lOMoAR cPSD|11439016
SAMENVATTING: INLEIDING BESTUURSKUNDE
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE TOT DE BESTUURSKUNDE: SFEREN IN DE SAMENLEVING
INLEIDING
10 meerkeuze vragen (5punten)
6 begrippen, die je moet uitleggen (3punten)
Open vragen (12punten)
‘Bestuurskunde’ bevat besturen en sturen: Het gaat over sturen in de betekenis van de
vormgeving van de samenleving en de rol die de overheid daarin speelt
Meta-analyse: We kijken naar de manier waarop we kijken naar onze samenleving om dan
vervolgens over de rol van de staat en de organisatie van de overheid na te denken
→ Daarmee creëren we een vorm van gemeenschappelijk kijken en een beeldtaal waarmee
we elkaar kunnen begrijpen
VIER SFEREN, VANUIT HET INDIVIDU BEKEKEN
Samenleving: Politiek georganiseerd verband
• Meest brede invulling: wereld of globale samenleving
• Engere invulling: gemeente of buurt, kleinere schaal
Benaderen de samenleving met die driehoek, uit 4 sferen:
Markt= de sfeer vd economie, waar mensen welvaart willen creeren (niet de overheid wel
de private sector)
Civil sociaty: beheren tot pirvate sector maar leveren veel sociale diensten
Publieke sfeer is alles wat met overheid te maken heeft
Private sfeer moeit de overheid zich weinig mee,
Opdelen in profit (winst maken, geld maken) & non profit sfeer (niet op winst gericht/ bv
overheid)
Opdelen in formeel (worden geregeld door voorschriften: regels/wetten/decreten) &
informele sfeer (bv hoe mensen met elkaar omgaan, maar niet contractueel vastgesteld
bv in je gezin etc)
, lOMoAR cPSD|11439016
Samenleving bestaat uit verhouding tussen 4 sferen, die elk hun eigen kenmerken hebben:
Elk individu verhoudt zich op een bepaalde manier tot de vier sferen: Staat,
gemeenschappen, markt en ‘civil society’
--> Ontsnappen aan de sferen is onmogelijk als lid van een bepaalde samenleving
--> De sferen vormen de bouwblokken in en van elke samenleving
--> Staan onderling in verband met elkaar, kunnen elkaar beïnvloeden en zijn in tijd en
ruimte veranderbaar /
Naast de sferen zijn er ook categorieën (lijnen) waarmee organisaties die actief zijn in deze
sferen worden ingedeeld:
1. Publiek- Privaat: Iedereen krijgt toegang versus eigendom
2. Formeel – Informeel: Concrete wetten/regels versus geen (voorbeeld:
vriendengroepen)
3. Profit – Non-Profit: Winstoogmerk/meerwaarde versus maatschappelijk doel
DE SFEER VAN DE GEMEENSCHAPPEN (liefde/loyalty)
= Verenigingen en sociale verbanden, voorbeeld: jeugdbewegingen, gezin, vrienden, …
• Private sfeer: Relaties aangaan, gezin stichten, familie en sociale netwerken
• Informeel: Geen concrete regels of procedures
• Liefde en vrijwilligheid: Horizontale en machtsvrije relaties (in theorie)
• Geen dwang: In theorie, soms wel geweld, geen autonomie, sociale druk, …
Rechten/vrijheden: Zelf kunnen beslissen (in theorie)
--> Praktijk: Vrijheid begrensd door sociaaleconomische positie of afhankelijkheid
(economisch) van mensen onderling
--> Overheid gaat ons vaak sturen, zie Polen: Staat bepaalt hoe je je moet uiten qua
seksualiteit
In private sfeer het leven zo leuk mogelijk te maken (op liefde en loyaliteit gebaseerd)
Rechten en vrijheden (aan normen waaran je je dient te houden) kunnen worden begrensd
door socio economie (bv armoede)/ Rechten en vrijheden kunnen worden begrensd door
, lOMoAR cPSD|11439016
verschillende factoren/ Overheid schrjift voor wat je mag doen en niet doen in een
samenleving
DE SFEER VAN DE STAAT (dwang/ voice)
= Heeft betrekking op het geheel van overheden en instellingen die optreden voor het
algemeen belang en ons kunnen verplichten, stimuleren, ondersteunen of hinderen in wat
we willen doen maar die we als burgers en als samenleving ook mee vormgeven
--> Op elk moment hebben we met de staat te maken (voorbeeld: wegen, de Lijn, …)
--> De staat is het geheel van publieke instellingen en bindende beslissingen
De staat kan met legitiem gezag dwingend optreden: De staat heeft dus dwang (kan als
exclusief kenmerk dwingen), voorbeeld belastingen laten betalen wetten respecteren, …
Ten opzichte van dwang staat voice: Burgers kunnen hun ‘stem’ of mening laten verhoren
en kunnen dus het beleid mee vormgeven door te stemmen tijdens de verkiezingen of
protesteren etc.
