Filosofie
H1: De oorsprong van de filosofie
Inhoudstafel
Inleiding
1. Omschrijving en indeling van de filosofie
1.1 Tussen religie en wetenschap
1.2 Drie grote vragen en domeinen
1.3 Het huis van de filosofie
Ontologische vragen: vragen naar het ‘zijnde
Vragen naar de ‘drie waarden’
2. de pre-socratische filosofie
2.1 Thales van Milete
2.2 Anaximander van Milete
2.3 Pythagoras
2.4 Parmenides en Herakleitos
3. Filosofie binnen het hoger onderwijs
4. Samengevat
5. Ken jezelf
quotes:
Ken uzelf (gnothi seauton) – Thales van Milete
De wereld is een getal – Pythagoras
Zij en kennen zijn hetzelfde – Parmenides
Alles vloeit – Herakleitos
Inleiding
Begrip filosofie
Filosofie → Griekse filein (houden van) en sophia (Griekse godin van wijsheid)
Wijsheid →vrouwelijk (intuïtie, waarheid, …) → verassing want → Filosofie is een verhaal van mannen → vanaf
20ste eeuw → verandering want vrouwen kregen ook toegang tot onderwijs
,Oorsprong filosofie
Oorsprong van filosofie kan op 2 manieren beantwoord worden:
1. Filosofie is zo oud als de mens zelf
- Iedereen die diepzinnige vragen stelt, is filosofisch bezig
- Volgens Plato → filosofie begint vanuit verwondering (bron van zoektocht voor begrijpen onszelf en
wereld)
2. Ontstaan in bepaalde periode binnen een bepaalde cultuur
a) Westerse filosofie → ontstaan 6de eeuw v.c in streek rond Egeïsche zee (samenkomst + culturen)
b) Oosterse filosofie→
− Upanishaden (India) →filosofische reflecties op oeroude Vedische geschriften “wie ben
ik?”
− Mahaviar (599-527 v.c) + Boeddha (480-400 v.c) → stelden traditionele brahmaanse
levenswijze in vraag + aan basis van jaïnisme en boedhisme (“wat is lijden?” “hoe ontkom ik
eraan?”
− China → Confucius (551-479 v.c) → uitgewerkte sociale filosofie + bloei taoïsme met
overlevering Lao Tse (eenheid van tegenstellingen: jin en jang = alles is voortdurend in
verandering in een geheel
--> Wij richten ons op het ontstaan van de westerse filosofie
Westerse filosofie
ontstaan:
Overgang mythos naar logos:
van wereldbeeld gebaseerd op mythen → wereld die fundering zoekt in ‘rationele’ verklaring
‘rationaliteit’ → toenemende belang van observatie en argumentatie (natuur verklaren uit natuur en niet door
god)
Mythes uit westerse filosofie
Mythische wereldbeelden → in alle culturen en tijden + onderzoekdomein antropologen
Voorbeelden vanuit westerse cultuur: Ilias, Odysseus, Zondeval → behandelen diepmenselijke vragen adhv
metaforen en verhalen
1. De zondeval:
- Wat? De zonde van Adam en Eva
Ze aten van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad en werden
verdreven uit het aards paradijs.
- Betekenis?
We maken een onderscheid tussen goed en kwaad (oordelen). De mens is door de
kennis van goed en kwaad gevallen uit het continue van de natuur, we ervaren
psychisch lijden. Dit ervaren dieren niet.
2. Odysseus en de sirenen:
- Wat? Op de terugvaart van Odysseus naar huis hadden de zeemannen was in hun
oren om niet verleid te worden door sirenen.
, - Betekenis? Leren omgaan met verlangens en uitdagingen en deze overwinnen om
zo tot bij jezelf te komen.
1. Omschrijving en indeling van de filosofie
Wat is filosofie nu eigenlijk?
Iets tussen de wetenschap en religie.
Hoe is filosofie ontstaan?
