100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Samenleving, feiten, problemen

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
55
Geüpload op
08-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Een beknopte samenvatting van SFP die de lessen en slides bevat. Ik heb door deze samenvatting een 18 behaald. Zie ook andere samenvattingen op mijn Stuvia account. Veel studieplezier!












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
8 augustus 2025
Aantal pagina's
55
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenleving: feiten en problemen
Koen Decancq

Examen: drie of vier vragen waar je de concepten moet kennen en de
samenhang daarvan. De examenvragen gaan over de doelstellingen die in de
slides staan.


Les 1 – Inleiding

Tijdens deze lessenreeks gaan we praten over beleid als sociale wetenschapper.
Het is moeilijk om als wetenschapper te praten over beleid. We moeten daarom
voorzichtig zijn als we praten over beleid. Er zijn een aantal punten op dit gebied
die we tijdens de hele lessenreeks moeten onthouden. We moeten het volgende
onderscheid onthouden:
Positieve Gericht op feitelijke vragen. Uitspraken over hoe de
(descriptieve) analyse wereld in elkaar zit. Hoe de realiteit eruitziet en wat er
gebeurt. Bijvoorbeeld: wat is het effect op de
werkgelegenheid als we het minimumloon verhogen?
Normatieve Gericht op waardeoordelen. Uitspraken over hoe we de
(prescriptieve) wereld zouden willen zien. Bijvoorbeeld: is de
analyse samenleving beter af met een hoger minimumloon?
Correlatie Twee variabelen die samen bewegen. Een statistische
associatie tussen variabelen die samen bewegen.
Samenhang.
Oorzakelijke Verandering in één variabele veroorzaakt een
verbanden verandering in de andere variabele. Dit is het geval bij
beleidsaanbevelingen.

In deze cursus bestuderen we samenlevingen. De meeste samenlevingen hebben
een meerledige structuur, bijvoorbeeld: lokale samenleving (Antwerpen),
regionale samenleving (Vlaanderen), nationale samenleving (België),
supranationale samenleving (Europese Unie) en wereldwijde samenleving (de
wereld). De belangrijke beslissingen worden genomen op de supranationale en
lokale niveaus. In België worden nog steeds taken gegeven op regionale en
nationale niveau. Er is nog veel werk te doen aan het wereldwijde niveau.

Een samenleving bestaat uit individuen (haar leden). Het lidmaatschap van een
samenleving komt met rechten en plichten en dit bestaat uit drie delen:
burgerrechten (vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld), politieke rechten
(algemeen kiesrecht bijvoorbeeld) en sociale rechten (bescherming tegen
armoede bijvoorbeeld).

De leden van de samenleving zijn geen geïsoleerde atomen want ze leven,
werken, spelen en studeren samen. Ze vormen (sociale) basisinstituties. De losse
individuen vormen de sociale basisinstituties. Ze zijn de drie hoofdspelers van dit
vak en we gaan zien hoe ze met elkaar gaan interageren. DE DRIE
BASISINSTITUTIES ZIJN: het gezin, de overheid en bedrijven.

Basisinstitutie 1 – het gezin
De geschiedenis van de homo sapiens: het ontstaan van de mensheid. We
begonnen als jagers en verzamelaars in de oertijd. Mensen moesten na een tijd
meer nadenken, hierdoor had men een groter brein nodig waardoor de hersenen
zijn gegroeid. Mensen vormden gezinnen om meerdere redenen: nieuwe mensen

1

,voortbrengen, nieuwe leden verzorgen, wederzijdse hulp bieden, samenwerken
en middelen samen gebruiken. Het gezin is een institutie waar we samenleven,
een duurzaam verband aangaan en informeel met elkaar omgaan.

In de geschiedenis van de mensheid kan je drie grote revoluties onderscheiden.
De cognitieve revolutie is de eerste 70.000 jaar geleden. Er werd taal
ontwikkeld. Dit onderscheid ons van dieren. Taal opende nieuwe mogelijkheden
zoals de samenwerking in groepen, een creatie van een verbeelde werkelijkheid,
ruil en handel en het ontwikkelen van cultuur en religies. Ook was er een
agrarische revolutie, ongeveer 10.000 jaar geleden. De homo sapiens
ontwikkelde landbouw. Grotere samenlevingen konden in stand worden gehouden
en sommige leden konden andere dingen doen dan jagen en voedsel verzamelen.
De voedselproductie omhoog brengen. Er ontstond ruimte om de samenleving
anders te organiseren, bijvoorbeeld door rollen aan te nemen, en hierdoor
ontstonden er ook ongelijkheden. De homo sapiens gingen op dat moment ook
hun taal opschrijven, het schrift ontstond. Vanaf toen ontstond de rol van de
overheid om zaken te regelen en te organiseren.

Basisinstitutie 2 – de overheid
Grotere samenlevingen vereisen een meer formele organisatie. Sommige leden
van de samenleving krijgen de macht om over anderen te heersen. De overheid
moest na de agrarische revolutie gaan organiseren omdat er ongelijkheden
ontstonden. De overheid heeft dan ook 2 belangrijke functies: wetten
maken/handhaven en belastingen innen/uitgeven.