De staat kan ‘groot’ of ‘klein’ zijn:
• Financieel: Hoeveel spendeert de overheid?
• Psychologisch: Hoe aanwezig is de overheid? Vraagstukken privacy etc.
Individu verhouding met de staat
Verplichten zaken, steunen, stimurelen en hinderen je dit gebeurt via een “boek” met wetten
en decreten, regels etc
Dwang/ voice in een demecratie gebeurt dit via verkiezingen (je stem laten horen als burger)
Covid mooi vb van hoe overheid je privé heeft beknopt, dat overheid enorm diep kan
intreden in privé sfeer van mensen zonder dat mensen het eigenlijk besefffen
DE SFEER VAN DE MARKT (ruil/exit)
= Private sector
• Functioneren via vraag en aanbod, marktsturing (≠ monopolie)
• Zorgt voor welvaart, werk, inkomen, belastingen
• Burger is een klant en een consument
• Functioneren vooral bedrijven of profit-organisaties
Ruil: Verhoudingen in markten steunen op ruil; geld van de consument voor
producten/diensten van bedrijven
Exit: Consument kan de markt verlaten wanneer die wilt
Privatisering: Bedrijven (private organisaties) die het gaan organiseren i.p.v. staat (publiek)
De markt werkt door vraag en aanbod (economie)
De markt is een zeer belangrijke sfeer in de samenleving, voor de markt is de burger een
klant
, lOMoAR cPSD|11439016
De markt kan niet veel opleggen aan de burgers, burger kan uit de markt stappen/ maar bv
niet zomaar uit de overheid stappen
Overheid kan beslissen bv zeggen spoorverkeer gaan we stoppen, dit heet privatiseren
zodat de overheid niet meer verantrwoordelijk is zodat andere marktspelers kunnen gaan
doen
Als de markt groeit krimpt de overheid en OMGEKEERD
DE SFEER VAN DE CIVIL SOCIETY
= Sfeer v/h maatschappelijk middenveld: Organisaties opgericht door burgers die trachten
• Streven naar maatschappelijke doelen en willen op de politiek agenda komen
• Civil society als term i.p.v. middenveld om afstand te nemen van verzuilde organisaties
• Het is een variatie van allerlei soorten burgers die zich organiseren
• Voorbeeld: Boerenbond, Testaankoop, …
• Verenigen in de vrije tijd, culturele sfeer, sociale sfeer, economische sfeer, …
• Belangenorganisatie: Constant de overheid wakker houden en belangen kenbaar maken
• Verschil met gemeenschappen: Hier formeel georganiseerd met regels en procedures
Vertrouwen: Burgers vertrouwen elkaar en in de organisatie (sociaal kapitaal)
Belang: Empowerment; De civil society versterkt mensen individueel en versterkt ze door de
samenwerking met andere mensen (druk uitoefenen private sfeer)
Geen financieel doel maar wel een maatschappelijk doel bv beter klimaat, betere natuur/ hoe
sterker en groter we worden hoe meer macht we krijgen (bv natuurpunt; kopen grond aan
voor natuur van te maken en politici luisteren hier ook naar omdat dit veel kiezers zijn)
Als de maatschappij zich op een bepaalde manier gaat organiseren zich tot zeer machtige
organisatie kan lijden
Bv test aankoop, organisatie die willen dat mensen niet te veel gaan betalen
Bv derdebetalersregeling, door mutualiteit rechtstreeks betaald aan de dokter slechts 3 euro,
de dokter verdient nog altijd evenveel maar mensen moeten minder uit eigen zak gaan
voorschieten
SAMENVATTING: INLEIDING BESTUURSKUNDE
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE TOT DE BESTUURSKUNDE: SFEREN IN DE SAMENLEVING
INLEIDING
10 meerkeuze vragen (5punten)
6 begrippen, die je moet uitleggen (3punten)
Open vragen (12punten)
‘Bestuurskunde’ bevat besturen en sturen: Het gaat over sturen in de betekenis van de
vormgeving van de samenleving en de rol die de overheid daarin speelt
Meta-analyse: We kijken naar de manier waarop we kijken naar onze samenleving om dan
vervolgens over de rol van de staat en de organisatie van de overheid na te denken