Mythos (religie) →logos →westerse filosofie →wetenschap
1.1 Tussen religie en wetenschap
Def filosofie volgens Luciano de Crescenzo → zie boek p.25
Filosofie bevind zich volgend Crescenzo tussen religie en wetenschap = mythos naar logos
‘afsplitsing’ →1543: twee werken gepubliceerd die visie op mens en wereld grondig verander hebben:
- Over de beweging van de hemelsferen - Copernicus
- Over de samenstelling van het menselijk lichaam – Vesalius
• wetenschap
Francis Bacon (1561-1626) → aanzet tot ontwikkeling wetenschappelijk methode en lanceerde de begrippen:
inductie en experiment (monden later uit in wet van Newton en begin van fysica)
daarna: scheikunde, biologie, sociale wet → filosofie moeder van wetenschappen
Wetenschap bestudeert de wereld van fenomenen (datgene wat objectiveerbaar, zichtbaar en meetbaar is)
Wetenschappers gaan daarbij opzoek naar wetten en theorieën die deze fenomenen kunnen verklaren en
dringen daar bij de filosofie terug
Wetenschap stelt zich het hoe van fenomenen af (hoe zitten de dingen in elkaar? )
DUS:
➔ Domein: het objectieve, meetbare en waarneembare
➔ Stelt de vraag “hoe?”
➔ Kan alles verklaren met fenomenen, maar niet van het achterliggende
(nominale) Vb: onderzoek naar wat geluk is (= hoeveelheid serotonine),
maar niet het diepere.
• Filosofie
Op andere domeinen blijkt de wetenschappelijke methode niet in staat om zoveel vooruitgang te boeken (wat is
bewustzijn?, vragen over ethische kwesties) → deze domeinen blijven fundamenteel binnen de filosofie en de
religie
Ze stellen niet zozeer de vraag naar het hoe maar naar het wat (en waarom)
DUS:
➔ Domein: zin, waarde, bewustzijn
➔ Stelt de vraag “Wat?”
➔ Dingen in vraag stellen, voorbij de zintuigen en het verstand gaan.
, 1.2 drie grote vragen en domeinen
Grote filosoof van de verlichting →Immanuel Kant → 3 essentiële vragen
1. Wat kan ik weten?
2. Wat moet ik doen?
3. Wat mag ik hopen?
− In één vraag → ‘Wat is de mens?’
− Stopt bij het antwoord: “Om gelukkig te zijn.”
Luc ferry (frans) → nog kernachtiger → filosofie houdt zich bezig met:
1. Kennis
2. Ethiek
3. Wijsheid
− Elke vraag heeft te maken met 1/3 domeinen
Verschil kennis en wijsheid:
➔ Kennis : objectieve feiten (hoe ze verschijnen en op elkaar inspelen)
➔ Wijsheid: manier waarop we in het leven staan en hoe omgaan met wisselvalligheden in leven, mensen
worden wijs door ervaringen
! Iemand die veel kennis heeft en dus veel weet staat niet perse wijs in het leven !
1.3 het huis van de filosofie
Filosofie best indelen adhv de vragen dat je stelt
1. Ontologische vragen= dat wat is (het zijnde)
2. Vragen naar de ‘drie waarden’ van Plato= goed, waar en schoon
Voorbeelden:
- Eerste vraag van Kant (Wat kan ik weten?) → epistemologie
- Tweede vraag van Kant (Wat moet ik doen?) → ethiek
- Derde vraag van Kant (Wat mag ik hopen?) → moeilijk in te delen: metafysica, esthetica,
epistemologie,..
- ‘Wat is de mens?’ → antropologie
Elke indeling heeft zijn ‘vogelbekdieren’ → afhankelijk van hoe er naar een vraag bekeken wordt, hoort het bij
een ander domein
Betekenis van de domeinen doorheen de geschiedenis geëvolueerd en vaak anders geïnterpreteerd
.
1. Ontologische vragen (Het zijnde)
3 grote domeinen:
1) Kosmologie= Leer van de kosmos “Wat is de natuur?”
2) Metafysica= Achterliggende structuur vd werkelijkheid (= ontologie)
3) Antropologie= Leer van de mens “Wie ben ik?”
