3. Furanosen
Door intramoleculaire hemiacetaalvorming tussen C4 en C1 wordt het een
vijfring
Gelijken op furaan
2 anomeren alpha en beta door ontstaan nieuw chiraal C-atoom
2.6.4. Mutarotatie
Alpha en beta D verschillen aan anomere C-atoom dus zijn diasteriomeren
Alpha D in water:
rotatie van +113°C
neemt geleidelijk af en blijft bij +52;7°C constant
beta D in water:
rotatie + 19°C
loopt op tot 52,7°C
mutarotatie: stereo-isomeren in oplossing reageren tot evenwicht tussen
alpha en beta vorm (36%-64%)
kan bij alle suikers met hemiactaalgroep