Dus hierboven zag je hoe de gezinnen en de overheid is ontstaan. Dan maken we
nu een tijdsprong waar het Bruto Binnenlands Product (BBP) steeg. Dit gebeurde
rond 1800 en dit wordt ook wel de industriële revolutie genoemd. De homo
sapiens vond de stoommachine uit, de productiviteit nam toe en er kwam
verstedelijking waar men naar de steden verhuisden.

BBP = een maatstaf voor de totale economische output van een samenleving.
Het meet de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die in een
bepaalde periode per land zijn geproduceerd en verkocht. Economische output.
BBP per capita = dit wordt verkregen door het BBP van een samenleving te
delen door het totale aantal inwoners van die samenleving.

Basisinstitutie 3 – bedrijven
Dit is de jongste basisinstitutie van de drie. Door de grote schaalvoordelen
gingen bedrijven hun winst maximaliseren. Arbeid ruilen voor geld, dit bestond
voordien nog niet. Op de manier waarop bedrijven zijn gemaakt, zal de relatie
tussen de werkgever en werknemer structureel veranderen. De werkgever zal de
mens zien als een productiemiddel dat hij kan kopen voor geld (commodificatie
van menselijke arbeid). Dit leidt in veel gevallen toe dat de
arbeidsomstandigheden voor werknemers zullen gaan verslechteren waardoor de
ongelijkheid en armoede zal toenemen. Individuen gaan steeds meer en meer
afhankelijk worden van de arbeidsmarkt. Commodificatie is de transformatie van
dingen in goederen die op de markt worden verkocht. Het is een Marxistisch
begrip.

Let op! De markt is iets anders dan bedrijven. De markt is een plek waar geruild
wordt. Dit is volgens de prof geen basisinstitutie. De ruil is het essentiële
kenmerk van de markt en dit is geen geld zoals bij bedrijven. De markt is geen
actor, het is een plek waar geruild wordt. De drie basisinstituties zijn wel actief op

2

,de markt. De prof wordt betaald door de overheid en de overheid is dan een actor
op de markt die aan commodificatie van menselijke arbeid doet.

Je kan de basisinstituties op de volgende manier opdelen:
Formeel VS informeel  de overheid en bedrijven zijn formeel en het gezin is
informeel.
Profit VS non-profit  bedrijven zijn profit en het gezin en de overheid non-profit.
Privaat VS openbaar  het gezin en bedrijven zijn privaat en de overheid publiek.

Vrijwilligersorganisaties, non-profitorganisaties en liefdadigheidsinstellingen
kunnen worden beschouwd als een vierde basisinstitutie. Ze zijn formeel, non-
profit en privaat. Bijvoorbeeld vakbonden. Ze vormen het maatschappelijk
middenveld. Dit zijn belangrijke bronnen van sociale innovatie, maar de focus van
dit cursus licht op de 3 basisinstituties.

Basisstructuur = de basisstructuur van een samenleving beschrijft hoe de
taken, rechten en plichten, en voordelen van sociale samenwerking zijn verdeeld
tussen de leden van de samenleving en dus de basisinstituties. De verdeling van
de voordelen van sociale samenwerking vereist een rechtvaardigheidstheorie.
Verschillende samenlevingen hebben een verschillende basisstructuur en er is
één centrale breuklijn: wie bezit de productiemiddelen en hoe gaan we die
gebruiken en verdelen?
Kapitalisme Private eigendom van productiemiddelen (arbeid en kapitaal).
Vrije handel op de markt wijst productiemiddelen toe met
behulp van prijzen. Het idee is dat in een kapitalistisch systeem
de gezinnen de productiemiddelen in handen hebben en hoe we
de verdeling gaan doen, zal aan de hand zijn van de vrije ruil
van de markt zijn. Ik geef mijn geld/arbeid aan het bedrijf dat
het meest ervoor wil geven. Dit is het mechanisme van de
onzichtbare hand van Adam Smith. De private eigendom van de
productiemiddelen arbeid en kapitaal is het belangrijkste in een
kapitalistisch systeem.
Marxisme Collectieve eigendom van productiemiddelen (arbeid en
kapitaal). Het is niet de gezinnen die kapitaal en arbeid in
handen hebben, maar de staat. Het is een toewijzing van
productiemiddelen door de overheid. Het is een centrale
planning.
Corporatism Een tussenvorm van het kapitalisme en het Marxisme. Het idee
e is dat de mensen de eigenaars zijn van de productiemiddelen
gaan samenwerken met de arbeiders. De overheid is de derde
speler die ertussen zit. We doen het door overleg, het sociaal
overleg in BE.
Welvaartstaa Een pragmatisch alternatief voor het Marxistische en
t kapitalistische basisstructuur. Via de welvaartstaat komt de
overheid van een samenleving tussen de werking van de markt
met het oog op de welvaart van haar leden.