H1: De oorsprong van de filosofie
Inhoudstafel
Inleiding
1. Omschrijving en indeling van de filosofie
1.1 Tussen religie en wetenschap
1.2 Drie grote vragen en domeinen
1.3 Het huis van de filosofie
Ontologische vragen: vragen naar het ‘zijnde
Vragen naar de ‘drie waarden’
2. de pre-socratische filosofie
2.1 Thales van Milete
2.2 Anaximander van Milete
2.3 Pythagoras
2.4 Parmenides en Herakleitos
3. Filosofie binnen het hoger onderwijs
4. Samengevat
5. Ken jezelf
quotes:
Ken uzelf (gnothi seauton) – Thales van Milete
De wereld is een getal – Pythagoras
Zij en kennen zijn hetzelfde – Parmenides
Alles vloeit – Herakleitos
Inleiding
Begrip filosofie
Filosofie → Griekse filein (houden van) en sophia (Griekse godin van wijsheid)
Wijsheid →vrouwelijk (intuïtie, waarheid, …) → verassing want → Filosofie is een verhaal van mannen → vanaf
20ste eeuw → verandering want vrouwen kregen ook toegang tot onderwijs
,Oorsprong filosofie
Oorsprong van filosofie kan op 2 manieren beantwoord worden:
1. Filosofie is zo oud als de mens zelf
- Iedereen die diepzinnige vragen stelt, is filosofisch bezig
- Volgens Plato → filosofie begint vanuit verwondering (bron van zoektocht voor begrijpen onszelf en
wereld)
2. Ontstaan in bepaalde periode binnen een bepaalde cultuur
a) Westerse filosofie → ontstaan 6de eeuw v.c in streek rond Egeïsche zee (samenkomst + culturen)
b) Oosterse filosofie→
− Upanishaden (India) →filosofische reflecties op oeroude Vedische geschriften “wie ben
ik?”
− Mahaviar (599-527 v.c) + Boeddha (480-400 v.c) → stelden traditionele brahmaanse
levenswijze in vraag + aan basis van jaïnisme en boedhisme (“wat is lijden?” “hoe ontkom ik
eraan?”
− China → Confucius (551-479 v.c) → uitgewerkte sociale filosofie + bloei taoïsme met
overlevering Lao Tse (eenheid van tegenstellingen: jin en jang = alles is voortdurend in
verandering in een geheel
--> Wij richten ons op het ontstaan van de westerse filosofie
Westerse filosofie
ontstaan:
Overgang mythos naar logos:
van wereldbeeld gebaseerd op mythen → wereld die fundering zoekt in ‘rationele’ verklaring
‘rationaliteit’ → toenemende belang van observatie en argumentatie (natuur verklaren uit natuur en niet door
god)
Mythes uit westerse filosofie
Mythische wereldbeelden → in alle culturen en tijden + onderzoekdomein antropologen
Voorbeelden vanuit westerse cultuur: Ilias, Odysseus, Zondeval → behandelen diepmenselijke vragen adhv
metaforen en verhalen
1. De zondeval:
- Wat? De zonde van Adam en Eva
Ze aten van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad en werden
verdreven uit het aards paradijs.
- Betekenis?
We maken een onderscheid tussen goed en kwaad (oordelen). De mens is door de
kennis van goed en kwaad gevallen uit het continue van de natuur, we ervaren
psychisch lijden. Dit ervaren dieren niet.
2. Odysseus en de sirenen:
- Wat? Op de terugvaart van Odysseus naar huis hadden de zeemannen was in hun
oren om niet verleid te worden door sirenen.
, - Betekenis? Leren omgaan met verlangens en uitdagingen en deze overwinnen om
zo tot bij jezelf te komen.
1. Omschrijving en indeling van de filosofie
Wat is filosofie nu eigenlijk?
Iets tussen de wetenschap en religie.
Hoe is filosofie ontstaan?