→ Daarmee creëren we een vorm van gemeenschappelijk kijken en een beeldtaal waarmee
we elkaar kunnen begrijpen
VIER SFEREN, VANUIT HET INDIVIDU BEKEKEN
Samenleving: Politiek georganiseerd verband
• Meest brede invulling: wereld of globale samenleving
• Engere invulling: gemeente of buurt, kleinere schaal
Benaderen de samenleving met die driehoek, uit 4 sferen:
Markt= de sfeer vd economie, waar mensen welvaart willen creeren (niet de overheid wel
de private sector)
Civil sociaty: beheren tot pirvate sector maar leveren veel sociale diensten
Publieke sfeer is alles wat met overheid te maken heeft
Private sfeer moeit de overheid zich weinig mee,
Opdelen in profit (winst maken, geld maken) & non profit sfeer (niet op winst gericht/ bv
overheid)
Opdelen in formeel (worden geregeld door voorschriften: regels/wetten/decreten) &
informele sfeer (bv hoe mensen met elkaar omgaan, maar niet contractueel vastgesteld
bv in je gezin etc)
, lOMoAR cPSD|11439016
Samenleving bestaat uit verhouding tussen 4 sferen, die elk hun eigen kenmerken hebben:
Elk individu verhoudt zich op een bepaalde manier tot de vier sferen: Staat,
gemeenschappen, markt en ‘civil society’
--> Ontsnappen aan de sferen is onmogelijk als lid van een bepaalde samenleving
--> De sferen vormen de bouwblokken in en van elke samenleving
--> Staan onderling in verband met elkaar, kunnen elkaar beïnvloeden en zijn in tijd en
ruimte veranderbaar /
Naast de sferen zijn er ook categorieën (lijnen) waarmee organisaties die actief zijn in deze
sferen worden ingedeeld:
1. Publiek- Privaat: Iedereen krijgt toegang versus eigendom
2. Formeel – Informeel: Concrete wetten/regels versus geen (voorbeeld:
vriendengroepen)
3. Profit – Non-Profit: Winstoogmerk/meerwaarde versus maatschappelijk doel
DE SFEER VAN DE GEMEENSCHAPPEN (liefde/loyalty)
= Verenigingen en sociale verbanden, voorbeeld: jeugdbewegingen, gezin, vrienden, …
• Private sfeer: Relaties aangaan, gezin stichten, familie en sociale netwerken
• Informeel: Geen concrete regels of procedures
• Liefde en vrijwilligheid: Horizontale en machtsvrije relaties (in theorie)
• Geen dwang: In theorie, soms wel geweld, geen autonomie, sociale druk, …
Rechten/vrijheden: Zelf kunnen beslissen (in theorie)
--> Praktijk: Vrijheid begrensd door sociaaleconomische positie of afhankelijkheid
(economisch) van mensen onderling
--> Overheid gaat ons vaak sturen, zie Polen: Staat bepaalt hoe je je moet uiten qua
seksualiteit
In private sfeer het leven zo leuk mogelijk te maken (op liefde en loyaliteit gebaseerd)
Rechten en vrijheden (aan normen waaran je je dient te houden) kunnen worden begrensd
door socio economie (bv armoede)/ Rechten en vrijheden kunnen worden begrensd door
, lOMoAR cPSD|11439016
verschillende factoren/ Overheid schrjift voor wat je mag doen en niet doen in een
samenleving
DE SFEER VAN DE STAAT (dwang/ voice)
= Heeft betrekking op het geheel van overheden en instellingen die optreden voor het
algemeen belang en ons kunnen verplichten, stimuleren, ondersteunen of hinderen in wat
we willen doen maar die we als burgers en als samenleving ook mee vormgeven
--> Op elk moment hebben we met de staat te maken (voorbeeld: wegen, de Lijn, …)
--> De staat is het geheel van publieke instellingen en bindende beslissingen
De staat kan met legitiem gezag dwingend optreden: De staat heeft dus dwang (kan als
exclusief kenmerk dwingen), voorbeeld belastingen laten betalen wetten respecteren, …
Ten opzichte van dwang staat voice: Burgers kunnen hun ‘stem’ of mening laten verhoren
en kunnen dus het beleid mee vormgeven door te stemmen tijdens de verkiezingen of
protesteren etc.