Een welvaartstaat is een samenleving met een kapitalistische
basisstructuur waarin overheidsmacht wordt gebruikt om het
spel van de marktkrachten te wijzigen. De welvaartstaat start
uit kapitalisme, maar schuift in de richting van het Marxisme om
zo bepaalde problemen die gemaakt zijn door kapitalisme op te
lossen. De overheid gaat ingrijpen op de markt, ze gaat het spel
van de marktmachten sturen in een bepaalde richting. De

3

, overheid doet dit op vier manieren:
1. Marktfalingen corrigeren en openbare diensten verlenen
(les 2)
2. Sociale risico’s verzekeren om risico’s te verminderen (les
3)
3. Herverdelen en ongelijkheden verminderen (les 4)
4. Armoede beschrijden (les 5)

Niet alle welvaartstaten werken op dezelfde manier. Om hier
structuur in te brengen, is het nuttig om een onderscheid te
maken tussen 3 soorten welvaartstaten, namelijk:
conservatieve welvaartstaat waar het gezin de centrale rol
heeft, sociaaldemocratische welvaartstaat waar de
overheid de centrale rol heeft en een liberale welvaartstaat
waar de markt de centrale rol heeft.

Het is moeilijk om precies de grootte van de welvaartstaat te kennen. Als je alles
samentelt van sociale uitgaven dan besteden sommige landen tot 30% van alle
bbp. Gemiddeld geven de OESO-landen 19% aan pensioenen. Frankrijk en BE
besteden het meeste aan sociale zekerheid. Maar, een land kan veel uitgeven
aan pensioenen omdat het veel geld geeft of omdat er veel gepensioneerden zijn,
dus de cijfers zeggen niet altijd wat.

De welvaartstaat en de markt:
De markt is een plek waar geruild wordt en de welvaartstaat is een
correctiemiddel op waar de markt fout loopt. Structurele interpretatie van de
welvaartstaat als antwoord op maatschappelijke problemen wordt veroorzaakt
door het ongereguleerde marktkapitalisme. De welvaartstaat als
schadebeperkend, probleemoplossend instrument. Kritiek op de welvaartstaat
komt van 2 kanten: van progressieven ( links) die staan voor verbetering en
voor het Marxisme staan en van conservatieven ( rechts) die staan voor dat de
welvaartstaat te duur of demotiverend is. Het idee van de welvaartstaat is dus
ideologisch geladen.

De welvaartsstaat en macht:
Dit is een alternatieve interpretatie van de welvaartstaat vanuit de power
resource theory. Een welvaartstaat is een resultaat van een klassenstrijd, waarin
de arbeidersklasse na WOII meer macht konden verwerven door zich te
organiseren in vakbonden en partijen aan de linkerzijde. Zo konden ze hun
agenda pushen, zodanig dat er een overheid ontstond die meer aandacht had
voor de mensen. Zo is er ook later een tegenbeweging gekomen, en de
welvaartstaat wordt gezien als een ballon dat van 2 kanten wordt geduwd.

Sociaal contract = het sociaal contract van een samenleving is een
hypothetisch contract tussen de burgers van de samenleving dat de
basisstructuur beschrijft. Een hypothetisch contract dat leden van de
samenleving sluiten over de basisstructuur. Dit is een manier om de realiteit te
begrijpen en onze rol hierin. Grondleggers van het sociaal contract zijn:
 Hobbes die de natuurlijke toestand van de mens beschreef als een gevecht
van iedereen tegen iedereen. Als de mens een gruwelijk anarchistische is, als
de overheid er niet zou zijn, dan zou je gewoon alles doen wat je wilde (stelen,
vechten). Op die manier kunnen we niet samenleven, dus we gaan macht
geven aan de staat. De staat zegt dan dat ook ben je hongerig, mag je niet


4
€10,16
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
brittbuijsen99
5,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
brittbuijsen99 Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
8
Lid sinds
4 maanden
Aantal volgers
1
Documenten
45
Laatst verkocht
21 uur geleden
Samenvattingen van... Britt Buijsen

Welkom op mijn Stuvia account! Mijn naam is Britt Buijsen en op dit moment (academiejaar 2526) studeer ik de master sociologie aan de Universiteit Antwerpen. Ik heb hiervoor het schakelprogramma sociologie voor 90 studiepunten gevolgd. Tijdens het schakelprogramma en de master heb ik altijd mijn samenvattingen zelf geschreven. Ik houd van beknopte samenvattingen die de lessen, de slides, en eventueel informatie uit het boek bevatten. Ik probeer zo veel mogelijk opsommingen te vermijden en in verhaalvorm de lessen mee te schrijven. Voor de studie sociologie heb ik de bachelor integrale veiligheid aan Avans Hogeschool in Breda gestudeerd. Tijdens deze opleiding heb ik mijn samenvattingen ook altijd zelf gemaakt. Deze zijn allemaal geüpload! Op mijn profiel zien jullie eerst samenvattingen van Avans Hogeschool en daarna volgen samenvattingen van de UA. Groetjes, Britt

Lees meer Lees minder
5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen