V2REK15
Inhoudsopgave
Grafieken en diagrammen .............................................................................................................................. 2
Begrippen die je moet kennen........................................................................................................................ 5
Functies van grafieken................................................................................................................................... 6
Centrummaten ............................................................................................................................................... 8
Spreidingsmaten ............................................................................................................................................ 9
De student kent modellen om verbanden aan te geven ................................................................................ 10
De boxplot ................................................................................................................................................... 11
Verschillende meetniveaus .......................................................................................................................... 12
,Grafieken en diagrammen
Cirkeldiagram.
Een cirkeldiagram wordt gebruikt als een deel-geheelrelatie in beeld moet worden
gebracht. De cirkel maakt het geheel (100%) goed zichtbaar.
Bijvoorbeeld – bij de uitkomst van een stemming.
Histogram.
Een histogram is een diagram met staven, waarvan de waarden op de onderste
as staan.
Bijvoorbeeld – hoe vaak mensen in een maand met de trein gaan of hoeveel kg
mensen wegen rond de 25 jaar.
Het gaat hierbij om een continue situatie. (Tegengesteld van staafdiagram)
Bij een continue situatie gaat het erom wanneer de waarden op de horizontale as continu in
elkaar overlopen en geordend zijn. (Vaak bij meetgetallen)
Staafdiagram.
Een staafdiagram is een grafiek. Deze geeft feitelijk losse tellingen of metingen weer in de
lengte van de staven.
Let op: de waarde op de horizontale as zijn losstaand!
Bijvoorbeeld – een grafiek maken bij de lengtes van de kinderen in de
klas. Je maakt een staaf voor ieder kind en zet de naam van het kind op
de onderste as.
(Of zoals je hiernaast ziet, het bruto inkomen per provincie)
Het gaat hierbij om een discrete situatie. (Tegengesteld van histogram)
Bij een discrete situatie gaat het erom wanneer de waarden op de horizontale as niet continu
in elkaar overlopen of onderling niet te ordenen zijn.
Blokdiagram.
Een blokdiagram is een diagram waarin functionele relaties worden weergegeven. Het
bestaat uit rechthoekige blokken, die gebruikt worden
als representatie van een proces, een systeem of een
toestand.
Stroomdiagram.
Een stroomdiagram is een blokdiagram, waarin voorwaardelijke stappen een rol spelen.
Bijvoorbeeld - het voorbeeld van hier onder. Je gaat het proces af in verschillende stappen.
, Stengeldiagram / steelbladdiagram
Een stengel- en bladdiagram (of steelbladdiagram) is een overzichtelijke manier om metingen
te groeperen.
Bijvoorbeeld – bij het gebruiken van het gewicht van de kinderen op een rij te zetten.
In het voorbeeld hiernaast zie je een voorbeeld.
De 4 staat in de ‘steel’ en de 1, 6 en 8 zijn de ‘bladeren’.
Er is dus een kind die weegt 41 kg, een ander kind weegt 46
kg en een ander kind weegt 48 kg etc.
Puntenwolk.
Een puntenwolk is een verzameling metingen die in een assenstelsel als
punten zijn weergegeven.
Bijvoorbeeld – zoals bij het voorbeeld hiernaast, zie je het wiskundecijfer en
de tijd die het kind erin heeft gestoken.
Ieder puntje staat voor 1 leerling.
Beelddiagram.
Een beelddiagram is een diagram waarin de beelden (of kleuren) de betekenis
duidelijk maken. Hierbij staan er geen waarden op de assen.
Bijvoorbeeld – te zien in het voorbeeld hiernaast, waarin bij een bedrijf aan het
personeel is gevraagd met welk vervoersmiddel zij op vakantie gaan.
Venndiagram.
Venndiagram gebruik je om bepaalde gegevens te ordenen. (Bij meer dan 2 kenmerken)
In een venndiagram laat je zien hoe bepaalde eigenschappen overlappen, je doet
dit door verschillende cirkels te tekenen die elkaar overlappen.
Bijvoorbeeld – Er is een klas met 32 leerlingen.
Hiervan volgen er 12 Spaans
20 leerlingen volgen Geschiedenis
En 15 leerlingen volgen Natuurkunde
Daarnaast volgen 6 leerlingen zowel Spaans als Geschiedenis
Er zijn er 7 die Geschiedenis en Natuurkunde volgen
En nog 8 die Spaans en Natuurkunde volgen
Er zijn 4 leerlingen die alle vakken volgen.
Van deze informatie kun je een venndiagram maken, zoals hiernaast staat afgebeeld.
Inhoudsopgave
Grafieken en diagrammen .............................................................................................................................. 2
Begrippen die je moet kennen........................................................................................................................ 5
Functies van grafieken................................................................................................................................... 6
Centrummaten ............................................................................................................................................... 8
Spreidingsmaten ............................................................................................................................................ 9
De student kent modellen om verbanden aan te geven ................................................................................ 10
De boxplot ................................................................................................................................................... 11
Verschillende meetniveaus .......................................................................................................................... 12
,Grafieken en diagrammen
Cirkeldiagram.
Een cirkeldiagram wordt gebruikt als een deel-geheelrelatie in beeld moet worden
gebracht. De cirkel maakt het geheel (100%) goed zichtbaar.
Bijvoorbeeld – bij de uitkomst van een stemming.
Histogram.
Een histogram is een diagram met staven, waarvan de waarden op de onderste
as staan.
Bijvoorbeeld – hoe vaak mensen in een maand met de trein gaan of hoeveel kg
mensen wegen rond de 25 jaar.
Het gaat hierbij om een continue situatie. (Tegengesteld van staafdiagram)
Bij een continue situatie gaat het erom wanneer de waarden op de horizontale as continu in
elkaar overlopen en geordend zijn. (Vaak bij meetgetallen)
Staafdiagram.
Een staafdiagram is een grafiek. Deze geeft feitelijk losse tellingen of metingen weer in de
lengte van de staven.
Let op: de waarde op de horizontale as zijn losstaand!
Bijvoorbeeld – een grafiek maken bij de lengtes van de kinderen in de
klas. Je maakt een staaf voor ieder kind en zet de naam van het kind op
de onderste as.
(Of zoals je hiernaast ziet, het bruto inkomen per provincie)
Het gaat hierbij om een discrete situatie. (Tegengesteld van histogram)
Bij een discrete situatie gaat het erom wanneer de waarden op de horizontale as niet continu
in elkaar overlopen of onderling niet te ordenen zijn.
Blokdiagram.
Een blokdiagram is een diagram waarin functionele relaties worden weergegeven. Het
bestaat uit rechthoekige blokken, die gebruikt worden
als representatie van een proces, een systeem of een
toestand.
Stroomdiagram.
Een stroomdiagram is een blokdiagram, waarin voorwaardelijke stappen een rol spelen.
Bijvoorbeeld - het voorbeeld van hier onder. Je gaat het proces af in verschillende stappen.
, Stengeldiagram / steelbladdiagram
Een stengel- en bladdiagram (of steelbladdiagram) is een overzichtelijke manier om metingen
te groeperen.
Bijvoorbeeld – bij het gebruiken van het gewicht van de kinderen op een rij te zetten.
In het voorbeeld hiernaast zie je een voorbeeld.
De 4 staat in de ‘steel’ en de 1, 6 en 8 zijn de ‘bladeren’.
Er is dus een kind die weegt 41 kg, een ander kind weegt 46
kg en een ander kind weegt 48 kg etc.
Puntenwolk.
Een puntenwolk is een verzameling metingen die in een assenstelsel als
punten zijn weergegeven.
Bijvoorbeeld – zoals bij het voorbeeld hiernaast, zie je het wiskundecijfer en
de tijd die het kind erin heeft gestoken.
Ieder puntje staat voor 1 leerling.
Beelddiagram.
Een beelddiagram is een diagram waarin de beelden (of kleuren) de betekenis
duidelijk maken. Hierbij staan er geen waarden op de assen.
Bijvoorbeeld – te zien in het voorbeeld hiernaast, waarin bij een bedrijf aan het
personeel is gevraagd met welk vervoersmiddel zij op vakantie gaan.
Venndiagram.
Venndiagram gebruik je om bepaalde gegevens te ordenen. (Bij meer dan 2 kenmerken)
In een venndiagram laat je zien hoe bepaalde eigenschappen overlappen, je doet
dit door verschillende cirkels te tekenen die elkaar overlappen.
Bijvoorbeeld – Er is een klas met 32 leerlingen.
Hiervan volgen er 12 Spaans
20 leerlingen volgen Geschiedenis
En 15 leerlingen volgen Natuurkunde
Daarnaast volgen 6 leerlingen zowel Spaans als Geschiedenis
Er zijn er 7 die Geschiedenis en Natuurkunde volgen
En nog 8 die Spaans en Natuurkunde volgen
Er zijn 4 leerlingen die alle vakken volgen.
Van deze informatie kun je een venndiagram maken, zoals hiernaast staat afgebeeld.