Mythos (religie) →logos →westerse filosofie →wetenschap
1.1 Tussen religie en wetenschap
Def filosofie volgens Luciano de Crescenzo → zie boek p.25
Filosofie bevind zich volgend Crescenzo tussen religie en wetenschap = mythos naar logos
‘afsplitsing’ →1543: twee werken gepubliceerd die visie op mens en wereld grondig verander hebben:
- Over de beweging van de hemelsferen - Copernicus
- Over de samenstelling van het menselijk lichaam – Vesalius
• wetenschap
Francis Bacon (1561-1626) → aanzet tot ontwikkeling wetenschappelijk methode en lanceerde de begrippen:
inductie en experiment (monden later uit in wet van Newton en begin van fysica)
daarna: scheikunde, biologie, sociale wet → filosofie moeder van wetenschappen
Wetenschap bestudeert de wereld van fenomenen (datgene wat objectiveerbaar, zichtbaar en meetbaar is)
Wetenschappers gaan daarbij opzoek naar wetten en theorieën die deze fenomenen kunnen verklaren en
dringen daar bij de filosofie terug
Wetenschap stelt zich het hoe van fenomenen af (hoe zitten de dingen in elkaar? )
DUS:
➔ Domein: het objectieve, meetbare en waarneembare
➔ Stelt de vraag “hoe?”
➔ Kan alles verklaren met fenomenen, maar niet van het achterliggende
(nominale) Vb: onderzoek naar wat geluk is (= hoeveelheid serotonine),
maar niet het diepere.
• Filosofie
Op andere domeinen blijkt de wetenschappelijke methode niet in staat om zoveel vooruitgang te boeken (wat is
bewustzijn?, vragen over ethische kwesties) → deze domeinen blijven fundamenteel binnen de filosofie en de
religie
Ze stellen niet zozeer de vraag naar het hoe maar naar het wat (en waarom)
DUS:
➔ Domein: zin, waarde, bewustzijn
➔ Stelt de vraag “Wat?”
➔ Dingen in vraag stellen, voorbij de zintuigen en het verstand gaan.
, 1.2 drie grote vragen en domeinen
Grote filosoof van de verlichting →Immanuel Kant → 3 essentiële vragen
1. Wat kan ik weten?
2. Wat moet ik doen?
3. Wat mag ik hopen?
− In één vraag → ‘Wat is de mens?’
− Stopt bij het antwoord: “Om gelukkig te zijn.”
Luc ferry (frans) → nog kernachtiger → filosofie houdt zich bezig met:
1. Kennis
2. Ethiek
3. Wijsheid
− Elke vraag heeft te maken met 1/3 domeinen
Verschil kennis en wijsheid:
➔ Kennis : objectieve feiten (hoe ze verschijnen en op elkaar inspelen)
➔ Wijsheid: manier waarop we in het leven staan en hoe omgaan met wisselvalligheden in leven, mensen
worden wijs door ervaringen
! Iemand die veel kennis heeft en dus veel weet staat niet perse wijs in het leven !
1.3 het huis van de filosofie
Filosofie best indelen adhv de vragen dat je stelt
1. Ontologische vragen= dat wat is (het zijnde)
2. Vragen naar de ‘drie waarden’ van Plato= goed, waar en schoon
Voorbeelden:
- Eerste vraag van Kant (Wat kan ik weten?) → epistemologie
- Tweede vraag van Kant (Wat moet ik doen?) → ethiek
- Derde vraag van Kant (Wat mag ik hopen?) → moeilijk in te delen: metafysica, esthetica,
epistemologie,..
- ‘Wat is de mens?’ → antropologie
Elke indeling heeft zijn ‘vogelbekdieren’ → afhankelijk van hoe er naar een vraag bekeken wordt, hoort het bij
een ander domein
Betekenis van de domeinen doorheen de geschiedenis geëvolueerd en vaak anders geïnterpreteerd
.
1. Ontologische vragen (Het zijnde)
3 grote domeinen:
1) Kosmologie= Leer van de kosmos “Wat is de natuur?”
2) Metafysica= Achterliggende structuur vd werkelijkheid (= ontologie)
3) Antropologie= Leer van de mens “Wie ben ik?”