De staat kan ‘groot’ of ‘klein’ zijn:
• Financieel: Hoeveel spendeert de overheid?
• Psychologisch: Hoe aanwezig is de overheid? Vraagstukken privacy etc.
Individu verhouding met de staat
Verplichten zaken, steunen, stimurelen en hinderen je dit gebeurt via een “boek” met wetten
en decreten, regels etc
Dwang/ voice in een demecratie gebeurt dit via verkiezingen (je stem laten horen als burger)
Covid mooi vb van hoe overheid je privé heeft beknopt, dat overheid enorm diep kan
intreden in privé sfeer van mensen zonder dat mensen het eigenlijk besefffen
DE SFEER VAN DE MARKT (ruil/exit)
= Private sector
• Functioneren via vraag en aanbod, marktsturing (≠ monopolie)
• Zorgt voor welvaart, werk, inkomen, belastingen
• Burger is een klant en een consument
• Functioneren vooral bedrijven of profit-organisaties
Ruil: Verhoudingen in markten steunen op ruil; geld van de consument voor
producten/diensten van bedrijven
Exit: Consument kan de markt verlaten wanneer die wilt
Privatisering: Bedrijven (private organisaties) die het gaan organiseren i.p.v. staat (publiek)
De markt werkt door vraag en aanbod (economie)
De markt is een zeer belangrijke sfeer in de samenleving, voor de markt is de burger een
klant
, lOMoAR cPSD|11439016
De markt kan niet veel opleggen aan de burgers, burger kan uit de markt stappen/ maar bv
niet zomaar uit de overheid stappen
Overheid kan beslissen bv zeggen spoorverkeer gaan we stoppen, dit heet privatiseren
zodat de overheid niet meer verantrwoordelijk is zodat andere marktspelers kunnen gaan
doen
Als de markt groeit krimpt de overheid en OMGEKEERD
DE SFEER VAN DE CIVIL SOCIETY
= Sfeer v/h maatschappelijk middenveld: Organisaties opgericht door burgers die trachten
• Streven naar maatschappelijke doelen en willen op de politiek agenda komen
• Civil society als term i.p.v. middenveld om afstand te nemen van verzuilde organisaties
• Het is een variatie van allerlei soorten burgers die zich organiseren
• Voorbeeld: Boerenbond, Testaankoop, …
• Verenigen in de vrije tijd, culturele sfeer, sociale sfeer, economische sfeer, …
• Belangenorganisatie: Constant de overheid wakker houden en belangen kenbaar maken
• Verschil met gemeenschappen: Hier formeel georganiseerd met regels en procedures
Vertrouwen: Burgers vertrouwen elkaar en in de organisatie (sociaal kapitaal)
Belang: Empowerment; De civil society versterkt mensen individueel en versterkt ze door de
samenwerking met andere mensen (druk uitoefenen private sfeer)
Geen financieel doel maar wel een maatschappelijk doel bv beter klimaat, betere natuur/ hoe
sterker en groter we worden hoe meer macht we krijgen (bv natuurpunt; kopen grond aan
voor natuur van te maken en politici luisteren hier ook naar omdat dit veel kiezers zijn)
Als de maatschappij zich op een bepaalde manier gaat organiseren zich tot zeer machtige
organisatie kan lijden
Bv test aankoop, organisatie die willen dat mensen niet te veel gaan betalen
Bv derdebetalersregeling, door mutualiteit rechtstreeks betaald aan de dokter slechts 3 euro,
de dokter verdient nog altijd evenveel maar mensen moeten minder uit eigen zak gaan
voorschieten